Factcheck

FACTCHECK: Staat de uitstoot van Ineos gelijk aan de uitstoot van 55 grote moderne braadkippenstallen?

Factcheck

Sinds de vernietiging van de omgevingsvergunning van Ineos circuleert een berekening op het internet die beweert dat de uitstoot van de nieuwe Ineos-ethaankraker overeenkomt met de uitstoot van 55 grote moderne braadkippenstallen. VILT besluit dat de bewering op vlak van stikstofuitstoot correct is, maar men geen conclusies kan trekken over de impact van de stikstofuitstoot.

27 augustus 2023  – Laatst bijgewerkt om 27 augustus 2023 21:39
Ineos_Ineos

Het maken van vergelijkingen tussen Ineos en landbouwbedrijven is niet nieuw. Hierover ontstond vorig jaar reeds een debat nadat Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) in Terzake beweerde dat de stikstofuitstoot van de nieuwe Ineosfabriek in de Antwerpse haven lager zou liggen dan die van een groot landbouwbedrijf. VRT NWS besloot in een factcheck dat deze uitspraak niet volledig leek te kloppen.

NH3 en NOx onder dezelfde noemer plaatsen

In tegenstelling tot landbouwbedrijven die vaak enkel ammoniak (NH3) uitstoten, stoot de Ineosfabriek zowel ammoniak (NH3) als stikstofoxiden (NOx) uit. En als men de vergelijking tussen industrie en landbouw wil maken op vlak van stikstofuitstoot, moeten ook de stikstofoxiden betrokken worden in de vergelijking. Dat stelde Wouter Lefebvre van het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek (VITO) vorig jaar nog. Daarom moet zowel ammoniak als stikstofoxiden herleid worden naar eenzelfde eenheid: reactieve stikstof of ‘stikstofuitstoot’.

Emissie versus depositie

Door een rekensleutel kan je de massa van stikstofemissies van ammoniak en stikstofoxiden gemakkelijk vergelijken. Maar daarna stopt de vergelijking. Want eens NH3 en NOx uitgestoten zijn, gedragen ze zich elk anders waardoor de twee emissiesoorten een andere impact hebben op de natuur. Zo verschillen ze onder meer op vlak van depositie en schadelijkheid voor de natuur.

Met andere woorden, je kan de emissies van industrie en landbouw vergelijken door ze te herleiden naar eenzelfde eenheid maar de effecten op de natuur hiervan kan je niet zomaar vergelijken. Om dit te willen doen, kan de impactscores gebruikt worden. Al is dat ook niet zo zwart-wit. Dat onderzocht VILT eerder al dit jaar.

Factcheck

De berekening die online circuleert kan je onderaan het artikel vinden. In het voorbeeld van de braadkippen is de berekening correct uitgevoerd. Het klopt dat de nieuwe Ineosinstallatie een jaarlijkse uitstoot zou kennen van 18 ton ammoniak (NH3) en 167 ton stikstofoxide (NOx). Dit staat zo geschreven in het milieu-effectenrapport (MER) dat ontwikkeld werd over het Ineosproject. Om deze NH3- en NOx-uitstoot om te zetten naar stikstofuitstoot of reactieve stikstof wordt een vaste rekensleutel gebruikt.

Rekensleutel uitgelegd

Om de rekensleutel te ontleden gaan we te rade bij de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO).  “Ammoniak (NH3) is een verbinding van stikstof (N) en waterstof (H). Als je één kilogram ammoniak hebt, wil dat zeggen dat de combinatie van de waterstofmassa en de stikstofmassa samen één kilogram vormt”, legt Wouter Lefebvre, specialist luchtkwaliteit bij VITO, uit. “Maar de waterstof in ammoniak die in de omgeving terechtkomt, speelt geen rol. Daarom hebben we de rekensleutel nodig. Deze haalt het percentage van de eigenlijke stikstof uit de kilogram ammoniak. De rekensleutel om de stikstofemissies te kennen van ammoniak,  vermenigvuldigt ammoniak met 14 en een deelt het daarna door 17.”

“Voor NOx is het ietsje anders”, gaat Lefebvre verder. “Stikstofoxiden hebben geen waterstof maar zuurstof (O) en zuurstof is veel zwaarder dan waterstof, daarom wordt in deze rekensleutel NOx vermenigvuldigd met 14 om daarna te delen door 46.” Hierbij benadrukt de VITO-onderzoeker dat “het enige wat de rekensleutel dus doet, is kijken hoeveel stikstof er in een massa ammoniak en stikstofoxiden zit. Het houdt nergens rekening hoeveel stikstof dan ook neerslaat in de omgeving.”

“Gemiddeld kan wel gezegd worden dat de maximale lokale stikstofbijdrage van een ammoniakbron hoger is dan eenzelfde NOx-bron, die na de toepassing van de rekensleutel dezelfde emissies vertonen”, geeft Lefebvre nog mee.

Als we deze rekensleutel toepassen bij de nieuwe Ineoinstallatie komt de jaarlijkse stikstofuitstoot ervan neer op 51 ton via stikstofoxiden en 15 ton via ammoniak. De totale stikstofuitstoot van de Ineosinstallatie bedraagt dus ongeveer 66 ton.

Om te vergelijken hoeveel braadkippen evenveel reactieve stikstof produceren, wordt de rekenformule van NH3 als volgt omgevormd: aantal reactieve stikstof vermenigvuldigen met 17 en een deling door 14, dan bekom je het aantal NH3. Door de vorige berekening weten we al dat de Ineosinstallatie gelijkstaat aan 66 ton reactieve N. Zo komen we op de volgende berekening: 66 x 17/ 14 = 80 ton NH3. De volledige stikstofuitstoot van de Ineosinstallatie komt dus overeen met een veebedrijf met een uitstoot van 80 ton ammoniak.

Nu moet nog berekend worden hoeveel braadkippen samen er 80 ton ammoniak uitstoten. De uitstoot van een slachtkuiken in een gewone traditionele stal is 0,08 kg NH3 per dierplaats, per jaar. Volgens de voorlopige stikstofplannen moet de pluimveehouderij 60 procent van zijn uitstoot reduceren om te mogen voortwerken na 2030. Dit komt neer op 0,032 kg NH3 per dierplaats per jaar. Als we 0,032 kg NH3 introduceren in de vergelijking met Ineos wil dit zeggen dat een emissie van 80 ton ammoniak uit een AEA-stal neerkomt op 2.500.000 braadkippen (80.000 kg NH3/ 0,032 kg NH3).

In de volgende stap wordt berekend dat er 55 grote moderne braadkippenstallen nodig zijn om 2.500.000 braadkippen te huisvesten. Dit wil zeggen dat er 45.000 braadkippen per stal zitten. Dit is voor interpretatie vatbaar. In 2018 werd het begrip megastal door De Standaard inderdaad gebruikt voor klasse 1-bedrijven die 40.000 kippen per stal hebben. Up-to-date data over het gemiddeld aantal braadkippen per stal in Vlaanderen is er niet. Het gegeven van 45.000 braadkippen per stal kan dus niet gestaafd worden met cijfers, maar is wel geverifieerd geweest door Landsbond Pluimvee, de beroepsorganisatie voor de pluimveesector die actief is in de vijf Vlaamse provincies.

Als eindconclusie kan dus gezegd worden dat de Ineosinstallatie in massa evenveel stikstof uitstoot als gemiddeld 55 Vlaamse pluimveestallen. Maar er kan niet geconcludeerd worden dat de impact van de stikstofuitstoot van Ineos op de omgeving hetzelfde is als de uitstootimpact van 55 pluimveestallen.


Vergelijking uitstoot Ineos met pluimveebedrijf

Bron: Eigen berichtgeving, VRT NWS

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek