Digitalisering stokt in Europese landbouw: eenvoudige apps populair, geavanceerde technologie niet
nieuwsOndanks de veelbesproken voordelen van precieslandbouw blijft de toepassing ervan in de EU relatief laag. Algemene digitale hulpmiddelen worden wel vaak gebruikt, maar meer gespecialiseerde en vaak duurdere technologieën voor gewassen en vee vinden minder ingang. Dat blijkt uit een nieuw Europees onderzoek naar de digitale transformatie in de sector.
Digitalisering in de land- en tuinbouwsector is een speerpunt binnen zowel de bredere digitale agenda van de EU als het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). De Europese Commissie ziet digitale technologie als een katalysator om uitdagingen aan te pakken zoals concurrentievermogen, klimaatverandering, verlies van biodiversiteit en voedselzekerheid. Om zicht te krijgen op de huidige digitalisering in landbouw en platteland, werden 1.444 landbouwers in negen EU-lidstaten bevraagd (Duitsland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Litouwen, Hongarije en Polen).
Technologie voor gewassen en vee minder populair
Algemene IT- en softwaretools zoals boekhoud- en administratieve platforms, weervoorspellingsapps of communicatieapps als WhatsApp, zijn al wijdverspreid: 93 procent van de landbouwbedrijven gebruikt minstens één tool, 68 procent zelfs drie of meer.
De toepassing van gespecialiseerde technologieën verloopt daarentegen trager. Ongeveer 79 procent van de akker- en tuinbouwers gebruikt minstens één gewasspecifieke technologie, maar slechts 29 procent drie of meer. Het gaat bijvoorbeeld om drones voor gewasmonitoring, bodemsensoren, verbonden weerstations of bedrijfsmanagementsoftware voor gewasbeheer en boekhouding.
Ook in de veeteelt is het gebruik beperkt. Hierbij gaat het over geavanceerdere technologie zoals melkrobots, mest- en voederschuivers, of halsbanden met sensoren. Gemiddeld gebruikt 83 procent van de veehouders één technologie, slechts 17 procent drie of meer.
“Na een sterke toename is de adoptie van nieuwe technologieën sinds 2020 vertraagd, vooral door economische onzekerheid. Landbouwers geven ook aan dat ze in de komende vijf jaar slechts beperkt nieuwe toepassingen willen invoeren”, stelt het rapport.
Wie gebruikt de meeste technologie?
De bedrijfsgrootte blijkt doorslaggevend: grotere landbouwbedrijven gebruiken tot 84 procent meer digitale toepassingen. Ook connectiviteit, directe verkoop op de boerderij en opleidingsniveau beïnvloeden het gebruik.
Dat mannen vaker technologie zouden omarmen, blijkt de studie niet te bevestigen. Geslacht speelt geen rol. Leeftijd daarentegen wel, maar minder eenduidig dan bedrijfsgrootte. Bij veeteelttechnologieën is de link bijvoorbeeld zwak. Voor sommige toepassingen, zoals automatische melksystemen en mestschuivers, scoren oudere boeren zelfs hoger. Jongere landbouwers gebruiken daarentegen vaker digitale veeadministratie.
Toch tekent zich een digitale kloof af. Jongere boeren investeren sneller in innovatie ondanks een beperkter startkapitaal, terwijl oudere — hoewel financieel sterker — vaker afwachtend zijn door naderend pensioen of onzekerheid over opvolging.
Opvallend is dat gedeeltelijk grondbezit of pacht samengaat met een hogere adoptie van veeteelttechnologieën, mogelijk door een andere investeringslogica.

Drijfveren en belemmeringen
De meeste landbouwers zien digitalisering als positief voor de duurzaamheid van hun bedrijf: 76 procent verwacht economische voordelen, 72 procent ecologische en 67 procent sociale. Bovendien denkt 68 procent dat digitalisering hun veerkracht tegen schokken kan vergroten. Toch blijken dit niet de belangrijkste redenen om te investeren. Efficiëntiewinst, kostenbesparing, groeimogelijkheden, naleving van regelgeving en betere levenskwaliteit spelen een grotere rol.
Dat landbouwers niet nog meer technologie aanschaffen, komt vooral door hoge kosten, gebrek aan vaardigheden en beperkte interesse.
Gegevensverzameling en -deling blijft moeizaam
Landbouwers verzamelen een breed scala aan gegevens, van financiële en bodemdata tot gegevens over hun vee en markten. Dit doen ze meestal maandelijks, vaak nog handmatig of met eenvoudige digitale hulpmiddelen zoals gescande documenten of spreadsheets. Slechts een minderheid gebruikt gespecialiseerde software of automatische systemen. “Digitale hulpmiddelen zouden nochtans administratieve lasten kunnen verlichten en de digitale transformatie ondersteunen”, aldus het rapport.
Uit de resultaten blijkt dat landbouwers ook zeer voorzichtig en selectief zijn in het delen van hun gegevens. Veel landbouwers delen helemaal niets, en wie dat wel doet, houdt het bij vertrouwde partijen zoals adviseurs, collega’s of coöperaties. Samenwerking met onderzoeksinstellingen, banken of technologiebedrijven is beperkt. Grote bedrijven en jongere landbouwers zijn doorgaans meer bereid gegevens te delen. Belangrijkste remmingen zijn zorgen over privacy, veiligheid en controle.

Maatwerk nodig
Een uniforme aanpak zal weinig effect hebben, benadrukt het rapport. Het gebruik van technologie verschilt sterk per regio, bedrijfsgrootte en sector. Gericht beleid, financiële ondersteuning en gespecialiseerde opleidingen zijn nodig om adoptie te versnellen. Daarnaast kan een transparant en betrouwbaar gegevensbeleid het vertrouwen vergroten. Landbouwers moeten duidelijk voordeel halen uit het delen van data, bijvoorbeeld via toegang tot kennis, advies of op maat gemaakte diensten.
Vertrouwen in het gegevensbeleid wordt volgens het rapport extra belangrijk met de opkomst van kunstmatige intelligentie (AI) in de landbouw. “Omdat AI sterk afhankelijk is van data, moeten zorgen over privacy en eigendom worden weggenomen. Pas als landbouwers tastbare voordelen ervaren, zal AI breed ingang vinden”, besluit het rapport.

Bron: Eigen berichtgeving
Beeld: Koeweidehof