Vlaamse bio-economie groeit dubbel zo snel als algemene economie

De bio-economie groeit in Vlaanderen dubbel zo snel als de algemene economie. Dat blijkt uit een studie van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) en de onafhankelijke onderzoeksorganisatie VITO.

25 oktober 2022  – Laatste update 25 oktober 2022 21:41

Het gaat om de eerste studie die ILVO en VITO uitvoerden in opdracht van de Vlaamse regering, in het kader van een plan om de ontwikkeling van de bio-economie te ondersteunen. Het gaat om een nulmeting waarbij de stand van zaken voor 2018 is opgemaakt, in de komende jaren volgen updates.

Wat blijkt? De bio-economische sector – dat zijn bedrijven die hernieuwbare grondstoffen of biomassa verwerken tot onder andere voeding en materialen, maar ook halffabricaten – was in 2018 goed voor een toegevoegde waarde van 14,5 miljard euro. Ten opzichte van 2014 - sindsdien houdt het federaal statistiekbureau Statbel regionale statistieken bij - gaat het om een stijging met 19 procent.

0

14.5 miljard euro toegevoegde waarde van bio-economie in 2018

0

groei ten opzichte van 2014

De bio-economie groeide daarmee sneller dan de algemene economie in Vlaanderen. Daarvan steeg de toegevoegde waarde met 15 procent tot 240,7 miljard euro. Het grootste deel daarvan komt echter van diensten. Als alleen rekening wordt gehouden met de zogenaamde "fysieke sectoren" - goed voor een toegevoegde waarde van 47,4 miljard euro (+9 procent) - ging de bio-economie er meer dan dubbel zo snel op vooruit.

Voorts blijkt uit de studie dat de land- en tuinbouw met 98 procent goed is voor bijna alle productie van biomassa in Vlaanderen. Die sector produceert op 46 procent van onze landoppervlakte 21 megaton biomassahoofdstromen waarvan de meerderheid plantaardig is (70%) en nog eens 21 megaton zogenaamde biomassanevenstromen, grotendeels onder de vorm van dierlijke mest (82%). Bosbouw, visserij en afvalverwerking leveren de overige 2 procent op.

De grootste verwerker was de voedingssector, al vallen daaronder ook soms andere activiteiten dan de productie van voeding. Zo maakt de olie-industrie niet alleen olie voor voedings- maar ook voor technische toepassingen. Na de voedingsindustrie volgt de chemie. Die gebruikt biomassa om grote volumes vetzuren, meststoffen, bio-ethanol en biodiesel te maken. De chemische sector is evenwel nog grotendeels afhankelijk van fossiele grondstoffen en is daarom een ‘hybride’ bio-economische sector.

Keuzes maken

De vraag naar biomassa overstijgt het aanbod ruim in Vlaanderen. Het is daarom belangrijk dat bewust wordt gekozen voor welke toepassingen biomassa wordt ingezet, benadrukken de onderzoekers. Er  kan bijvoorbeeld worden ingezet op gesloten materialenkringlopen, zodat 'nieuwe' biomassa zo lang mogelijk mee kan gaan door hergebruik, of op het "cascadeprincipe". Daarbij wordt prioriteit gegeven aan voeding voor mensen, vervolgens aan dierenvoeder en tot slot aan energieproductie.

"In realiteit zie je op de vrije markt echter de economische logica spelen: de hoogste bieder wint en dat is niet noodzakelijk de duurzaamste", zegt VITO-onderzoeker Dieter Cuypers. "Elk project moet kritisch en met systemische bril geëvalueerd worden, zodat investeringen in de bio-economie effectief bijdragen tot een duurzamere wereld."

Zo zitten biobrandstof en bioplastics in de lift. "Maar vanuit het oogpunt van de biomassa zijn dat niet de interessantste toepassingen", aldus Cuypers. "Biomassa is een ruim begrip en bevat chemisch bekeken een rijkdom aan interessante atomen. Je hebt koolstof maar ook onder andere eiwit, fosfor en stikstof. Het is zonde om die rijkdom te reduceren tot koolstofatomen voor biobrandstof en -plastics."

De Vlaamse regering wil met haar beleidsplan de bio-economie en de "technische knowhow" in de sectoren versterken, benadrukt Vlaams minister van Economie Jo Brouns (cd&v). Hij heeft het over "een echte win-winsituatie" voor de economie en de maatschappij. “De transitie naar een duurzame en biogebaseerde economie is van essentieel belang. Zo vermijden we afval en fossiele grondstoffen terwijl we de waardevolle componenten uit organisch materiaal omzetten in materialen, voedingsmiddelen, geneesmiddelen, enz.”

Raadpleeg het rapport.

Bron: Eigen verslaggeving / Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek