EU-parlement wil geen ban op veggieburgers en vegan worsten

De landbouwcommissie van het Europees Parlement had voorgesteld om termen als "burger" voor te behouden voor voedingsproducten die dierlijk vlees bevatten. De Europese landbouwkoepel Copa-Cogeca had daar fors voor geijverd. Onder het motto "ceci n'est pas un steak" lanceerde een aantal organisaties van veehouders begin deze maand nog een campagne om de Europarlementsleden aan te sporen benamingen te verbieden.

"Dit is een duidelijk geval van culturele kaping", zei Jean-Pierre Fleury, voorzitter van de werkgroep rundvlees van Copa- Cogeca bij de lancering. Dergelijke benamingen zaaien volgens hem "verwarring" bij consumenten. "We zijn een 'brave new world' aan het creëren waarin marketing is losgekoppeld van de echte aard van producten."

In ons land was de Landsbond der Beenhouwers sterk voorstander van zo’n verbod. “Als vlees dan toch zo slecht is, moeten die producenten van vegetarische voedingswaren er ook niet naar verwijzen. Een vegetarische boulet is geen boulet, dat is een bol groenten. Dan moeten ze dat ook zo maar noemen”, meent voorzitter Yvan Claeys. Ook landbouworganisatie ABS wou een verbod.

Met 379 stemmen voor tegenover 284 tegen heeft het Europees Parlement zich gekant tegen het voorstel om benamingen als "burger", "steak" of "worst" te verbieden voor vegetarische producten. Veggieburgers of sojasteaks mogen dus op het menu blijven staan.

Wel was een meerderheid te vinden voor een uitbreiding van het verbod om producten zonder dierlijke melk als ‘yoghurt’, ‘kaas’ en ‘room’ te presenteren. Het was al verboden termen als sojamelk of vegetarische kaas te gebruik. Dat verbod is nu uitgebreid. Ook beschrijvende termen als ‘yoghurtstijl’ zijn voortaan verboden.

De Europese consumentenkoepel Beuc prees "het gezond verstand" van de parlementsleden over veggieburgers, maar betreurde het verbod op zuivelverwijzingen. "De consumenten worden op geen enkele manier in de war gebracht wanneer de vegetarische of veganistische aard van producten duidelijk wordt aangegeven", reageerde voedingsexperte Camille Perrin van het Beuc.

Ook het Ethisch Vegetarisch Alternatief (EVA) is tevreden met de beslissing over vleesbenamingen. “De vraag om een verbod was totaal absurd omdat er van verwarring bij de consument geen sprake is. Zo’n ban zou alleen maar tot gevolg hebben dat de evolutie naar meer plantaardige producten zou vertragen en zo de gezondheids- en klimaatdoelstellingen van de EU in gevaar brengen”, aldus Nena Baeyens van EVA. Net als Beuc betreurt ze dat “het parlement voor zulke verregaande en schadelijke beperkingen op plantaardige alternatieven  voor zuivelproducten” stemde.

Volgens ramingen van marktonderzoeker Euromonitor is de Europese markt voor "vleesvervangers" de voorbije vijf jaar quasi verdubbeld tot ruim 1,9 miljard euro.