Brouns: “Pas tevreden als jonge boeren opnieuw investeren in hun bedrijf”

Een belangrijke horde is genomen, maar de weg is nog lang: zo beschrijft Vlaams landbouwminister Jo Brouns (cd&v) het stikstofakkoord. Hij beseft ook dat de inspanningen die aan de sector gevraagd worden, bijzonder verregaand zijn en dat er nog altijd veel onzekerheid leeft bij de landbouwers. “Ik zal pas tevreden zijn als jonge boeren opnieuw durven dromen en investeren in hun bedrijf. Maar ik geloof sterk in de innovatiekracht van de sector en ik ben ervan overtuigd dat men binnenkort van over heel de wereld komt kijken naar hoe kwaliteitsvol en milieuvriendelijk we hier produceren in evenwicht met de natuur”, klinkt het stellig.

21 maart 2023  – Laatst bijgewerkt om 21 maart 2023 19:12
Brouns-04

Er kwam heel wat kritiek over de onderhandelingen over het stikstofakkoord. Er werd u en uw partij electoraal gewin verweten. Hoe kijkt u daar tegenaan?

Brouns: Op het ogenblik dat wij ergens echt voor gaan en erin geloven, wordt gezegd dat we last hebben van profileringsdrang. Terwijl we in het verleden het verwijt kregen dat we te grijs waren, te veel ‘enerzijds-anderzijds’.

Persoonlijk heb ik deze onderhandelingen aangevat vanuit de grote overtuiging dat je de toestand van de natuur kan verbeteren zonder dat je een volledige generatie jongen boeren moet verliezen. Ik wil niet dat we over 15 à 20 jaar moeten zeggen: “Waar zijn die jonge landbouwers naartoe?”. Ik heb het gevoel dat men onderschat hoe belangrijk die ontwikkelingsruimte is voor het voortbestaan van een landbouwbedrijf. De investeringen die landbouwers moeten doen om hun uitstoot te reduceren, zijn bijzonder groot. En ja, er is een massief flankerend beleid uitgewerkt, maar die investeringen zullen alleen gebeuren als er voldoende toekomstperspectief wordt geboden.

Op de persconferentie van de Vlaamse regering, meteen na het bereiken van het akkoord, was de stemming bijna euforisch. Van die vrolijke stemming was bij u niet veel te merken. Bent u niet tevreden met het compromis dat werd bereikt?

Ik had ook geen euforisch gevoel. Dit akkoord is een heel belangrijke stap naar meer duidelijkheid en perspectief voor de landbouwsector, wat op zich belangrijk is. Maar eigenlijk is het maar een horde die is genomen in het lange traject naar een definitief stikstofdecreet. Bovendien besef ik maar al te zeer dat de inspanningen die we aan de landbouwers vragen, bijzonder zwaar zijn. Enige realiteitszin leek mij dan ook op zijn plaats.

Na afloop van die persconferentie zei minister Demir dat er tijdens de onderhandelingen een vierde partij mee aan tafel zat. In welke mate heeft Boerenbond dit akkoord mee vorm gegeven?

Het klopt dat ik goede contacten heb met de organisaties die actief zijn in het landbouw-middenveld. Collega Demir heeft die ook met Natuurpunt. Maar stellen dat Boerenbond mee aan de onderhandelingstafel zat, is van de pot gerukt. Wij zijn oud en wijs genoeg om zelf keuzes te maken. Het voorstel rond de laatste twee knelpunten, extern salderen en de vergunbaarheidsdrempels, is bijvoorbeeld hier aan deze tafel met mijn kabinetsmedewerkers geschreven (wijst naar de tafel voor hem, red.).

Dat brengt ons bij de discussie over de mate waarin er garanties zijn dat deze voor cd&v cruciale punten effectief ingang zullen vinden in 2025. Hoe gerust bent u in een positieve afloop voor de landbouwsector?

Behoorlijk gerust toch wel. Ik heb de indruk dat men niet de moeite doet om in de diepte te kijken naar wat cd&v heeft voorgesteld. Dat is geen carte blanche voor de landbouwsector, wel een geconditioneerd voorstel waarbij we het G8-scenario (zie kaderstuk) en de doelen die worden vooropgesteld, duidelijk voor ogen houden.

Ik verklaar mij nader: het milieueffectenrapport (MER) bij de stikstofnota stelt dat de helft van de overschrijding van de kritische depositiewaarde (KDW) tegen 2030 weg moet zijn. Met het maatregelenpakket dat nu voorligt, zal tegen die datum voor 74 procent van het areaal de overschrijding voor 100 procent zijn weggewerkt. We doen dus een veel grotere inspanning dan nodig en daarin wordt nog geen rekening gehouden met de natuurlijke uitvloei als gevolg van de demografie en met de opkoopregeling voor de varkenssector die gestart is.

Brouns-14

Gecombineerd met het voorwaardelijk karakter van onze voorstellen zijn we ervan overtuigd dat zowel het extern salderen als het optrekken van de vergunbaarheidsdrempel geen bijkomende impact zullen genereren. Voor het extern salderen hebben we verschillende grenzen ingebouwd. Zo kan het alleen tussen bedrijven die op hetzelfde natuurgebied (SBZ) een impact hebben. De gecombineerde impact mag niet stijgen en de groei via extern salderen is geplafonneerd. Daarenboven wordt 25 procent van de NER’s afgeroomd bij verhandeling waarvan een deel gaat naar een ‘banking’ systeem. Wie de rechten overneemt en dus meer dieren gaat houden, moet ook altijd een nieuwe vergunning aanvragen en die moet (boven de grens van 0,025% impact) telkens passend beoordeeld worden. Dat garandeert dat de vergunning enkel zal worden toegekend als ze geen bijkomend effect op het nabijgelegen natuurgebied genereert.

En dan zijn er nog twee extra voorwaarden: de rechten van de stoppende boer worden eerst onderworpen aan de generieke reductiedoelstellingen voor de sectoren uit het G8-scenario en er is een limiet in de groei voorzien van maximaal 1.500 kilo ammoniak waardoor de schaalvergroting dus steeds beperkt blijft.

Als je dit allemaal samen neemt, dan kan er in mijn beleving geen bijkomende negatieve impact zijn door extern te salderen. Ons voorstel breekt op geen enkel moment in op de doelstelling om de uitstoot van ammoniak met 17.000 ton te reduceren tegen 2030.

(Lees verder onder het kaderstuk)

Wat staat in het G8-scenario?

G8 is het scenario waarvoor de Vlaamse regering heeft gekozen in de definitieve Programmatische Aanpak voor Stikstof (PAS). In dat scenario moet de uitstoot van stikstofoxiden (NOx) in Vlaanderen tegen 2030 met 45 procent worden teruggedrongen, die van ammoniak (NH3) met 40 procent tegenover het referentiejaar 2015. Om dat doel te bereiken, bevat de conceptnota stikstof een pakket emissiereducerende bronmaatregelen bovenop het Luchtbeleidsplan 2030.

Er zijn verschillende maatregelen in het stikstofplan opgenomen die moeten zorgen dat het doel wordt bereikt. Zo moeten alle piekbelasters tegen 2030 stopgezet zijn. Per sector zijn er ook generieke doelen vastgelegd. Zo moeten alle varkens- en pluimveebedrijven hun stikstofuitstoot met 60 procent terugdringen tegen 2030 in alle niet-ammoniakemissiearme stallen. Voor rundvee gelden er doelstellingen op sectorniveau. Alle vleesvee- en melkveebedrijven moeten hun emissies met 15 procent reduceren, voor mestkalveren gaat het om 20 procent reductie op sectorniveau.

Andere maatregelen in dat G8-scenario zijn: een nulbemesting voor gronden in groene bestemmingen in speciale beschermingszones (SBZ-H), het reduceren van de emissie voor mestverwerkingsinstallaties met de grootste uitstoot en een versnelde afname van de NOx-uitstoot per gereden voertuigkilometer voor wegverkeer.

Maar dit voorstel was onaanvaardbaar voor N-VA?

Ik kan natuurlijk niet in hun hoofd kijken, maar ik denk dat het vooral was ingegeven om nog sneller te kunnen gaan op vlak van reductie. Maar alle extra’s (opkoopregeling varkenshouderij, demografie, red.) bovenop het G8-scenario leiden al tot een snellere reductie. Wij vonden het belangrijk om ook oog te hebben voor ontwikkelingsruimte en haalbaarheid. Vergeet niet, de inspanningen die we van de landbouwsector vragen, zijn niet van de poes.

De politieke afspraak is gemaakt dat Taxandria er niet komt. Een Nationaal Park bovenop alle inspanningen die de boeren in het Turnhouts Vennengebied al moeten leveren, dat overleeft geen enkel bedrijf

Jo Brouns - Vlaams minister van Landbouw (cd&v)

En als compromis komt er dus eerst een milieueffectenrapport om de aanpassing van de vergunbaarheidsdrempel en het extern salderen te onderzoeken. Begrijpt u dat bij landbouwers de vrees leeft dat dit tot niets gaat leiden, gezien alles wat er rond het GLB is gebeurd?

Laten we eerlijk zijn, het was heel duidelijk dat het GLB en het stikstofdossier politiek gekoppeld werden. Maar er is wel een onderscheid tussen beide dossiers. Het GLB heeft altijd een gunstige MER en een gunstige passende beoordeling gekregen. Er was alleen in laatste instantie een negatief advies van het Agentschap Natuur en Bos (ANB).

Een MER is een veel diepgaander onderzoek. Bovendien is het niet per definitie binair: naast ‘het kan’ of ‘het kan niet’, is er nog een andere weg. Zo kan de conclusie bijvoorbeeld zijn dat er nog een aantal voorwaarden moeten toegevoegd worden om het extern salderen ingang te laten vinden. Als dat het geval is, zullen we dat ook doen. Maar we hebben al een vrij strikt voorstel geformuleerd. Dat toont aan dat we begaan zijn met de uitgangspunten die in het krokusakkoord van 2022 werden overeengekomen.

Welke timing is er voorzien voor dit MER-traject?

Er is een politieke afspraak dat mijn kabinet en het kabinet van minister Demir hiervoor gaan samenwerken. We gaan samen bekijken welke procedure de meest haalbare en het vlotst is. De uitgangspunten moeten juist zitten voor deze MER. Het is belangrijk dat alles correct, transparant en objectief verloopt en dat dit met vertrouwen in elkaars diensten en werking gebeurt. Als dat lukt, dan ben ik bijzonder hoopvol en vol vertrouwen dat het goed komt.

En als de MER gunstig is, dan is er afgesproken dat we deze twee bijkomende principes op het niveau van de regering via een amendement in het decreet zullen schuiven vooraleer we naar het parlement gaan.

Uw partijgenoot Bart Dochy zegt dat cd&v het stikstofakkoord niet zal goedkeuren als deze twee zaken niet in het decreet komen te staan. Is dat de partijlijn?

Wij geloven in het voorstel dat we gedaan hebben.

Brouns-12

Tijdens de onderhandelingen hebt u gezegd dat u pas akkoord zou gaan als er een voorstel op tafel lag dat u van Kinrooi tot Diksmuide kan verdedigen bij de landbouwers. Kunt u dat met wat vandaag op tafel ligt?

Als het totaalpakket zoals wij het hebben voorzien, kan geïntegreerd worden in een decreet, dan wel. We hadden in totaal 13 knelpunten gedetecteerd in het krokusakkoord. Het ene weegt natuurlijk veel zwaarder dan het andere en laat ons zeggen dat de twee laatste knelpunten heel zwaar doorwegen.

Maar los daarvan zijn er nog heel wat positieve bijsturingen gebeurd op basis van de bezwaren, de realiteit, nieuwe arresten en inzichten uit Nederland. Denk in dat laatste geval bijvoorbeeld aan het schrappen van de KDW uit de wet. Oké, het zit er nog indirect via de impactscore in, maar dit is toch van een heel andere orde. Als ergens de KDW in een natuurgebied niet wordt gehaald, had dat aanleiding kunnen geven om alle activiteit errond niet langer te vergunnen. Door de KDW in een memorie van toelichting te plaatsen, is het eerder een barometer, niet langer een harde grens. Dat waren moeilijke discussies, maar gelukkig heeft de objectiviteit toch gezegevierd, met dank aan de inzichten uit Nederland. 

De uitbreiding van de vrijwillige uitkoop van landbouwbedrijven met een impactscore tot vijf procent, de zogenaamde oranje bedrijven, en de aanpassingen aan de rode lijst zijn eveneens bijsturingen die voor ons belangrijk zijn. Er is ook overeengekomen dat de zoekzones waar piekbelasters zijn gedetecteerd, tegen 2026 weggewerkt moeten zijn. Dan is er voor die bedrijven ook meer duidelijkheid.

Ik geloof niet dat we blind de richting van de schaalvergroting inslaan. Wel die van de innovatie, maar daar is niets mis mee

Jo Brouns - Vlaams minister van Landbouw (cd&v)

Begrijpt u dat dit stikstofakkoord niet voor de nodige verlossing heeft gezorgd op de landbouwbedrijven? Voor de meesten blijft de onzekerheid overheersen.

Ik begrijp dat. Zeker omdat er nog twee belangrijke zaken uitgeklaard moeten worden. Maar dat betekent niet dat er over andere zaken geen duidelijkheid is. Er komt een decretale verlenging van de vergunning tot 2025 van landbouwbedrijven wiens vergunning afloopt, de varkenssector moet zijn uitstoot niet terugbrengen op stalniveau maar op bedrijfsniveau, het wetenschappelijk comité voor de erkenning van staltechnieken is erkend en zal inzichten uit Nederland versneld meenemen, over de rode lijst zijn nieuwe afspraken gemaakt, de KDW is uit de wet geschrapt, enz.

Het komt er nu wel op aan om die informatie bij de landbouwers te krijgen. We gaan dan ook ter plaatse bij de landbouwers om uitleg te geven. Het is onze verantwoordelijkheid om hen te informeren. Maar ook landbouworganisaties hebben hun rol te spelen. VILT kan natuurlijk ook een bijdrage leveren.

Eén van de vaak gehoorde kritieken is dat er te veel wordt ingezet op technologische oplossingen wat schaalvergroting in de hand zal werken, terwijl circulaire en biologische veehouderijen met open stalsystemen quasi onmogelijk zullen worden. Bent u het daarmee eens?

Voor mij sluit het ene het andere niet uit. Er komt ook een maatregel die grondgebonden landbouw bevoordeelt. Maar het is over het algemeen wel zo dat technologische innovatie schaalvergroting in de hand werkt: “meerdere pootjes leiden vaak tot minder uitstoot”. Al zal dit stikstofakkoord de veestapel wel reduceren. Laat ons wel wezen, er wordt op sociale media vaak verwezen naar de verhoogde investeringssteun voor technologieën, die schaalvergroting in de hand zou werken. Ik geloof dat net het omgekeerde waar is. Doordat we als overheid voor een groter deel van de investering tussenkomen, zorgen we er net voor dat landbouwers niet per sé meer dieren moeten gaan houden om die investering terug te verdienen.

Daarnaast zou ik er toch ook graag op wijzen, dat is een beetje onder de waterlijn gebleven, dat ik vanuit mijn bevoegdheid ook de steun voor verbreding op het bedrijf (zoals korte keten) optrek tot 50 procent ondersteuning voor jonge boeren. Dus neen, ik geloof niet dat we hiermee blind de richting van de schaalvergroting inslaan. Wel die van de innovatie, maar daar is niets mis mee.

Als we de innovatiekracht van Vlaanderen en Nederland samenbrengen, kunnen we heel wat bereiken op vlak van staltechnieken en aangepaste voeding. Ik geloof bijvoorbeeld heel sterk in stikstofneutrale stalsystemen. Door de enorme dichtheid in Vlaanderen zijn we veel eerder geconfronteerd met deze problematieken dan meer uitgestrekte gebieden. De komende jaren zal de innovatie niet te stoppen zijn. Ik denk echt dat we de omslag kunnen maken naar een duurzame landbouw waar heel de wereld naar komt kijken.

Een andere kritiek die terugkomt, is dat er geen visie is over de toekomst van de landbouw. Is het niet uw taak als landbouwminister om de aanzet daarvoor te geven?

Ik vind het wel belangrijk om daar mijn rol in te spelen. Maar we hoeven niet van een wit blad te vertrekken. Vandaag liggen er heel veel puzzelstukken op tafel: GLB, het akkoord over het nieuwe mestactieplan (MAP7), stikstof en de Vlaamse voedselstrategie. Het ene is al wat meer uitgewerkt dan het andere, maar dat zijn wat mij betreft de bouwstenen, de fundamenten om de landbouw van de toekomst mee vorm te geven. Als is het voor mij duidelijk dat er maar één weg te gaan is: verder verduurzamen. 

Welke boodschap hebt u voor de boeren van het Turnhouts Vennengebied? Volgens hen verandert het nieuwe akkoord niets aan hun situatie.

De situatie daar ligt me nauw aan het hart. Ik ben daar al een paar keer langsgegaan om met de mensen in gesprek te gaan. Dat zijn vergaderingen die onder je vel kruipen. Dat het er vaak heel emotioneel aan toegaat, hoeft niet te verwonderen. Het levenswerk van die mensen dreigt verloren te gaan. Het is met die mensen op mijn netvlies dat ik elke stap en elke keuze in dit dossier heb gemaakt. Ik ben me heel goed bewust van de inspanningen die de landbouwers daar moeten leveren.

Maar hoe kwetsbaar de natuur er ook is, ik vind dat die landbouwers goed ondersteund moeten worden. Wie verder wil boeren, moet die kans krijgen. Wie er toch voor kiest om te stoppen, zorgt dat er ruimte ontstaat voor wie blijft.

In mijn ogen kan het werk van intendant Piet Vanthemsche er de komende jaren dan ook niet af zijn. Uit zijn rapport was al gebleken dat men er met een vrijwillige opkoopregeling, de generieke reductiemaatregelen per sector, de inspanningen uit Nederland en de extra tijd die er voor die regio wordt gegeven tot 2045, wellicht toch zal in slagen om voldoende reducties te realiseren. In dat opzicht ben ik wat bevreesd voor de gevolgen van de verkiezingsuitslag in Nederland. Als daar de stikstofinspanningen worden teruggeschroefd, zal dit ongetwijfeld een invloed hebben op de inspanningen die nodig zijn in het Turnhouts Vennengebied.

En wat als het Nationaal Park in de regio, Taxandria, over een paar maanden een erkenning krijgt?

Daarin is het rapport van de intendant duidelijk: én de stikstofinspanningen voor het Turnhouts Vennengebied én de erkenning van Taxandria, dat gaat niet. Met alle verplichtingen die er voor de landbouwers in de regio al vastliggen en daar een Nationaal Park bovenop, dat is voor elk bedrijf dodelijk. We hebben dan ook de politieke afspraak gemaakt dat Taxandria er niet komt.

Voor sommige bedrijven in de agrovoedingsketen zal dit akkoord ongetwijfeld een grote impact hebben, zelfs in die mate dat je kan spreken van disruptie

Jo Brouns - Vlaams minister van Landbouw (cd&v)

Maar daar stopt het natuurlijk niet. Vandaag gaat het om het in stand houden van de natuur, Europa wil binnenkort ook verplichtingen opleggen op vlak van natuurherstel. Open Vld-parlementslid Steven Coenegrachts riep recent minister Demir op om haar ‘sturm und drang’ te gebruiken om een uitzondering te vragen voor de Vlaamse context. Hoe realistisch is dat?

Ik kan hem daar alleen maar in bijtreden. Als je ziet wat we nu al aan inspanningen vragen, dan knijpen we de landbouwsector dood als we daar nog eisen bovenop leggen. Ik denk dat het nodig is dat we de nodige realiteitszin aan de dag leggen. Bij EVP, de fractie in het Europees parlement waar de cd&v toe behoort, is men zich daar in elk geval voldoende van bewust.

We hebben het tot nu toe enkel gehad over de landbouw, maar de sector zit natuurlijk ingebed in een hele keten. Er dreigen 20.000 jobs in de agrovoedingsketen te verdwijnen door het stikstofakkoord. Heeft de Vlaamse regering daar abstractie van gemaakt?

Mijn partij en ikzelf zien heel duidelijk welke impact de keuzes hebben, die gemaakt worden. Maar ik stel inderdaad vast dat anderen daar anders naar kijken. Ik denk dat men er rekening mee houdt dat dit een reconversie is die een hele sector moet doormaken.

Door voor voldoende perspectief te zorgen voor landbouwbedrijven, zorg je ervoor dat er een basis voor de sector blijft. Dit kan een voedingsbodem zijn voor de rest van de keten, maar het lijdt geen twijfel dat die ook een transformatie zal moeten ondergaan. De bedrijven in de keten zullen mee op de trein van duurzaamheid en innovatie moeten springen. Maar voor sommige bedrijven zal dit ongetwijfeld een grote impact hebben, zelfs in die mate dat je kan spreken van disruptie.

We spoelen even 14 maanden vooruit. Wanneer zal u tevreden zijn als u terugkijkt op uw termijn als minister van Landbouw?

Als ons volledig voorstel, dus met de twee knelpunten, kan verankerd worden in een decreet en er dus terug perspectief kan komen voor de sector. Ik zal tevreden zijn als ik zie dat jonge boeren opnieuw durven dromen en investeren in mooie en performante bedrijven waar heel de wereld naar komt kijken. Dat ze zien hoe kwaliteitsvol en milieuvriendelijk we hier produceren in evenwicht met de natuur.

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek