Europees Parlement afkerig van gelijmd stukje vlees

Het Europees Parlement heeft de toelating van trombine als levensmiddelenadditief weggestemd. Trombine, beter gekend als ‘vleeslijm’, is een enzym afkomstig uit varkens- of rundsvlees, dat gebruikt wordt om kleine stukken vlees samen te voegen tot één groot stuk. Volgens het parlement kan vleeslijm de consument misleiden wat de grootte van een stuk vlees betreft en is er geen duidelijk voordeel voor de consument.

De Europese Commissie had voorgesteld om trombine aan een lijst met goedgekeurde additieven toe te voegen. Volgens het Commissievoorstel moesten met trombine aan elkaar ‘gelijmde’ vleesproducten van een etiket worden voorzien en mogen ze niet in restaurants worden toegelaten.

Commissaris voor Gezondheid John Dalli argumenteerde dat minder gegoede consumenten door het toelaten van trombine toegang zouden hebben tot minder dure producten, samengesteld uit vlees van lagere kwaliteit.

Een nipte meerderheid in het Europees parlement besliste echter om het voorstel tegen te houden door een resolutie van de milieucommissie te steunen. De europarlementsleden verklaarden dat dergelijke vleesproducten een onacceptabel hoog risico op consumentenmisleiding met zich meebrengen.

Volgens het parlement zou vleeslijm de consument op het verkeerde been kunnen zetten wat betreft de natuurlijke grootte van stukken vlees en is er geen duidelijk voordeel aan verbonden. Het Europees Parlement wees ook op een verhoogd risico op bacteriële infecties in de door middel van trombine ‘gelijmde’ vleesproducten, door het grotere oppervlakte dat geïnfecteerd kan worden en het koude bindproces dat wordt gebruikt.

Door de verwerping van het commissievoorstel blijven de nationale autoriteiten van de lidstaten bevoegd voor het al dan niet toelaten van trombine in voedingsmiddelen. Het Commissievoorstel was een stap naar de toelating van vleeslijm in allé lidstaten. Door de erkenning van trombine als levensmiddelenadditief zou het immers aan de EU-wetgeving moeten voldoen. Daarin wordt bepaald dat levensmiddelenadditieven alleen in de EU zijn toegelaten als ze consumenten voordelen bieden en geen misleiding veroorzaken.