Duurzame landbouw heeft nood aan daadkracht

nieuws
“Duurzame ontwikkeling in de landbouw: hoe pakken we het aan?” Dat was de pertinente vraag die de leidraad vormde doorheen de studienamiddag van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) op 10 januari 2013 tijdens de eerste dag van landbouwbeurs Agriflanders. Een uitgebreid pallet aan sprekers boog zich over het duurzaamheidsvraagstuk.
11 januari 2013  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:20
Lees meer over:

“Duurzame ontwikkeling in de landbouw: hoe pakken we het aan?” Dat was de pertinente vraag die de leidraad vormde doorheen de studienamiddag van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) op 10 januari 2013 tijdens de eerste dag van landbouwbeurs Agriflanders. Een uitgebreid pallet aan sprekers boog zich over het duurzaamheidsvraagstuk.

“Duurzaamheid is een verscheiden begrip”, trapte professor Ludwig Lauwers (ILVO) een open deur in. Doorheen de jaren kreeg het begrip een steeds bredere invulling: van ecologische, economische tot sociale duurzaamheid. Professoren Erik Mathijs (KU Leuven) en Dirk Reheul (UGent) blikten terug op de visietekst die zij in 2001 schreven en kwamen tot de vaststelling dat de interesse voor het thema sindsdien exponentieel is toegenomen.

Nieuwe meetsystemen, methodieken en indicatoren werden ontwikkeld. Een heel wetenschappelijk instrumentarium heeft het mogelijk gemaakt de duurzaamheid van de landbouwsector te meten en weer te geven in bruikbare cijfers en grafieken. Maar naast deze gedetailleerde informatie moeten ook maatschappelijke trends in kaart gebracht worden: wat leeft er bij de consument?

De betrokkenheid van de consument en zijn relatie met de landbouw werd door Dirk Bergen van het Departement Landbouw en Visserij dan ook als essentieel bestempeld. In diezelfde lijn liet Erik Mathijs noteren: “De landbouw kan enkel duurzamer worden als ook de hele maatschappij het zo wil.”

Bovendien moet de duurzaamheidskwestie vanuit een langetermijnperspectief worden benaderd, waarbij de sector zelfbewust met zijn toekomst omgaat. Waar willen we naartoe? Zo wees Dirk Reheul op het feit dat onze productiesystemen zeer performant zijn qua arbeid en productiviteit, maar dat de energiebalans van onze landbouwsector negatief oogt. En als energie in de toekomst schaarser en dus ook duurder wordt, dan ligt hier een zeer acute uitdaging voor de landbouw. In datzelfde kader verwees Peter Van Bossuyt (Boerenbond) naar de nood aan een proactieve houding in heel het duurzaamheidsdebat en het uittekenen van een roadmap die ons helpt de vooropgestelde doelen te bereiken.

In de eerste plaats is het de landbouwer zelf die deze uitdaging moet aangaan. Zowel Guido Lammerant, deelnemer van het ‘Beloftevol Boeren’-project van DurAgr’ISO en zelf akkerbouwer, als de academici die het woord namen, kwamen tot dezelfde vaststelling: we kunnen zo lang over de verduurzaming van de landbouwsector praten als we willen, het is de landbouwer zelf die het uiteindelijk zal moeten doen. De boutade “minder praten, meer doen”, was in meer dan één lezing te horen.

Frans Aarts van Universiteit Wageningen (WUR) pikte daar tijdens zijn tussenkomst gretig op in. Boeren moeten volgens hem meer verantwoordelijk nemen, maar ze moeten ook de kans krijgen dat te doen. Het is de taak van de overheden om lastenboeken op te stellen en de landbouw bepaalde normen op te leggen, maar laat de boer zelf beslissen hoe hij die normen wil invullen. Betuttel hem niet en geef hem de vrijheid om zijn landbouwbedrijf op een creatieve manier te runnen.

Alleen zo stimuleer je duurzame innovatie, aldus Aarts, die zo indirect een kanttekening plaatste bij het huidige subsidiesysteem. Diezelfde kanttekening werd ook gemaakt, zij het explicieter, door Erik Mathijs, die verwees naar coöperatieven of de inbreng van particulier spaargeld als mogelijke alternatieven om de verduurzaming van de landbouw te financieren.

De meest provocerende uitspraak van de namiddag kwam van diezelfde Aarts. Hij poneerde dat de koplopers van het duurzaamheidspeloton de referentie en de graadmeter moeten zijn. Op zijn suggestie om niet langer rekening te houden met de landbouwactoren die de boot gemist hebben, kwam in de loop van de namiddag heel wat reactie. Niet in het minst van Peter Van Bossuyt, die benadrukte dat het voor Boerenbond als belangenorganisatie en vertegenwoordiger van 17.000 landbouwers ondenkbaar is om ‘achterblijvers’ in de kou te laten staan. An Jamart (BioForum) vroeg zich dan weer af wie dat dan precies zijn, die koplopers? Volgens welke criteria is iemand koploper of achterblijver?

Henk Heinhuis en Adrie Vermeulen, de twee Nederlanders achter 'Stichting Veldleeuwerik', behoren waarschijnlijk eerder tot de eerste categorie. Toen zij enkele jaren geleden met Veldleeuwerik startten, stond het duurzaamheidsconcept van meet af aan centraal. Via een samenwerkingsverband tussen akkerbouwers, afnemers en verwerkende industrie wil Veldleeuwerik de hele landbouwketen duurzamer maken. Tegelijkertijd trachten ze alle schakels van die keten nauwer met elkaar in contact te brengen en de sociale interactie tussen producent en consument te herstellen.

Inge Van Oost (Europese Commissie), tenslotte, benadrukte het verregaande engagement van de Commissie om de Europese landbouwsector duurzamer, innovatiever en competitiever te maken. Zo wist ze onder meer te vertellen dat het budget voor innovatie en onderzoek rond voedselzekerheid, bio-economie en duurzame landbouw volgens een nieuw voorstel van de Commissie 4,5 miljard euro zal bedragen, een verdubbeling ten opzichte van het huidige onderzoeksbudget.

In navolging van het samenwerkingsmodel van Veldleeuwerik onderstreepte ook Van Oost het belang van communicatie en kennisoverdracht tussen de verschillende spelers van de landbouwsector. Zogenaamde ‘voorlichters’ en ‘innovatiemakelaars’ moeten voor voldoende doorstroming en interactie zorgen tussen het onderzoek en het landbouwproject, zowel op regionaal, nationaal als internationaal niveau.

Na een kort maar geanimeerd debat stelde Ludwig Lauwers als ILVO-afdelingshoofd Landbouw&Maatschappij de publicatie 'Duurzame landbouw: een proces van leren' voor. De studie is het werk van ILVO-onderzoekers Laure Triste, Lies Debruyne en Fleur Marchand.

Bron: eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek