header.home link

“Dierenwelzijn in intensieve veeteelt moet beter”

Ondanks de geleverde inspanningen en toegenomen aandacht, kan en moet het dierenwelzijn in de intensieve veeteelt nog beter. Dat zegt de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn in een nieuw advies. Uit cijfers blijkt dat zowat één op de drie melkkoeien in Vlaanderen mank loopt en van bijna alle varkens wordt de staart nog gecoupeerd terwijl dat door Europese regelgeving verboden is.

18 april 2023  – Laatste update 18 april 2023 15:10

Recente Vlaamse cijfers over de gezondheid van dieren in de veeteelt toont onder meer aan dat 15 procent van de levend geboren biggen de speenleeftijd van 28 dagen niet haalt, 30 procent van de Vlaamse melkkoeien matig of ernstig mank loopt en bijna 4 op 5 vleeskippen voetzoolletsels hebben. Ook worden de staarten van bijna alle varkens nog routinematig gecoupeerd, hoewel dit door Europese regelgeving verboden is.

Al heeft de veehouderij volgens de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn de voorbije jaren wel inspanningen gedaan om de aandacht voor dierenwelzijn op te krikken. Zo is er bijvoorbeeld een verbod op klassieke batterijkooien bij leghennen, zijn er steeds meer moderne ligboxen en vrijloopstallen of wordt de omgeving van dieren verrijkt. Daarnaast is ook de handhaving van de overheid verscherpt.

Dierenwelzijn op de hervormingsagenda

“Maar ondanks de geleverde inspanningen en de toenemende aandacht voor dierenwelzijn, tonen de cijfers over de gezondheidstoestand van dieren in de veehouderij dat er nog grote problemen bestaan”, aldus de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn. In zijn advies dringt de Raad erop aan de hervorming van de landbouw aan te grijpen om het dierenwelzijn op te krikken. “Dierenwelzijn moet hoog op de agenda staan in het debat over de toekomst van de landbouw, naast de socio-economische belangen en de impact op het milieu."

Dierenwelzijn in de veeteelt kent een gedeelde verantwoordelijkheid waarbij niet alleen de keten van de veehouderij maar ook de overheid, de slachthuizen, de retailers en de consument zelf hun verantwoordelijkheid moeten nemen

Raad voor Dierenwelzijn

Intensieve veeteelt

“De intensivering van de veeteelt ging gepaard met veel dieren op een beperkte binnenoppervlakte met minder arbeidskrachten per dier”, zegt de Raad. “Door de intensivering werd het dier geïnstrumentaliseerd tot een middel om efficiënt eiwitten te produceren.” Er werd op basis van wetenschappelijke inzichten in verschillende disciplines veel aandacht besteed aan stalinrichting en klimatisatie, maar dit alles veroorzaakt volgens de Raad ook een grotere gevoeligheid voor bepaalde ziekten en aandoeningen. “Uiteindelijk leidde dit tot instrumentalisering van dier waarbij de erkenning van dieren als individuele voelende wezens met eigen behoeften vervaagde”, concludeert de Raad in zijn advies.

Vorig jaar concludeerde VILT in een artikel dat er kanttekeningen gemaakt moeten worden wanneer het welzijn van dieren gelinkt wordt aan de intensieve manier waarop dieren worden houden. Zo ligt de biggensterfte hoger in de biologische varkenshouderij dan in de gangbare varkenshouderij. Verder wees onderzoek uit dat het sterftecijfer bij kippen in verrijkte kooien lager lag dan dat van kippen die vrije uitloop hebben. Wel zijn hoogproductieve dieren sneller vatbaar voor ziekten. Schaalvergroting kan niet rechtstreeks verbonden worden met verminderd dierenwelzijn, zoals wel eens gedacht wordt. De gezondheid van landbouwdieren is immers sterk afhankelijk van andere factoren zoals type huisvesting, tijdsbesteding, goede voeding en het management van de veehouder.

Dat was ook de conclusie die twee jaar geleden werd getrokken tijdens een debat van de Faculteit Diergeneeskunde van de UGent over de toekomst van de intensieve veehouderij in Vlaanderen. Experten kwamen tot de vaststelling dat dieren in de intensieve veehouderij gezonder kunnen zijn dan extensief gehouden vee omdat er in de intensieve setting meer tools voorhanden zijn om dat te garanderen. Maar dat is niet noodzakelijk altijd het geval. “Het vakmanschap van de veehouder kan daarbij het verschil maken”, zo klonk het.

Gedeelde verantwoordelijkheid

Ook de Raad voor Dierenwelzijn wijst erop dat naast de juiste investeringen en terugverdienmodellen ook goed opgeleide veehouders vereist zijn om het dierenwelzijn op te krikken. Ook is de Raad er zich van bewust dat deze problematiek een gedeelde verantwoordelijkheid kent waarbij niet alleen de keten van de veehouderij (veehouders, veevoederfirma’s, vermeerderingsbedrijven,…), maar ook de overheid, de slachthuizen, de retailers en de consument zelf hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Het advies wordt afgesloten met een vraag naar een integraal stimulerend beleid met de focus op ‘One Welfare’, een concept waarbij dierenwelzijn afhangt van en samenhangt met het welzijn van de mens en een duurzame leefomgeving en deze beide ook beïnvloedt.

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek