34% van Vlaamse economie is biogebaseerd en aandeel groeit snel

De vergroening van de Vlaamse economie versnelt. In 2020 was 34 procent van de Vlaamse economie (exclusief diensten) gebaseerd op niet-fossiele grondstoffen. “Met het beleidsplan bio-economie zetten we volop in op die biogebaseerde economie waarin biomassa en niet fossiele grondstoffen gebruikt worden om producten te maken”, aldus Vlaams minister van Landbouw en Economie Jo Brouns (cd&v) “Veel landbouwers zijn op zoek naar alternatieve verdienmodellen en zijn bereid om te experimenteren met nieuwe teelten die de biomassa opleveren die de industrie nodig heeft om af te stappen van fossiele grondstoffen.”

2 november 2023  – Laatst bijgewerkt om 2 november 2023 15:26 Jozefien Verstraete
Lees meer over:

De totale biogebaseerde economie groeide op vijf jaar tijd drie keer zo snel (+21%) als de klassieke, fysieke economie (+6%). De farmaceutische industrie is koploper in Vlaanderen met een aandeel biogebaseerde economie dat in 2020 al bijna 50 procent bedraagt. Ook de groene chemie groeit sterk (+24%). Dat maakte minister Brouns bekend, samen met de B2BE Facilitator en het Instituut voor landbouw-, visserij- en voedingsonderzoek (ILVO) op een landbouwbedrijf in het Waalse Lessen, tijdens een oogst van de aromatische angelicawortel.

Het landbouwbedrijf van Annelise Coessens pioniert al jaren met aromatische wortels. Coessens teelt angelica- en mierikswortel voor het verwerkingsbedrijf Sotecna, dat er vandaag etherische oliën uit extraheert voor de smaak- of geurindustrie, maar ook ambitie heeft richting farma. In België werd in 2022 een kleine tien hectare angelica gezaaid die dit jaar geoogst zal worden aangezien angelica een tweejarig gewas is. Het Flanders’ FOOD clusterproject Aroma-roots, met steun van VLAIO, geeft daarnaast vier Vlaamse landbouwers de kans om met aromatische gewassen te experimenteren, goed voor 6,5 hectare mierikswortel en 4,4 hectare angelicawortel die volgend jaar geoogst zal worden.

angelica wortel

Verschillende andere landbouwers kijken vanop de zijlijn mee naar de aromatische wortels, in de hoop om binnenkort zelf met de teelt aan de slag te gaan. “De grootste troef van de aromatische gewassen is de mogelijkheid tot multivalorisatie”, vertelt Stef Lauwers, een landbouwer uit Sint-Katelijne-Waver. “Uit alle plantonderdelen kunnen aroma’s geëxtraheerd worden die de basis vormen voor parfums, cosmetica, medicatie en ook voedingsmiddelen. Met de krappe winstmarges voor klassieke gewassen en het veranderende klimaat, worden we als landbouwer uitgedaagd om te zoeken naar alternatieve en diverse verdienmodellen. Bovendien zoek ik naar een rotatiegewas en de aromatische gewassen lenen zich hier perfect toe.”

Dat ook een Belgische verwerker klaarstaat om de wortels af te nemen, vormt een extra stimulans en zorgt voor inkomenszekerheid. “Tot nu voerden we het grootste deel van onze biomassa in, maar de aanvoer varieert sterk. We willen naar de toekomst meer lokale kennis en expertise ontwikkelen en verankeren”, geeft Stefaan Vandaele, CEO van Sotecna mee.

Biogebaseerd beleid

In de stijgende interesse bij afnemers en telers van het gewas ziet minister Brouns de bevestiging voor de inspanningen in het Vlaams beleid rond bio-economie. Hij wil de industrie en landbouwsector hier dan ook verder op laten inzetten. “We hebben in Vlaanderen al een sterke expertise in bio-economie opgebouwd. En door tien miljoen euro extra te investeren in onderzoek en innovatie via het Vlaams relanceplan konden we dat verder uitbouwen”, duidt Brouns. “Zo zijn we ook gestart met de B2BE Facilitator om onder andere de samenwerking tussen de farmaceutische en chemische industrie met de landbouwsector te versterken. Veel landbouwers zijn bereid om te experimenteren met nieuwe teelten die de biomassa opleveren die de industrie nodig heeft om af te stappen van fossiele grondstoffen. Zo creëren we een win-win.”

De B2BE Facilitator werd 2,5 jaar geleden opgericht om de ontwikkeling van de bio-economie in Vlaanderen te versnellen. Uit de meer dan 100 ad hoc vragen die intussen binnenliepen, blijkt dat matchmaking tussen afnemers en aanbieders van lokale grondstoffen een succes is. Niet alleen landbouwers, maar ook verwerkers willen steeds vaker aan de slag met reststromen of biomassa.

In de aanpak om bio-economie in Vlaanderen te stimuleren, werden zes werkpaden gedefinieerd volgens centrale ambities. Een voorbeeld hiervan is “Vezel 2.0”, waarin de uitbouw van vezelketens rond hennep, vlas of miscanthus voor verduurzaming van de bouw centraal staat. Een ander werkpad gaat over het ontwikkelen van bio-chemicaliën die bijdragen aan een groene Vlaamse chemie. Algemeen zou ook de beschikbaarheid van biogrondstoffen moeten verhogen. Hier moeten zowel stappen gezet worden aan de logistieke zijde, als aan de zijde van de biomassaproductie. Voor dit laatste wordt vooral gekeken naar de landbouw, het natuur-en landschapsbeheer (incl. bosbeheer) en nieuwe processen.

Bio-economiemonitor

De Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) en ILVO voeren elk jaar in opdracht van de B2BE Facilitator en het departement Economie, Wetenschap en Innovatie een economische monitoringsstudie uit van de bio-economie in Vlaanderen. In de update van dit jaar, op basis van data uit 2019 en deels 2020, is duidelijk geworden dat in termen van toegevoegde waarde, omzet en tewerkstelling is de Vlaamse voedingssector de grootste bio-economische sector is. De biogebaseerde farmaceutische sector behaalde in 2020 de hoogste toegevoegde waarde per werknemer. De grootste relatieve groei zien we in de drankensector, met een toename van de toegevoegde waarde met 50 procent tussen 2016 en 2020. Ook de sectoren landbouw, hout, biogebaseerde chemie, en rubber en bioplastics doen het goed. “De nieuwe cijfers van de bio-economiemonitor tonen aan dat het beleid werkt en dat de Vlaamse economie meer en meer gebruik maakt van biogebaseerde grondstoffen als duurzaam alternatief”, aldus Brouns.

De totale productie van plantaardige hoofdstromen door de landbouwsector bedroeg in 2019 16,6 miljoen ton, een stijging met ruim twee miljoen ton ten opzichte van 2018. De productie aan plantaardige nevenstromen en productieresiduen bleef ongeveer gelijk. Binnen de Vlaamse voedingsindustrie blijven de diervoedersector, de maalderij- en deegwarensector en de aardappelverwerking van de grootste omvang in termen van output. Volgens inschattingen produceert onze voedingsindustrie zo’n twee miljoen ton voedselreststromen, die nagenoeg allemaal gevaloriseerd worden. De belangrijkste bestemmingen van deze reststromen zijn diervoeder, dierlijke afvalverwerking en vergisting. De Vlaamse drankensector produceerde in 2019 ruim twee miljoen ton bier.

Brouns op het veld.2
Vlaamse bio-economie groeit dubbel zo snel als algemene economie
Uitgelicht
De bio-economie groeit in Vlaanderen dubbel zo snel als de algemene economie. Dat blijkt uit een studie van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO)...
25 oktober 2022 Lees meer

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek