COP29 sluit af met afkopingssysteem en hogere ontwikkelingssteun, maar die is ‘lager dan verwacht’
nieuwsHet akkoord van de klimaattop in Bakoe "markeert een nieuw tijdperk voor klimaatsamenwerking en -financiering". Dat heeft Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen zondag laten weten via het sociale netwerk X. Buiten de klimaattop weerklinkt er echter luide kritiek. Enerzijds op het akkoord rond de koolstofmarkten, dat bedrijven toelaat hun uitstoot af te kopen via projecten in het zuiden, en anderzijds op de lager dan verwachte financiële steun voor ontwikkelingslanden.
De hoofddiscussie ging over de klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden. Hierover werd intens onderhandeld, meer dan 28 uur langer dan voorzien. Niet verrassend, want we spreken over een dossier waarmee honderden tot misschien wel duizenden miljarden dollars gemoeid zijn. Op de plenaire slotzitting werd afgeklokt op 300 miljard dollar, een minimumbedrag dat de ontwikkelde landen tegen 2035 elk jaar zullen bieden aan kwetsbare landen. Een verdriedubbeling, want sinds 2009 geven de rijke landen samen slechts 100 miljard per jaar. Toch is het slotbedrag aanzienlijk lager dan werd gevraagd.
Eerder berekenden klimaatexperts dat tegen 2030 jaarlijks wel 1.000 miljard dollar nodig zou zijn aan klimaatsteun. De ontwikkelingslanden vroegen 1.300 miljard. Het afgesproken bedrag is dus nog geen vierde hiervan. Het geld dient zodat arme en kwetsbare landen kunnen verduurzamen en zich voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering.
Milieuorganisaties vonden het akkoord "pijnlijk ontoereikend", en ook de afgevaardigden van de armere en kwetsbare landen, waren uiteraard ontevreden. De beloofde financiering tegen 2035 is "te weinig, te laat en te dubbelzinnig", stelde de Keniaan Ali Mohamed, die sprak namens de Afrikaanse groep. De Indiase delegatie verwierp de steun als een “optische illusie”.
Gemengde reacties
Von der Leyen was wel enthousiast over het akkoord. Na de moeizame onderhandelingen was het zelfs de vraag of er nog een akkoord zou worden bereikt. Dat is dus toch gebeurd. "Dit akkoord zal de investeringen in de schone transitie stimuleren, emissies terugdringen en veerkracht tegen klimaatverandering opbouwen", stelt von der Leyen.
Ook de aftredende Amerikaanse president Joe Biden prees het akkoord en noemde het een "belangrijke stap". Frankrijk vond de overeenkomst dan weer "teleurstellend" en onvoldoende gezien de uitdagingen. De conferentie in Bakoe werd volgens de Franse minister van Ecologische Transitie gekenmerkt "door desorganisatie en een gebrek aan leiderschap van het Azerbeidzjaanse voorzitterschap".
Bij ons reageert Vlaams minister van Klimaat Melissa Depraetere (Vooruit) aan VRT NWS dat het "een heel goede zaak is dat er eindelijk opnieuw een wereldwijd bedrag voor klimaatgeld is afgesproken".
Dat bedrag ligt drie keer hoger dan het huidige, maar volgens Depraetere betekent dat niet dat Vlaanderen zijn bijdrage zal verdrievoudigen. "Het belangrijke aan dit klimaatakkoord is net dat landen die heel snel groeien en veel vervuilen, ook hun deel zullen doen", zo doelt ze op landen zoals China en Saudi-Arabië. Die moesten tot nu toe geen bijdrage leveren. De bijdrage van de zogenaamde ‘groeilanden’ gebeurt echter wel op vrijwillige basis. Het is dus afwachten hoe aanzienlijk deze zal zijn, stelt VRT NWS.
Waarom akkoord?
Dat de armere landen uiteindelijk toch gezwicht zijn voor een deal die ze amper kunnen smaken, valt eenvoudig te verklaren. Volgend jaar is president Donald Trump aan de macht in de Verenigde Staten. Zijn administratie zal naar alle waarschijnlijkheid nog minder bereid zijn om aanzienlijke klimaatsteun te bieden dan het team van Biden. Het had voor de ontwikkelingslanden dus erg riskant geweest om de deal uit te stellen naar volgend jaar. De kans dat ze op de komende klimaattop in Brazilië iets beter uit de brand hadden kunnen slepen, is quasi nihil. Bovendien staat klimaat in slechts weinig landen hoog op de agenda, en nemen kwesties als migratie en de oorlog in Oekraïne zowel in de politiek als binnen de publieke opinie de bovenhand.
Koolstofmarkten
Dat brengt ons bij de koolstofmarkten, één van de belangrijkste nevendossiers. Zaterdagavond hebben de deelnemers twee sleutelteksten goedgekeurd die als kader moeten dienen om dit systeem in leven te roepen. Bedrijven zullen de uitstoot van broeikasgassen kunnen afkopen, ten voordele van projecten in het Zuiden. Volgens diverse ngo’s, waaronder Greenpeace, zet dit systeem de poort wagenwijd open voor misbruik. “Deze nieuwe overeenkomst saboteert de 1,5°C-doelstelling van het Akkoord van Parijs door nieuwe achterpoortjes te bieden aan de olie- en gasindustrie”, klinkt het.
De oprichting van koolstofmarkten, ook gekend als artikel 6 van het Klimaatakkoord van Parijs, is al bijna tien jaar voorwerp van langdurige onderhandelingen. Het uiteindelijke akkoord werd dan ook op groot applaus onthaald binnen COP29. “Deze grensoverschrijdende samenwerking moet het mogelijk maken om de kosten van de uitvoering van de nationale plannen van landen om klimaatverandering tegen te gaan (NDC's) met maximaal 250 miljard dollar per jaar te verlagen”, zei het Azerbeidzjaanse voorzitterschap van COP29, “Klimaatverandering is een transnationale uitdaging en artikel 6 zal het mogelijk maken om internationale oplossingen te vinden. Want het maakt de atmosfeer niet uit waar emissiereducties worden bereikt”, voegde COP29-voorzitter Mukhtar Babayev eraan toe. Hij noemt de op te richten koolstofmarkten ‘hoogwaardig’ en ‘transparant’. Middelen waarmee landen en bedrijven zouden kunnen samenwerken om hun klimaatdoelstellingen te halen.
Achterpoortjes
Maar niet iedereen deelt die mening. Diverse ngo’s spreken van een gebrek aan integriteit. De spelregels van deze koolstofmarkten zouden te laks zijn, met alle gevolgen van dien voor het klimaat. “Dit mechanisme is klimaatoplichterij en vervuilers zouden gedwongen moeten worden om te betalen voor het opruimen van de schade die ze hebben veroorzaakt, maar in plaats daarvan krijgen ze een vrijbrief om door te gaan met het uitstoten van broeikasgassen”, zegt Nadia Cornejo van Greenpeace België.
De koolstofmarkten zijn klimaatoplichterij en vervuilers zouden gedwongen moeten worden om te betalen voor het opruimen van de schade die ze hebben veroorzaakt
“Het koolstofmarktmechanisme dat is overeengekomen op COP29 is geen oplossing voor klimaatfinanciering en zal alleen een reddingslijn bieden aan de vervuilende fossiele brandstofindustrie door deze in staat te stellen haar uitstoot te compenseren”, zegt An Lambrechts, een expert bij Greenpeace.
Maar wat werd er nu precies goedgekeurd? De eerste tekst die werd aangenomen heeft betrekking op artikel 6, lid 2, van de Overeenkomst van Parijs, dat twee landen toestaat samen te werken bij het nakomen van hun klimaatverbintenissen door het uitwisselen van “internationaal overgedragen mitigatie-resultaten” (ITMO's). Eén van de uitdagingen bij de oprichting van deze koolstofmarkten, was het voorkomen van dubbeltellingen door een betrouwbaar boekhoudsysteem op te zetten. De te lakse regelgeving omtrent de koolstofmarkten was dan ook de reden waarom de goedkeuring van deze regels tijdens de COP28 in Dubai vorig jaar werd geblokkeerd door de EU. Volgens Ngo’s is de aangepaste tekst echter nog steeds onvoldoende robuust en transparant, en blijft de weg voor misbruik open.

Bron: Eigen berichtgeving, Belga, vrtnws
Beeld: cop29.az