nieuws

GLB-hervorming versterkt jonge landbouwers en kleinere bedrijven

nieuws

De GLB-hervorming van 2023 heeft voor een opvallende herverdeling van steun gezorgd, met voordelen voor jonge landbouwers en kleinere bedrijven. Dat blijkt uit analyses van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij. In 2023 ontving de 20 procent landbouwbedrijven die de meeste rechtstreekse steun kregen, samen 50,5 procent van het totale steunbedrag. In 2022 was dit nog 57,3 procent. Daarnaast nam het aandeel van het GLB-budget voor jonge landbouwers met vier procent toe, goed voor 35 procent van de totale betalingen.

3 maart 2025 Jozefien Verstraete
Jozefien kind boerderij koe stal jong

In alle Europese lidstaten wordt de landbouwsector ondersteund en gestuurd door het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Het GLB was initieel sterk gericht op het verhogen van de productie, het aanbieden van voldoende en goedkoop voedsel aan de Europese bevolking en het verzekeren van een minimale levensstandaard voor de landbouwer - doelstellingen die tot vandaag gelden. Het beleid gaf na verloop van tijd echter aanleiding tot grote overschotten, het was erg duur en zorgde in toenemende mate voor handelsfricties. Daarnaast doken meer en meer nieuwe maatschappelijke verwachtingen ten aanzien van landbouw op. Het GLB is daardoor stap voor stap geëvolueerd om de landbouw aan te passen aan die nieuwe uitdagingen.

In de laatste jaren is er binnen het GLB steeds meer aandacht voor milieu en klimaat. Sinds 2023 is er een versterkte conditionaliteit binnen de rechtstreekse betalingen. Dit wil zeggen dat boeren aan extra randvoorwaarden inzake milieu, natuur, klimaat, gezondheid en dierenwelzijn moeten voldoen om rechtstreekse betalingen te krijgen. Ook kreeg het GLB er een nieuw instrument bij: de ecoregelingen. Met deze regeling kunnen boeren eenjarige verbintenissen aangaan voor milieuvriendelijke praktijken.

Samen met de inhoudelijke veranderingen werden ook telkens de financieringsmiddelen geherstructureerd. Het aandeel van landbouw in het totale EU-budget is door de jaren heen gezakt van ongeveer 65 procent in het begin van de jaren 1980 tot ongeveer 25 procent in 2023. Vlaanderen legt wel zijn eigen accenten en co-financiert maatregelen.

Gemiddelde Vlaamse GLB-steun stijgt

In 2023 is een opvallende verandering te zien met de voorgaande jaren. Zo werd het budget van 375,5 miljoen euro verdeeld over aanzienlijk minder landbouwers dan voorgaande jaren, wat het gemiddelde steunbedrag per landbouwer deed stijgen. Dit is grotendeels het gevolg van de herdefiniëring van de actieve landbouwer waardoor een groep zeer kleine en niet-professionele landbouwers niet meer in aanmerking komt voor rechtstreekse steun. Zo ontvingen in 2023 18.582 Vlaamse landbouwers GLB-steun met een gemiddeld bedrag van 20.199 euro per landbouwer. Een jaar eerder waren dit er nog 22.274 met een gemiddeld bedrag van 16.751 euro.

Schermafbeelding 2025-03-03 140537

Binnen het totaal aan GLB-betalingen is de rechtstreekse steun met voorsprong het belangrijkst (204 miljoen euro). Sinds 2010 ging die er wel met een kwart op achteruit. Daarnaast zijn investeringssteun uit het Vlaamse Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) (83,5 miljoen euro) en de steun vanuit de gemeenschappelijke marktordening (GMO) groenten en fruit (72,5 miljoen euro) van groot belang. Ten slotte zijn er nog de agromilieuklimaatmaatregelen (21 miljoen euro) en het nieuwe instrument van de ecoregelingen (40,5 miljoen euro).

Melkveebedrijven krijgen de meeste steun

Het grootste aandeel van het Vlaamse GLB-budget (22%) gaat naar gespecialiseerd melkveebedrijven die heel vaak grondgebonden zijn. Daarna volgen akkerbouw met 17 procent,  glastuinbouw groenten met 11 procent en vleesvee met 10 procent. Akkerbouw staat op één wat betreft het aantal bedrijven dat steun ontvangt. Het gaat om 25 procent van het totale aantal bedrijven dat steun krijgt. Daarna volgen melkvee en vleesvee. Glastuinbouwers krijgen dan weer het grootste steunbedrag per bedrijf, vooral via de GMO groenten en fruit en het VLIF.

Toename in steun voor jonge landbouwers

Bijna 35 procent van de GLB-betalingen in Vlaanderen ging in 2023 naar jonge landbouwers tot en met 40 jaar, goed voor een gemiddeld bedrag van 36.650 euro. 19 procent van het aantal landbouwers in Vlaanderen behoort tot die leeftijdscategorie. Ter vergelijking: landbouwers ouder dan 65 jaar vertegenwoordigen 20 procent van de beroepsgroep, maar ontvangen slechts 8 procent van de steun. Het aandeel dat naar jonge landbouwers gaat, zit de laatste jaren stevig in de lift. In 2020 ging slechts 29 procent van de GLB-betalingen naar jonge landbouwers. De afname van het aandeel landbouwers van 65 jaar of ouder in 2023 heeft veel te maken met de nieuwe definitie van actieve landbouwer. Want vooral die leeftijdscategorie omvat een aantal zeer kleine niet-professionele landbouwbedrijven. De vestigingssteun uit het VLIF en de extra inkomenssteun voor jonge landbouwers, waarvoor in 2023 een extra budget werd voorzien, zijn maatregelen specifiek voor hen. Daarnaast ging in 2023 ook een recordaandeel (55%) van de investeringssteun naar landbouwers tot en met 40 jaar.

Herverdeling rechtstreekse steun

De verdeling van de rechtstreekse betalingen (pijler 1) over landbouwbedrijven blijft een maatschappelijk discussiepunt. Een punt van kritiek is dat de steun te veel gaat naar de grote bedrijven. Dit komt vooral door de manier waarop de steun wordt toegekend, aangezien deze grotendeels gebaseerd is op grondgebonden criteria en voorwaarden. De voorbije GLB-hervorming van 2023 voorzag in een heroriëntatie van de steun van grote naar middelgrote en kleine bedrijven. Uit analyses blijkt dat Vlaanderen daar succesvol gebruik van gemaakt heeft.

In 2023 ontving de 20 procent Vlaamse landbouwers met de grootste rechtstreekse steun samen 50,5 procent van de rechtstreekse steun. Een jaar eerder ontving diezelfde 20 procent nog 57,3 procent van de totale rechtstreekse steun. In de EU is de steun veel minder gelijk verdeeld over de bedrijven dan in Vlaanderen. 20 procent van de landbouwbedrijven krijgt er 80 procent van de rechtstreekse betalingen.

Vlaamse rechtstreekse betalingen. aandeel steun voor 20% landbouwers met grootste steun, 2010 - 2023

Bij deze algemene verschuiving zijn enkele specifieke veranderingen op te merken. Vooral de daling van het aantal landbouwers met minder dan 2.500 euro rechtstreekse betalingen per bedrijf valt op, dat gaat van 28 procent in 2022 naar 13 procent in 2023. Hun (beperkte) aandeel in het budget daalt daarbij van 3,5 procent naar 1,5 procent. Dit is opnieuw vooral het gevolg van de nieuwe definitie van actieve landbouwer waardoor hobby- en kleine parttimelandbouwers met een zeer lage standaardverdiencapaciteit uit de boot vallen.

Vooral van de middencategorieën, met name van die tussen de 5.000 en de 20.000 euro aan steun neemt het aandeel van de bedrijven toe van 40 procent in 2022 naar 53 procent in 2023. Het aandeel steun neemt daarbij ook toe van 41 procent naar 46,5 procent.

Het aandeel landbouwers dat het grootste aandeel steun krijgt, is in 2023 toegenomen, maar het aandeel steun dat ze krijgen is teruggevallen. Zo krijgt 8 procent van de landbouwers meer dan 30.000 euro steun, wat overeenkomt met 28 procent van de totale steun. In 2022 kreeg 7 procent van het aantal landbouwers de hoogste steunbedragen, wat neerkwam op 30 procent van de totale steun.

GLB1
Het GLB in 2025: dit verandert er voor landbouwers
Uitgelicht
Vanaf 2025 worden er enkele belangrijke wijzigingen doorgevoerd in de uitvoering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Een overzicht van de belangrijkste verandering...
23 december 2024 Lees meer

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek