EU vergroot de onderhandelingsmacht van melkveehouders
nieuwsProducentenorganisaties krijgen de mogelijkheid te onderhandelen over de prijzen voor rauwe melk. Zo moeten de melkveehouders die ze vertegenwoordigen een eerlijkere prijs krijgen voor hun product. Lidstaten kunnen schriftelijke contracten tussen producenten en zuivelverwerkers verplichten. Dat is het resultaat van overleg tussen het Europees Parlement en de lidstaten.
Het debat over de melkprijs ging volop leven na de melkcrisis van 2009. Het was de bedoeling wetgeving te maken die de boeren meer onderhandelingsmacht in de zuivelketen verschaft, betere en stabielere prijzen garandeert en hen voorbereidt op het einde van de melkquota in 2015. Met hun compromis zijn de vertegenwoordigers van het Parlement en de lidstaten daar in geslaagd, vinden ze.
Het akkoord moet nog formeel bekrachtigd worden door de drie Europese instellingen. Wanneer dat vlot verloopt, dan zullen Europese landen in de loop van volgend jaar schriftelijke contracten tussen melkproducenten en zuivelverwerkers verplicht kunnen maken, en dat bij aanbeveling voor een periode van minstens zes maanden. Als een lidstaat contracten tussen melkveehouders en zuivelverwerkers verplicht, dan moeten daarin verplicht de prijs, betalingstermijnen en leveringsvoorwaarden bepaald worden.
Producentenorganisaties mogen over een melkhoeveelheid onderhandelen die maximaal één derde van de totale melkproductie van een lidstaat uitmaakt en niet meer is dan 3,5 procent van de Europese productie. Een uitzondering op de mededingingsregels maakt deze krachtenbundeling van melkveehouders mogelijk.
Indien de melkveehouder zijn melk levert aan een coöperatie, dan moet de relatie tussen beide niet vastgelegd worden in een contract indien de statuten van de coöperatieve zuivelfirma gelijkaardige voordelen garanderen aan de boeren als de voorgeschreven contracten.
Producenten van kazen die gepromoot worden via de Europese erkenning voor streekproducten zullen in de toekomst beter beschermd worden door een systeem van aanbodbeheersing dat de lidstaten kunnen invoeren. Opdat de producenten achter deze maatregel zouden staan, moet een grote meerderheid van de kaasmakers er mee instemmen. De EU wil tevens vermijden dat kleinschalige produceten de dupe worden van de regeling of dat de werking van de interne markt geschaad wordt
EU-commissaris voor Landbouw Dacian Ciolos reageert opgetogen over het akkoord tussen de Raad en het Europees Parlement. "De nieuwe richtlijn voor de zuivelsector zal marktinstrumenten vervangen die de zuivelcrisis in 2009 niet konden verhinderen", verklaart Ciolos. Hij is overtuigd dat producentenorganisaties niet alleen de marktmacht van de melkveehouders kunnen versterken, maar tevens een belangrijke rol kunnen spelen inzake productpromotie, markttransparantie, onderzoek en innovatie.
Ook de Europese landbouwkoepel Copa-Cogeca gelooft dat contracten tussen melkveehouders en zuivelfirma's de positie van de landbouwer in de zuivelketen kunnen versterken. "Coöperaties spelen hierin een cruciale rol zodat het belangrijk is dat zij niet in hun groei belemmerd worden door de Europese mededingingsregels." Op dat vlak is nu vooruitgang geboekt volgens Copa-Cogeca. De landbouwkoepel roept nog op om van interventie en private opslag flexibele en efficiënte marktinstrumenten te maken die beschermen tegen de volatiliteit op de wereldmarkt.
Een heel andere reactie laat de European Milk Board (EMB) optekenen. Zij gelooft niet dat de marktpositie van de melkveehouder zal verbeteren als elke lidstaat vrij is om contracten tussen producenten en verwerkers al dan niet te verplichten. Ook de beperking van de melkhoeveelheid waarover producentenorganisaties mogen onderhandelen, is EMB een doorn in het oog. De huidige drempels staan volgens de organisatie niet in verhouding tot het veel grotere marktaandeel van enkele grote zuivelverwerkers.
Bron: eigen verslaggeving/Belga