Hoeveslagerij Gabriels: “Focus op vers vlees, maar bereid stoofvlees doet het ook zeer goed”

In 2011 startte Leen Brouwers met een slagerij om zo een extra inkomen te genereren op het vleesveebedrijf van haar man. Dertien jaar later is Hoeveslagerij Gabriels een gekende naam in Stabroek en omstreken en is de hoeveslagerij een belangrijke inkomstenbron op het vleesvee- en akkerbouwbedrijf. Alhoewel de slagerij zich focust op verse producten en de bewuste hobbykok, doen ook de bereide gerechten het goed. “Bereid stoofvlees is goed voor de helft van de stoofvleesverkoop”, vertelt de boerin op de vooravond van het Weekend van het Stoofvlees.   

11 januari 2024  – Laatst bijgewerkt om 11 januari 2024 21:33 Jerom Rozendaal
Leen Wouters_Hoeveslagerij Gabriels2

Het is donderdagvoormiddag een komen en gaan van auto’s op de parking van Hoeveslagerij Gabriels in Stabroek. Gelegen aan een afgelegen dorpsweg lijkt de vestigingslocatie niet ideaal. Het is geen belemmering, meent zaakvoerder Leen Brouwers. “In dertien jaar hebben veel klanten ons leren kennen en sommige klanten doen een grote verplaatsing om hier te geraken. Tijdens corona hebben we veel nieuwe klanten gemaakt. Nu groeit ons cliënteel vooral met mond-aan-mondreclame.”

Terwijl Brouwers in de keuken haar verhaal doet, helpt een parttime medewerker de klanten verder. Twee andere medewerkers, waaronder een beenhouwer, vullen de vleesschalen, doen bereidingen en versnijden een varken. “We verkopen ook varkensvlees, maar puur als aanvulling zodat we een volledig vleesassortiment hebben. Bovendien is varkensvlees een essentieel onderdeel van half-om-half gehakt, waar ook de mindere stukken van het rundvlees ingaan.”

De nadruk in de hoeveslagerij ligt op het vlees van eigen runderen. Brouwers en haar man Gert Gabriels runnen een vleesveebedrijf met 250 runderen. Het gros van het vrouwelijk vlees wordt in de eigen slagerij afgezet, zo’n drie runderen per maand. De stieren worden na achttien maanden in de groothandel verkocht. “De koeien kalveren twee tot drie keer af en leven langer waardoor het vlees smaakvoller is”, verklaart Brouwers die voor de aanvulling van het assortiment ook lokale groenten verkoopt en aardappelen van eigen bodem.

gabriels
Vleesveehouderij Gabriels_Wouters

Diversificatie voor extra inkomsten

Brouwers en Gabriels namen het bedrijf, toen nog een gemengd bedrijf, in 1997 over van zijn ouders. De specialisatie naar vleesvee en akkerbouw volgende in 2011 toen Brouwers bezig was met een avondopleiding beenhouwerij. “Ik vond mijn baan in het onderwijs niet leuk en ik wilde graag in het landbouwbedrijf stappen, maar ik wilde zelf een inkomen creëren”, verklaart de boerin-beenhouwer.

Plannen om te starten met hoevezuivelverwerking werden al snel overboord gegooid, omdat meer bedrijven in de regio daarmee bezig waren. “Hoeveslagerijen bestonden toen nauwelijks in Vlaanderen”, vertelt Brouwers. Dat ondervonden de Antwerpenaren ook toen ze een kredietaanvraag indienden bij de bank voor de bouw van de slagerij. “De bank wist niet goed hoe het met dit verzoek moest omgaan omdat er geen precedenten waren”, aldus Brouwers.

Zij geeft aan dat het überhaupt maar weinig gescheeld had, of ze hadden het bedrijf in Stabroek opgegeven. Voor de bouw van de slagerij en extra stallen startte in 2011, heeft het echtpaar overwogen om naar Wallonië te emigreren. “Door de uitbreiding van de haven en de stad Antwerpen, stonden boerenbedrijven hier vaak onder druk. Dit voelde vrij verstikkend aan”, verklaart Brouwers.

Gabriels Windmolen_Stabroek2

Druk van de haven en wetgever

Zoveel jaar later is deze druk van de Antwerpse haven nog even actueel. Het heeft de boeren ook gehard in hun ondernemerschap. Getuige daarvan is de windmolen, die vorige zomer werd geplaatst achter de veestallen. Doordat de vergunning van het bedrijf dit jaar ten einde loopt, en een verlenging allesbehalve zeker is, lijkt deze investering riskant. “Maar stilstand is achteruitgang”, zegt Brouwers. “Als wij voor alle dossiers die hier lopen onze investeringen moeten stilzetten in afwachting van een uitkomst, dan hadden we helemaal niets gedaan.”

De boerin heeft er alle vertrouwen in dat de vergunning verlengd kan worden. “Als Ineos, dat wij vanuit ons bedrijf over de A12 zien liggen, een vergunning krijgt, dan moeten de boertjes rondom de haven dat toch ook wel voor elkaar krijgen.” Bovendien meent Brouwers juist te voldoen aan het ideaalbeeld dat de overheid heeft van een landbouwbedrijf. “Wij zijn een familiebedrijf, doen aan korte keten en brengen zo de consument dichter bij de boer. Daarnaast kunnen wij al de mest op onze eigen akkers afzetten en spelen we ook met de windmolen in op duurzaamheid en circulariteit.”

Leen Wouters
Bevroren aardappelveld

“Voorbeeldbedrijf voor de overheid”

Met een impactscore van 0,4 zit het bedrijf wel boven de maximaal toegestane depositiewaarde waardoor een uitbreiding moeilijk lijkt. De boerin geeft aan dat dit ook niet de bedoeling is. “We zouden onze vleesveeactivitieiten vooral willen toespitsen op de hoeveslagerij en de rest tot een minimum willen beperken. Dit omdat de marges in de hoeveslagerij, waar je zelf de toegevoegde waarde creëert, beter zijn."

Met de hoeveslagerij en het kwalitatieve Belgisch witblauwe rundvlees zitten de boeren volgens eigen inzicht gebeiteld. “De trend van minder vlees eten, maar meer aandacht voor kwaliteit en lokale productie past uitstekend binnen ons businessmodel”, vertelt Brouwers. Opvallend is dat de boerin besluit met een goed woord voor de haven van Antwerpen die al decennia een druk legt op de omringende landbouwgronden. “De haven van Antwerpen brengt ook veel welvaart met zich mee waardoor consumenten geld te besteden hebben voor kwalitatief vlees.”

stoofvlees van beenslagerij Gabriels

Weekend van het stoofvlees

Het weekend van 13 en 14 januari is door VLAM aangeduid als het Weekend van het Stoofvlees, een marketingactie waarmee het een nationale culinaire trots extra in de kijker wil plaatsen. “We willen mensen samenbrengen rond de eettafel om te genieten van een lekker stukje traditie en goed gezelschap, iets wat perfect past onze bourgondische eetcultuur”, vertelt Liliane Driesen van VLAM.

De traditie van het Weekend van het Stoofvlees dateert van 2022, maar al sinds 2019 brengt VLAM het stoofvlees onder de aandacht. “We willen Belgische consumenten die vlees eten, aanmoedigen om voor lokaal geproduceerd vlees te kiezen en hen bewust maken van de herkomst ervan. We willen ook aangeven dat de kwaliteit van ons inlands rundvlees prima is en dat er vakmanschap achter schuilgaat waar we best trots op mogen zijn”, vervolgt Driesen.

Brouwers verwacht niet meteen een stormloop voor stoofvleesbestellingen, maar geeft aan dat de Belgische specialiteit een veel gevraagd product is in de winkel. Vooral het bereide stoofvlees, dat in de hoeveslagerij wordt bereid, gaat als warme broodjes over de toonbank. “Het maken van stoofvlees is toch erg tijdrovend, waardoor veel mensen ook kiezen voor de bereide versie”, vertelt de beenhouwer-boerin die de promotieacties van VLAM zeker kan waarderen. “Vooral de fiches met gerechten doen het goed. Het zet consumenten aan om zelf te koken en daar moeten wij het als korteketenverkopers van hebben.”

Week van de steak-friet: Landbouw- en horecafamilie brengt biefstuk van wei tot bord
Uitgelicht
Zwarte peper, gele frietjes en een stukje rood vlees: Belgischer kan een gerecht niet worden dan de steak friet. Traditiegetrouw staat de tweede week van oktober helemaal in h...
6 oktober 2023 Lees meer

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek