Zijn vegan worsten of veggieburgers binnenkort verleden tijd?

Over twee weken beslist het Europees Parlement over een verbod op ‘vleesnamen’ voor vegetarische producten. Als het verbod er komt, zouden termen als vegetarische worst of groenteburger vergoed verleden tijd zijn omdat ze misleidend zijn voor de consument.

6 oktober 2020  – Laatst bijgewerkt om 6 oktober 2020 21:30
Lees meer over:

De Landbouwcommissie van het Europees Parlement sprak zich vorig jaar in april al uit over de kwestie. Met een duidelijke meerderheid van de stemmen werd toen beslist dat plantaardig voedsel niet langer aangeduid mag worden met benamingen die verwijzen naar dierlijke producten. Populaire benamingen met verwijzingen naar dierlijke producten zoals veggie burger, vegan worst, tofusteak, vegetarische kipspiesjes, sojamelk of veganistische yoghurt zouden daarmee verboden worden. Sojasap, groenteschijf of vegan taartje. 

Na de Commissie Landbouw moet nu ook het EU-Parlement zich over deze kwestie uitspreken. Dat zou gebeuren in de week van 19 oktober. Tijdens die vergadering zullen meer landbouwkwesties ter stemming worden gebracht, maar deze kwestie belooft één van de meest discutabele punten te worden. Met deze stemming wil Europa een einde maken aan de verschillende wetgevingen die de lidstaten hanteren. In Frankrijk zijn deze creatieve benamingen voor vlees- en zuivelvervangers al sinds 2018 verboden. Overtredingen worden bestraft met boetes die kunnen oplopen tot 300.000 euro. 

Ruimte voor interpretatie

In ons land is er nog ruimte voor interpretatie. In 2015 oordeelde het Hof van Beroep in Brussel dat Alpro moest stoppen met “variatie voor yoghurt” op haar sojaproducten te zetten. Vandaag mag Albert Heijn nog wel veganistische producten aanprijzen als “plantaardige alternatieven voor yoghurt”. 

De Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie (BCZ) tikte onlangs ook het Nederlandse Abbot Kinney op de vingers, omdat het bedrijf 'vegan yoghurt' verkocht. “Melk is één van de specifieke kenmerken om te kunnen spreken over yoghurt”, zegt Renaat Debergh van BCZ. “Hetzelfde geldt voor kaas, melk, room, enzovoort. Wij hebben niets tegen vegan producten, maar het moet wel duidelijk zijn voor de consument.” Abbot Kinney besloot deze week om enkel nog 'yog' te verkopen, en niet langer yoghurt. 

Wat de vleesnamen betreft, is er in ons land nog meer speelruimte. In de wetgeving staat enkel dat de consument niet misleid mag worden door de informatie op de verpakking. Vorige week zat FOD Financiën rond de tafel met tal van voedingsbedrijven, om afspraken te maken. “Het ging om een eerste verkennend gesprek, om aan te geven hoe onze diensten de wetgeving interpreteren en controleren”, zegt Chantal De Pauw van FOD Financiën. 

Als vlees dan zo slecht is, moeten de producenten van vegetarische voedingswaren er ook niet naar verwijzen.

Ivan Claeys - Voorzitter Landsbond der Beenhouwers

Misleiding troef

Voorstanders van een verbod, zoals de Landsbond der Beenhouwers, vinden de vleesbenamingen zeer misleidend voor de consument. “In 1990 kreeg ik een boete omdat ik een kippenburger verkocht. Een burger kon namelijk enkel gemaakt worden van dieren met vier poten”, zegt voorzitter Ivan Claeys in Het Belang van Limburg. “Vandaag zijn er overal groenteburgers, en daar wordt niet tegen opgetreden. Als vlees dan toch zo slecht is, moeten die producenten van vegetarische voedingswaren er ook niet naar verwijzen. Een vegetarische boulet is geen boulet, dat is een bol groenten. Dan moeten ze het ook zo maar noemen.” 

Ook landbouworganisatie ABS is gekant tegen deze praktijk. “Consumentenbescherming en de kwaliteit van producten is voor ons zeer belangrijk. Het gaat dan bijvoorbeeld om de correcte vermelding van ingrediënten of samenstelling van getransformeerde producten. Denk aan vegetarische alternatieven voor een hamburger die toch een vleesbenaming krijgen. Of niet-zuivelproducten die het label ‘melkdrank’ krijgt opgespeld. Deze producten claimen die naam onterecht en moeten eruit. Voor ons is het belangrijk dat de mensen weten wat ze kopen”, stelt voorzitter Hendrik Vandamme. 

De discussie leidt enkel de aandacht af van wat echt nodig is: een voedselbeleid met meer aandacht voor plantaardig voedsel.

Nena Baeyens - Ethisch Vegetarisch Alternatief (EVA)

Ook ongenoegen

In de voedingsindustrie is er ook heel wat ongenoegen over een mogelijk verbod. Zij spreken van oneerlijke concurrentie omdat plantaardige alternatieven voor vlees en zuivel al minstens een eeuw op de markt zijn in Europa en worden al die tijd al bestempeld als ‘veggieburger’ of ‘vegan worst’, zonder dat dit tot problemen heeft geleid. “Als de EU het verbod implementeert, dan zal dat schade toebrengen aan de verduurzaming van het voedselsysteem, met langdurige nadelige gevolgen voor zowel de steeds bewustere consumenten als voor voedingsbedrijven in heel Europa”, zegt ProVeg, een internationale organisatie die streeft naar 50 procent minder dierlijke producten in 2040. 

De vzw EVA (Ethisch Vegetarisch Alternatief) spreekt echter van een non-discussie. “De namen zouden verwarrend zijn, maar er zijn nooit klachten van consumenten”, zegt Nena Baeyens van EVA vzw. “Deze discussie leidt enkel de aandacht af van wat echt nodig is, namelijk een voedselbeleid met meer aandacht voor plantaardig voedsel, om zo een antwoord te bieden op de klimatologische uitdagingen.”

Bron: Het Belang van Limburg / Biojournaal.nl / eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek