De plantaardige eiwitsector ontwikkelt zich gestaag: 155 ondernemingen en 2.000 werknemers
nieuwsVoor het eerst werd de economische impact van de plantaardige eiwitsector in Vlaanderen en Brussel kaart gebracht. De alternatieve eiwitsector stelt meer dan 2.000 werknemers te werk en maakt samen minstens 100 miljoen euro winst. In totaal zijn er 155 ondernemingen actief in de sector die producten maakt zoals vleesvervangers, zuivelalternatieven en notenspreads. “De alternatieve eiwitsector in Vlaanderen en Brussel lijkt zich gestaag te ontwikkelen, met veel potentieel voor verdere groei en innovatie”, concludeert de nieuwe studie.
In de Vlaamse Eiwitstrategie is de doelstelling uit de Europese Green Deal overgenomen om tegen 2030 een verhouding van 60 procent eiwitten uit plantaardige producten en 40 procent uit dierlijke producten te bereiken. Een recent rapport uitgegeven door het departement Omgeving toonde aan dat we nog relatief ver verwijderd zijn van deze doelstelling. Voor de eiwitinname kon er geconcludeerd worden dat de Vlaming 41,3 procent van zijn eiwitten uit plantaardige voedingsproducten haalt en 58,7 procent uit dierlijke.
Voor het eerst werd nu gekeken of de eiwitshift ook al een economische impact gemaakt heeft. In opdracht van het departement Omgeving turfde Next Food Chain, het Vlaamse bedrijfsnetwerk rond plantaardige voeding ondersteund door Bond Beter Leefmiliieu en ProVEG, alle Vlaamse en Brussels bedrijven actief in de sector. Daaruit blijkt dat ondertussen 155 bedrijven actief zijn in de sector, waarvan 60 ondernemingen zich volledig richten op de productie van alternatieve eiwitten. De overige 95 bedrijven produceren zowel alternatieve als conventionele dierlijke eiwitproducten. Landbouwbedrijven, horecabedrijven en retailers werden tijdens de telling buiten beschouwing gelaten.
De 60 ondernemingen die zich volledig toespitsen op de productie van alternatieve eiwitten hebben samen een bedrijfswaarde van 1,3 miljard euro. De winst na belasting van het boekjaar 2022 werd op 95 miljoen euro afgeklopt. Met de bijdrage van de hybride ondernemingen die beperkt werd doorgerekend, klimt het totaal naar een bedrijfswaarde van 1,4 tot 1,8 miljard euro. De winst na belasting zou tussen 100 en 123 miljoen euro liggen. Bovendien creëren zij werkgelegenheid voor tussen de 2.021 en 2.532 voltijdse jobs.

Vleessubstituten primeren
Meer dan een derde van de ondernemingen valt onder de productie van ‘afgewerkte vleessubstituten’, dit zijn producten die beogen om vlees één op één te vervangen. Het gaat dan om bedrijven zoals Greenway, De Vegetarische Slager en Damhert. Daarnaast zijn ook bedrijven populair die onbewerkte plantaardige producten produceren zoals Bonduelle of HAK, of bedrijven die zuivelsubstituten maken zoals Alpro.
Opvallend is het relatief hoge aantal bedrijven dat producten op basis van precisiefermentatie maakt, een techniek waarvan de producten nog niet toegestaan zijn op de Europese markt. Zo zijn er zeven bedrijven die zich daarop richten. Een bekende is Those Vegan Cowboys. Daarnaast zijn er ook vijf bedrijven die producten maken op basis van insecten en zes ondernemingen op basis van microalgen, hoewel deze producten nog behoorlijk niche zijn binnen de alternatieve eiwitsector. De productcategorieën ‘eiwitten uit nevenstromen’, ‘biomassa en traditionele fermentatie’ en ‘kweekvlees’ vertegenwoordigen de minderheid.
Bij de geografische spreiding van de ondernemingen valt op dat de provincies West-Vlaanderen en Antwerpen het grootste aantal bedrijven hebben die actief zijn in de alternatieve eiwitsector, met respectievelijk 39 en 41 ondernemingen. De provincie met de minste ondernemingen is Limburg. Dit wordt ook weerspiegeld in de totale bedrijfswaarde per provincie. In West-Vlaanderen heeft de sector een waarde tussen 745 en 797 miljoen euro en in Antwerpen tussen 532 en 710 miljoen euro. Hoewel de bedrijfswaarde van de sector in de provincies West-Vlaanderen en Antwerpen gelijkaardig is, kunnen de bedrijven in West-Vlaanderen een veel grotere winst na belasting rapporteren. Ook op het gebied van werkgelegenheid staan bedrijven in West-Vlaanderen op kop, met tussen 1600 voltijdse jobs.

EU ziet potentieel in algen en laat 20 eetbare soorten toe
28 februari 2024Jonge sector
Het feit dat de alternatieve eiwitsector een relatief jonge sector is, wordt weerspiegeld in de leeftijd van de ondernemingen die enkel alternatieve eiwitten produceren. Meer dan de helft van de ondernemingen is jonger dan tien jaar. Vooral jonge alternatieve eiwitbedrijven hebben het moeilijk om het hoofd boven water te houden en laten in hun beginjaren vaak een verlies optekenen. Zo maken de ondernemingen die jonger zijn dan vijf jaar, samen minstens 6,4 miljoen euro verlies.
Dat de sector groeit, kan worden afgeleid uit het aantal hybride ondernemingen. Deze bedrijven bestaan voor een groot deel uit oudere bedrijven die hun productie hebben uitgebreid met alternatieve eiwitproducten.
Succesverhaal
“Het succes van de sector is voor een groot deel te danken aan het succes van Alpro”, schrijft VRT NWS. Het bedrijf ontstond in de schoot van Vandemoortele en werd in 2016 overgenomen door Danone. Alpro stelt 1.000 voltijdse werknemers te werk, net niet de helft van het totaal in de sector. Er worden alternatieven gemaakt voor melk, pudding, yoghurt en boter op basis van bijvoorbeeld soja, haver of kokosmelk. “Laat het verhaal van Alpro een opsteker zijn”, reageert Joachim Schouteten, professor aan de UGent en expert in alternatieve eiwitten. "Dit toont aan dat het wel degelijk nog mogelijk is om te pionieren in België.”
Toekomst met juiste ondersteuning
"Met de juiste overheidsondersteuning kan de eiwitsector een waardevolle bijdrage leveren aan een duurzamere voedselproductie en -consumptie", besluit de studie. "Er is veel potentieel voor verdere groei en innovatie." Zo voorspelt het rapport dat de sector tegen 2035 tussen de 6 en 15 keer groter kan worden. Het doet dit op basis van verschillende scenario’s, die uitgaan van verschillende niveaus van technologische innovatie, ondersteuning door de overheid en enthousiasme van consumenten. Dit vertaalt zich in een mogelijke bedrijfswaarde tussen 9,5 en 22,2 miljard euro en een tewerkstelling tussen 13.500 en 38.000 personen, afhankelijk van de prognose. “De alternatieve eiwitsector in Vlaanderen is een innovatieve sector die, voorzien van de juiste ondersteuning, veel groeipotentieel heeft en een belangrijke bijdrage kan leveren aan de economie”, concludeert het rapport.

Bron: Eigen berichtgeving / VRT NWS