Stikstof is stikstof: klopt dat?

De onderhandelingen over het stikstofdossier zijn nog steeds volop aan de gang. Dat er deze week wordt geland, is niet uitgesloten. Toch is het water tussen de regeringspartijen nog steeds diep. De discriminatie tussen landbouw en industrie in het voorliggende voorstel lijkt op dit moment één van de grootste struikelblokken. Cd&v wil die ongelijke behandeling van landbouw en industrie weg, N-VA ziet het als een fundament van het akkoord waar niet aan getornd kan worden. Maar is stikstof uit landbouw hetzelfde als stikstof uit industrie?

14 februari 2023  – Laatst bijgewerkt om 15 februari 2023 8:36
Lees meer over:
havenantwerpen-industrie-1280

Grootste twistpunt

Bijna meteen nadat de contouren van het stikstofakkoord dat de Vlaamse regering rond deze periode vorig jaar afsloot, duidelijk werden, lieten de landbouworganisaties verstaan dat het onderscheid dat gemaakt wordt tussen landbouw en industrie volgens hen niet houdbaar is. “Stikstof is stikstof”, klonk het. “De natuur maakt geen onderscheid tussen ammoniak dat vooral door de veehouderij wordt uitgestoten en tussen stikstofoxiden die in de industrie vrijkomen.”

Het onderscheid tussen ammoniak en stikstofoxiden in de vergunningsregels, onderdeel van het aangepaste plan dat nu voorligt, vormt dan ook één van de belangrijkste twistpunten. “Het onderscheid is niet langer houdbaar”, klinkt het ook in de entourage van viceminister-president Hilde Crevits (cd&v) die als toenmalig minister van Landbouw het vorige stikstofakkoord goedkeurde. “De 20.000 bezwaren zijn geen vodje papier. Ze tonen aan dat de kloof tussen landbouw en industrie veel te groot is”, zo luidt het in De Tijd.

Ze zit daarmee op de lijn die landbouwminister Jo Brouns (cd&v) en haar partijvoorzitter Sammy Mahdi al een tijdje aanhouden. Zij vrezen dat de ongelijkheid de basis zal vormen voor een vernietiging van het stikstofbeleid in de rechtbank. Iets wat ook nadelig zou zijn voor de industrie, luidt het. “De modellen houden er al rekening mee dat de landbouwuitstoot een sterkere impact heeft op natuur. Dat de sector daarbovenop een strengere drempel krijgt, is een dubbele straf. Dat is fundamenteel voor ons”, aldus cd&v.

Volgens omgevingsminister Zuhal Demir (N-VA) is dat onderscheid wel te verantwoorden omdat de stikstofimpact van de industrie volgens haar een stuk lager is en de voorbije jaren sterker daalde dan die van de landbouw. In De Tijd laat ze weten dat het onderscheid het fundament vormt van het akkoord. “De stikstofuitstoot van de landbouw moet eerst fors zakken voor er weer ruimte is voor soepelere vergunningen”, stelt ze. De minister benadrukt ook telkens dat wanneer dit fundament wordt onderuitgehaald, het hele administratieve proces, inclusief openbaar onderzoek, van voor af aan moet beginnen.

David De Pue (ILVO): “Geen eenduidig verhaal”

Maar hoe zit het nu eigenlijk? Is stikstof stikstof of is het onderscheid tussen ammoniak en stikstofoxiden toch te rechtvaardigen? Voor David De Pue, onderzoeker bij het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), is het geen eenduidig verhaal. “Puur chemisch gaat de stelling ‘stikstof is stikstof’ natuurlijk niet op. NH3 (ammoniak) en NOx (stikstofoxiden) zijn verschillende moleculen, met verschillende eigenschappen”, klinkt het. De Pue wijst erop dat we van O2 en CO ook niet zeggen: ‘zuurstof is zuurstof’. Beide bevatten dan wel het element zuurstof, maar de ene stof is dodelijk giftig.

Terug naar de stikstofproblematiek. “Als we kijken naar de stikstofdepositie, dan is het natuurlijk wel zo dat we die berekenen door gewoon de stikstof uit ammoniak/ammonium en de stikstof uit NOx/nitraat/nitriet bij elkaar op te tellen. De kritische depositiewaarden die bepalen hoeveel stikstofneerslag een natuurgebied kan verdragen, maken voorlopig ook geen onderscheid. In die zin hebben landbouworganisaties dus wel een punt”, verduidelijkt De Pue.

De onderzoeker wijst evenwel ook op een recente adviesnota van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). “Uit ecologisch onderzoek blijkt dat de effecten van depositie toch wel verschillen naar gelang de stof die neerslaat”, legt hij uit. “Maar we mogen ook niet uit het oog verliezen dat het verschillende gedrag naar verspreiding en depositie van NH3 en NOx al vervat zit in de modellen. In die zin zal een bron die ammoniakale stikstof uitstoot sneller een hoge impactscore hebben dan een bron die evenveel stikstof uit NOx uitstoot op exact dezelfde locatie.”

Alleszins ziet De Pue dat op het moment dat Demir haar ministeriële instructie voorstelde, het verschil in significantiekader vooral werd beargumenteerd vanuit een verschil in emissiedaling tussen NH3 en NOx, en een verschil in risico op cumulatie: bij NH3 maken ‘vele kleintjes sneller één groot’. “Dat recente advies van INBO heeft de minister nog extra munitie gegeven om het onderscheid tussen beide nog verder aan te houden”, besluit de ILVO-onderzoeker.

Pro’s en contra’s op een rij

Stikstof is stikstof:

  • De KDW, en dus de beoordeling van de impact van stikstofdepositie op natuur, maakt geen onderscheid tussen stikstof afkomstig van ammoniak en stikstof afkomstig van stikstofoxiden.

  • De modellen nemen het verschillende verspreidings- en depositiegedrag van NH3 en NOx al mee, wat dus ook verrekend is in de impactscore.

NH3 is geen NOx:

  • De emissies van NOx zijn sterker gedaald dan die van NH3 de voorbije decennia.

  • Er zijn aanwijzingen dat ammoniak toch schadelijker is dan NOx.

“Ammoniak gedraagt zich net zoals NOx”
Uitgelicht
Ammoniak gedraagt zich anders dan over het algemeen wordt aangenomen. Uit de voorlopige resultaten van een Nederlands onderzoek blijkt dat slechts een klein deel van de ammoni...
6 januari 2023 Lees meer

Johan Martens (KULeuven): “Modellen nemen dit mee”

KULeuven-professor Johan Martens, divisiehoofd van de divisie Katalyse aan de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, legt op zijn beurt uit dat er twee soorten stikstofverbindingen die in dit verhaal relevant zijn: gereduceerde stikstof (NHy) en geoxideerde stikstof (NOx). Deze stikstofverbindingen bevatten elk een andere hoeveelheid stikstof. “Eén kilo gereduceerde stikstof (NHy) bevat namelijk zo’n twee tot drie keer meer stikstof dan één kilo geoxideerde stikstof (NOx).”

Hij wijst erop dat het die stikstof is die schadelijk kan zijn voor natuur. “Als je weet dat één kilogram gereduceerde stikstof (NHy) zoveel meer stikstof bevat dan één kilo geoxideerde stikstof (NOx), dan is de conclusie van de INBO-studie dat de neerslag van een hoeveelheid NH3 meer bijdraagt aan natuurschade dan die van eenzelfde hoeveelheid NOx, een logische conclusie die niemand in twijfel trekt.

In onze vergunningverlening kijkt men echter niet naar de hoeveelheid geoxideerde of gereduceerde stikstof, maar wel naar de hoeveelheid stikstof die neerslaat. “Een logische stap”, zegt opnieuw professor Martens. “Alle vormen van stikstof omrekenen naar kilo stikstof is wetenschappelijk de meest correcte benadering wanneer je verschillende verbindingen met elkaar vergelijkt. Bovendien wordt ook de toegelaten impact op natuur uitgedrukt in kilogram stikstof, en niet in kilo geoxideerde of gereduceerde stikstof”.

De modellen die in het vergunningentraject gebruikt worden, rekenen daarom de uitstoot van geoxideerde of gereduceerde stikstof om naar de hoeveelheid stikstof die neerslaat op een bepaalde plek, zo beweert de KULeuven-prof. “Die hoeveelheid stikstofneerslag wordt gebruikt om de bijdrage van een project aan de impact op natuur in te kunnen schatten. Bij die inschatting is een kilo stikstof een kilo stikstof, ongeacht van waar hij ooit afkomstig was. Aangezien er geen wetenschappelijk of ecologisch verschil in impact aangetoond is tussen stikstofneerslag afkomstig van de ene of van de andere verbinding, kan je een verschillende behandeling van uitstootbronnen in de vergunningverlening dus ook niet te verantwoorden. Stikstof is dan stikstof”, zo benadrukt Martens.

Een voorbeeld ter verduidelijking

Dezelfde redenering kan je opbouwen met andere schadelijke stoffen, bijvoorbeeld met cafeïne. We weten dat cafeïne niet erg gezond is. Een gezonde volwassene mag dagelijks maximaal zo’n 320 mg cafeïne binnenkrijgen. Cafeïne kan je zowel terugvinden in koffie als in thee, maar in koffie zit zo’n vier keer meer cafeïne dan in thee.

Het is dus logisch dat één liter koffie meer schade kan aanbrengen dan één liter thee. Hoeveel schade er echter wordt toegebracht, hangt er echter niet vanaf van of je koffie of thee drinkt (van de bron), maar wel hoeveel je ervan drinkt en hoeveel cafeïne je dus binnenkrijgt. Als je enorm veel theedrinkt en daardoor pakweg 700 mg cafeïne per dag binnenkrijgt is dat even schadelijk dan wanneer je diezelfde hoeveelheid binnenkrijgt via koffie (ook al moet je daar minder koffie voor drinken). Cafeïne is cafeïne, ongeacht van of hij nu afkomstig is van koffie of van thee.

Bron: Eigen berichtgeving / De Tijd

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek