Boerderijklassen op de Vierhoekhoeve gered, maar toekomst blijft onzeker door stikstofbeleid
ReportageVlaams minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v) heeft donderdag tijdens een bezoek aan de Vierhoekhoeve in het Oost-Vlaamse Gijzenzele aangekondigd dat de subsidie van 60.000 euro voor de Boerderijklassen wordt verlengd. Dit bedrag is essentieel voor het voortbestaan van het educatieve programma dat jaarlijks duizenden lagere schoolkinderen laat kennismaken met het boerenleven. Ondanks de financiële steun blijft de toekomst van het melkveebedrijf onzeker door de stikstofproblematiek en complexe vergunningskwesties.
Boerderijklassen: leren met hoofd, handen en hart
De Vierhoekhoeve organiseert al sinds de jaren 1980 Boerderijklassen, waarbij leerlingen een week op de boerderij verblijven en kennismaken met het landbouwleven. Ze ontdekken waar hun voedsel vandaan komt en leren het belang van de korte keten. “Vraag een tienjarige waarvan macaroni gemaakt is, en met wat geluk krijg je als antwoord: ‘van kaas en hesp’. Maar dat pasta van graan wordt gemaakt, weten ze vaak niet. Dat is schrijnend”, vertelt uitbaatster Hilde De Sutter.
Een meerdaags bezoek laat kinderen ervaren dat het werk van een boer nooit stopt. “Het is niet zo romantisch als sommigen denken. Koeien melken om 8 uur ’s ochtends blijkt toch intensiever dan verwacht. En de geur op de boerderij is voor velen even wennen. Maar zodra ze de gezonde boerenlucht omarmen, willen ze vaak niet meer weg. De boerderij is een plek waar ze tot rust komen. Hier werken ze met hun handen, maar ook met hun hart”, aldus De Sutter. Naast educatie heeft een verblijf op de boerderij ook een welzijnsaspect: kinderen leren samenwerken, spelen samen en ontsnappen even aan de dagelijkse drukte.
Het programma is een essentieel onderdeel van de verbreding van de Vierhoekhoeve, die naast landbouweducatie ook een hoevewinkel, ijs- en kaasmakerij, imkerij, zorgboerderij, boerderijkampen en een eventlocatie omvat. De kaasmakerij, waar met rauwe melk wordt gewerkt, is bijzonder: slechts zeven producenten in Vlaanderen doen dit nog. Ook gepersonaliseerde kazen en bierkazen behoren tot hun specialiteiten.
Subsidie cruciaal voor voortbestaan
Jaarlijks nemen zo’n 3.500 kinderen van een zestigtal scholen deel aan de Boerderijklassen. “Door de maximumfactuur in het lager onderwijs wordt er al snel bespaard op landbouweducatie. Zonder deze subsidie wordt het programma te duur en zouden veel scholen een korter verblijf boeken of het helemaal schrappen”, klinkt het. De Sutter wijst erop dat de boerderij alles organiseert: van overnachtingen en maaltijden tot workshops en excursies naar andere landbouwbedrijven in de buurt. “Op die manier ontzorgen we de leerkrachten, maar hier hangt natuurlijk een stevig prijskaartje aan vast. Zelfs mét de subsidie draaien we amper break-even.” Pittig detail: de subsidie wordt al elke legislatuur van de Vlaamse regering vernieuwd sinds Yves Leterme landbouwminister was. Oorspronkelijk bedroeg ze 100.000 euro, maar later werd dat bedrag bijgesteld naar 60.000 euro.
Minister Brouns benadrukte tijdens zijn bezoek het belang van landbouweducatie: “Willen we landbouweducatie levend houden, dan moeten we die financieel ondersteunen. Voedselautonomie is strategisch belangrijk, en we moeten onze jonge generaties leren waar hun voedsel vandaan komt. Hier ervaren kinderen dat melk van de koe komt en niet uit een verpakking. Dit soort initiatieven draagt bovendien bij aan de waardering voor de landbouwsector, die het vandaag niet makkelijk heeft.”
Toekomst onzeker door stikstofregels
Ondanks de verlengde subsidie blijft de toekomst van de Vierhoekhoeve onzeker. De melkveehouders willen uitbreiden en kochten een oud klooster aan de overkant van de straat om hun droom van een volledig circulair landbouwbedrijf met een nieuwe melkstal te realiseren. “Een melkveebedrijf van de toekomst”, zegt De Sutter. “Zo kunnen we onze maatschappelijke rol verder versterken en een ankerpunt voor landbouw worden. Prognoses tonen aan dat 65 procent van de landbouwers de komende 15 jaar stopt. Wij blijven, met een boerderij waar beleving centraal staat en waar iedereen welkom is.”
Toch gooit het stikstofdossier ook hier roet in het eten. De huidige melkveestal dateert uit de jaren 1980 en voldoet niet aan de nieuwste normen. De vergunning loopt af in 2027, en investeringen in modernisering zijn noodzakelijk. Maar door de onzekerheid slaan de twijfels toe. “Een nieuwe stal kost al snel 1,8 miljoen euro. Mochten we tien jaar jonger zijn, zouden we het meteen doen. Maar adviseurs raden ons aan om nog even te wachten en enkele kleinere verbeteringen door te voeren om 2030 te halen.” Tegen dan zou de vijfde generatie het bedrijf verderzetten. Met VLIF-steun voor jonge boeren wordt het vernieuwingsproject wellicht wel haalbaar.
Minister Brouns erkent de uitdagingen van het stikstofbeleid: “De vergunningenproblematiek raakt ook dit bedrijf, ondanks zijn educatieve waarde. Er moet rechtszekerheid komen. We moeten evolueren van een depositiebeleid naar een emissiegericht beleid. Bedrijven moeten verantwoordelijkheid nemen voor hun uitstoot, maar niet afgerekend worden op depositie kilometers verderop.”
