nieuws

Robotica en exotische machinerie plaveien weg naar agro-ecologie

nieuws

Wie denkt dat agro-ecologie zich beperkt tot de pastorale landbouwvormen van weleer, vergist zich. Het Proefplatform Agro-ecologie van ILVO zette op zijn open dag diverse nieuwe technologieën in de kijker. Het staal en kunststof van de drones, volautomatische robots en Australische machinerie glomde net zo hard als de graanvelden op deze proeftuin in Hansbeke.

8 juli 2024 Ruben De Keyzer
autonome robot

Eén van de grootste publiektrekkers waren de zaaidrones. Op drie meter hoogte konden deze vliegende toestellen de percelen inzaaien voor een nieuw seizoen. ILVO-onderzoeker Jonathan Van Beek en Arnaud Laurencin van Agri-flight namen de afstandsbediening voor de eerste van vele proefvluchten. “We zaaien rogge in aan 40 kilo zaaigoed per hectare, maar met al deze proefvluchten zal er wel wat meer op de velden liggen”, grapt Laurencin.

Drone vullen

De drones kunnen gekalibreerd worden om volautomatisch te werken, al moet een piloot altijd aanwezig zijn. “Wettelijk verplicht”, zegt Laurencin. “Er moet altijd iemand aanwezig zijn indien het toestel onverwacht aan de grond moet worden gezet, bijvoorbeeld bij een vliegtuig in het luchtruim. Maar eigenlijk moet je als piloot niet veel doen. Ik kan eerst GPS-punten instellen, en dan zal de drone dat traject afleggen. Ik kies ervoor om handmatig obstakels zoals bomen te vermijden, al heeft de drone ook een sensor die botsingen vermijdt.”

Veertig kilo zaaigoed op één hectare, krijgt de drone op een kleine acht minuten ingezaaid. Laurencin ziet vele voordelen van het toestel, al zal het niet overal de zaaitoestellen vervangen. “Er zijn natuurlijk een paar beperkingen. Zo wordt het zaaigoed uitgestrooid en niet in de grond geplant. Je kan ook niet in rijen werken.”

Drone vliegt

Toch zijn er vele voordelen waar men enthousiast van kan worden. “Is je terrein onbegaanbaar door nat weer? Dan kan je erover met de drone. Je kan ook bodembedekkers als groene klaver inzaaien, zelfs kort voor de oogst van je graangewas, zonder dat je ze beschadigt.”

“Persoonlijk geloof ik vooral ook in het nut van deze drones om gewasbescherming aan te brengen via spotspraying, maar dat staat de fytowetgeving niet toe aangezien deze drones op één lijn worden gezet met cropdusters, vliegtuigen die gewasbescherming vanuit de lucht verspreiden over heel grote gebieden. Die zijn hier verboden. We vermoeden dat deze wetgeving op Europees niveau wel zal veranderen.”

Gewasbescherming aanbrengen via drones betekent ook dat rijpaden op de akker onnodig worden. Van Beek merkt op dat dit een areaalwinst kan betekenen van 1 tot 3 procent op gangbare bedrijven.

“In China en de VS heb je al dronefarms, waar alles volautomatisch gebeurt”, zegt Laurencin. “Hier is dat nog niet aan de orde. Maar als de technologie blijft verbeteren, wie weet.”

Mechanische onkruidbestrijding

Ook op de begane grond zijn robots de baas. Onderzoeksingenieur bij ILVO Axel Willekens geeft een demonstratie met CIMAT, een autonome ‘cropcarerobot’. Het prototype is jaren geleden ontwikkeld, en vormde inspiratie voor tal van commerciële toepassingen. Het project is opgestart in 2019, maar het prototype is veel meer dan een middel om nieuwsgierigen te lokken. Elke dag vervult het cruciale taken op de proeftuin. “We gebruiken CIMAT om alle proefvelden onkruidvrij te maken”, zegt Willekens. “Er is geen bestuurder nodig. De afstandsbediening is louter een ‘afstandsnoodknop’.”

Autonome robot 2

Hoewel de ploegende robot van 1,5 ton niet de grootste is vergeleken met zijn commerciële tegenhangers, blijft het een vervaarlijk toestel. Tussen de rijen sorghum schoffelt hij netjes het onkruid weg. De precisie van het toestel is opmerkelijk, net als het vertrouwen van de ingenieurs in deze technologie: tien centimeter naar links, en de hele akker is verwoest. “Hij weet exact waar hij moet rijden”, zegt Willekens. “CIMAT werkt aan de hand van taakkaarten en volgt deze nauwkeurig. De eerste keren bleven we er natuurlijk aandachtig bij en liepen we mee met de robot, maar intussen is het al lang niet meer de eerste keer dat hij deze percelen aflegt.”

Al zijn die taakkaarten meteen ook een nadeel aan de technologie: het kost erg veel werk om ze op te stellen. “Boeren leggen hun velden niet op de centimeter nauwkeurig aan, dus na elke werkgang hebben we een nieuw schema nodig. Op termijn zou het interessant zijn moest het effectieve rijtraject van een tractor kunnen worden bijgehouden bij de aanleg van een veld, om op basis daarvan het traject voor de robot uit te stippelen.”

Desondanks is CIMAT een onmisbare hulp op de proefterreinen. “We hebben veel minder mankracht nodig”, zegt Willekens. “Er moet iemand aanwezig zijn, maar die persoon kan andere taken vervullen terwijl CIMAT aan de slag gaat. Zowel in de conventionele als biologische landbouw is het toestel toepasbaar met mechanische onkruidbestrijding. Dit prototype kostte ons een kleine 100.000 euro aan materiaal om te produceren, dus manuren niet meegerekend. Maar in de massaproductie kunnen prijzen van zulke robots naar beneden. De afgelopen jaren zijn er al commerciële toestellen op de markt gebracht.”

"Met robotica heb je altijd winst wanneer het gaat om repetitieve taken", zegt Willekens tot slot. "Ik vermoed dat deze toestellen dus het snelst gangbaar zullen worden in boomgaarden, waar je jaren na elkaar langs dezelfde rijen werkt."

Kettingeg

Australische eg

Niet autonoom, maar ook nieuw, is de kettingeg, voorgesteld door Hans De Baerdemaeker van Agri-bio. Deze grondbewerker kan met een oppervlakkige bewerking aan hoog tempo percelen klaarmaken om te bewerken. “Ontwikkeld in Australië”, zegt De Baerdemaeker. “Daar werkt men op zeer grote percelen, en daar blinkt deze kettingeg ook uit. Waar je met een gewone cultivator werkt aan zo’n 5 tot 8 kilometer per uur, kan je met deze kettingeg snelheden van 8 tot 15 kilometer per uur behalen.”

kettingeg closeup

De eg berust op roterende schijven die met een ketting verbonden zijn. Ze behoeven geen smeernippels en hebben een waterdicht draaihuis. “Ze werkt op zo’n 4 tot 5 centimeter bodemdiepte”, zegt De Baerdemaeker. “Omdat ze veel lichter is dan een schijveneg, heb je ook een veel lager brandstofverbruik.”

Omdat de kettingeg vooral haar nut bewijst op grotere percelen, is de markt in Vlaanderen echter vrij beperkt. Met name in Wallonië winnen ze terrein.

Terugblik op 5 jaar agro-ecologisch proefplatform: "Elk bedrijf wint erbij"
Uitgelicht
Het proefplatform agro-ecologie in Hansbeke viert zijn vijfjarig bestaan. Elke zomer komen liefhebbers van deze vernieuwende, duurzame landbouwvorm samen op de terreinen van l...
5 juli 2024 Lees meer

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek