nieuws

IBR-crisis in Vlaanderen: “Dringend gezamenlijke actie nodig”

nieuws

De IBR-problematiek bij rundvee in Vlaanderen neemt opnieuw zorgwekkende proporties aan. In 2025 zijn al 42 nieuwe inslepen en haarden van deze besmettelijke virale ziekte vastgesteld, een recordaantal. Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) waarschuwt dat “snelle en gecoördineerde actie” nodig is om de controle te herwinnen, de handel veilig te houden en economische schade te beperken.

Vandaag Joris Rigo

Om dat te realiseren stelt DGZ een uitgebreid actieplan voor om de IBR-situatie in ons land opnieuw onder controle te brengen. Eén van de eerste stappen is de oprichting van een gemandateerde IBR-crisiscel, samengesteld uit vertegenwoordigers van de FOD Volksgezondheid, FAVV, Arsia en DGZ. Deze cel zou de bevoegdheid moeten krijgen om binnen de bestaande wetgeving maatregelen te nemen of noodreglementering voor te stellen. Daarnaast moet ze ook risicogebiedenkunnen bepalen, tijdelijke standstills van dierbewegingen kunnen invoeren en het systematisch testen binnen de afgebakende zones kunnen coördineren.

Preventieve maatregelen

"Parallel aan de crisiscel worden preventieve acties opgezet om verdere verspreiding van het virus te voorkomen. Zo wordt de handel in risicogebieden tijdelijk beperkt en krijgen veehouders het dringende advies om geen dieren naar prijskampen of jaarmarkten te brengen", zo adviseert DGZ. Daarnaast wil het dat het FAVV gerichte controles zal uitvoeren op markten, handelstallen en verzamelcentra. "Bij overtredingen moeten tijdelijke blokkeringen en bijkomende maatregelen kunnen worden opgelegd aldus het DGZ-actieplan.

Aanpak van bronbesmetting

Het vraagt ook dat afmestbedrijven volledig worden gescreend om hun infectiestatus te bepalen, zodat besmette bedrijven onmiddellijk geïdentificeerd kunnen worden. "Voor gekende IBR-dragers vragen we een beperkte afmesttermijn, enkel na een risicoanalyse ter plaatse door het FAVV. Ook moeten diertransporten worden verzegeld zolang de dieren niet aantoonbaar vrij zijn van IBR en we willen dat er een tweede aankooponderzoek komt zolang handel niet veilig kan verlopen."

DGZ wil ook dat veehouders en dierenartsen worden aangespoord om verdachte symptomen en sterfgevallen onmiddellijk te melden, zodat tijdige monstername en uitgebreide diagnostiek mogelijk zijn. Dat moet ook mogelijk zijn bij routineonderzoeken naar ademhalingsproblemen of abortusgevallen.

Veilig transport en traceerbaarheid

Een veiligere transportketen is volgens DGZ essentieel om nieuwe besmettingen te voorkomen. Daarom wordt voorgesteld om voorlopig enkel directe één-op-ééntransporten toe te staan. “Als een tussenstop onvermijdelijk is, moet een sluitende realtime tracering aantonen dat dieren niet in contact kwamen met runderen van een lager statuut,” aldus DGZ.

Geïmporteerde dieren moeten bovendien op hun eerste locatie in quarantaine blijven tot een gunstig aankooponderzoek bevestigt dat ze vrij zijn van IBR. Tegelijk vraagt DGZ een striktere handhaving van de verplichte registratie van runderbewegingen, bij voorkeur realtime en digitaal, in overleg met de handelssector. "Een aankopende veehouder moet op elk moment toegang hebben tot de volledige historiek van het verhandelde dier", meent de organisatie.

Op locaties waar meerdere beslagen of operatoren actief zijn, vraagt DGZ een strikte epidemiologische scheiding. Bij contacten tussen dieren met verschillende gezondheidsstatussen moet onmiddellijk worden ingegrepen, aldus het crisisplan. Daarnaast benadrukt DGZ het belang van volledige reiniging en ontsmetting van vervoersmiddelen en naleving van bioveiligheidsmaatregelen door iedereen die betrokken is bij het vervoer van runderen.

Door samen verantwoordelijkheid te nemen, kunnen we verdere verspreiding voorkomen en het vertrouwen in de Vlaamse rundveesector behouden

Dierengezondheidszorg Vlaanderen

Bioveiligheid en samenwerking

Naast technische maatregelen wil DGZ ook inzetten op bewustwording. Bezoekers van rundveebedrijven moeten geregistreerd worden en bioveiligheid moet uitgroeien tot een vaste praktijk in de sector.

Tot slot onderstreept DGZ dat samenwerking cruciaal is om de IBR-crisis te bezweren. “Elke veehouder die getroffen wordt door IBR is een slachtoffer en verdient economische en psychologische ondersteuning,” klinkt het. “Door samen verantwoordelijkheid te nemen, kunnen we verdere verspreiding voorkomen en het vertrouwen in de Vlaamse rundveesector behouden.”

Meer tijd voor IBR-aanpak: vrij statuut pas in 2030 aangevraagd
Uitgelicht
Federaal minister van Landbouw David Clarinval (MR) geeft rundveehouders extra tijd in de strijd tegen het runderherpesvirus IBR. De aanvraag voor het IBR-vrije statuut wordt...
9 mei 2025 Lees meer

Bron: DGZ

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek