Bioboerderij De Vleterbeek zorgt met weidehut voor meer dierenwelzijn voor zeugen en biggen

Reportage

Landbouwer José Metsu van bioboerderij De Vleterbeek zette de stap naar bio in 2019. Zijn biovarkens hebben sowieso een buitenloop, maar nu gaat hij een stap verder met een verplaatsbare buitenhut in de wei. “Had ik het eerder geweten, dan zou ik er veel eerder mee begonnen zijn. Het is veel gemakkelijker, je moet minder investeringen doen en het is beter voor de dieren", laat hij weten. Met deze verrijdbare buitenhut in de wei sleept hij een nominatie voor de BioVLAM 2024 in de wacht.

18 september 2024
Lees meer over:
Biovarkens buitenloop De Vleterbeek_VLAM

Bioboerderij De Vleterbeek in Poperinge is een gemengd biologisch landbouwbedrijf waarlangs de Vleterbeek kabbelt. José Metsu (54) is al de vierde generatie aan het werk op deze boerderij, en één van de amper tien biologische varkensboeren in Vlaanderen. Hij heeft ongeveer 100 zeugen en 900 biggen en mestvarkens. In 2019 waagde hij de overstap naar bio. “Toen het advies kwam dat ik het aantal dieren op mijn gangbaar bedrijf moest verdubbelen, heb ik beslist het over een andere boeg te gooien. Ik zag die groei niet zitten. Daarom besloot ik voor bio te gaan. Het is meer werk, maar het is gelukkiger werken”, stelt hij.

Focus op dierenwelzijn

Het idee voor de buitenhut haalde Metsu bij een Europees project. “Via vakvereniging BioForum kreeg ik de kans om deel te nemen aan een project dat onderzoekt hoe het dierenwelzijn voor biologische kippen en varkens verbeterd kan worden. Dierenwelzijn is immers zeer belangrijk in bioveeteelt. Het doel is om het natuurlijke gedrag van de dieren te bevorderen en hun gezondheid en veerkracht te verbeteren.” 

Een concreet resultaat van het project is dat er nu buitenhutten voor varkens staan in vier landen. “Ik heb één buitenhut, geleverd door een Deense firma, op een weideperceel, waarin twee zeugen en hun biggen ieder een eigen deel hebben om te liggen en te slapen op stro. Ze kunnen ieder moment vrij naar de weide om te grazen of te spelen”, legt de bioboer uit. De buitenhut heeft geen bodem, de varkens leven er op stro op de grond. "Na zeven weken blijft er een laag stro en mest achter, waar we de bovenste laag van afscheppen, dat is een super product.”

Gras en granen

Het grote nadeel van de bestaande kraamhutten is dat ze vaak klein zijn en op die manier stress kunnen veroorzaken bij de dieren. Vaak sterven er biggen omdat de moederzeug soms onbedoeld op haar biggen gaat liggen. In de innovatieve buitenhut hebben de biggen een aparte, warme kruipruimte waar ze veilig zijn voor zo'n ongelukken. Door de grotere ruimte is de zeug minder nerveus en kan ze meer natuurlijk moedergedrag vertonen en beter contact leggen met haar biggen. En zowel de zeugen als de biggetjes vinden het fijn om buiten op de wei te kunnen lopen en gras te kunnen eten. 

Een ander voordeel is dat de varkens gras kunnen eten in de buitenhut. Een Deens onderzoek toont aan dat de vleeskwaliteit verhoogt als varkens gras kunnen eten. “In gras zit enorm veel eiwit. Op deze manier kan je de overzeese teelt van soja reduceren en dat is positief voor het milieu”, aldus de bioboer. Ook granen vormen onderdeel van het dieet van de varkens. “We hebben gelukkig grond om onze eigen granen voor het voeder grotendeels zelf te telen: triticale-erwten, gerst en maïs. Ik kan de granen ook zelf vermalen met een handige machine. De rest koop ik lokaal. Daardoor krijgt het vlees een unieke smaak.”

Van buitenhut naar stal

De kleine varkentjes blijven bijna twee maand in de buitenhut. “Na zeven weken worden de biggen gespeend: dan gaan ze weg van de moeder en krijgen ze geen moedermelk meer”, vertelt Metsu. “Ze moeten sterk genoeg zijn en voldoende vast voedsel kunnen eten om dat te kunnen overleven. Ze verhuizen naar een stal met stro en betonnen buitenloop, waar ze vetgemest worden.” 

Hoe evalueert Metsu de buitenhut tot nu toe? “Ik ben er heel tevreden over, het is aangenaam werken, ik kan er gewoon in rechtstaan. Er hangen thermometers die de binnen- en buitentemperatuur meten. Die waarden stuur ik door naar het onderzoekscentrum.”

Kringlopen sluiten

De Vleterbeek houdt duurzaamheid hoog in het vaandel: “Onze filosofie is om zoveel mogelijk de kringlopen te sluiten: we werken met eigen voeders en eigen gekweekte (moeder)dieren, we hebben een windmolen die elektriciteit produceert en de mest gebruiken we zoveel mogelijk voor onze eigen granenteelt.” 

Aan wie verkoopt Metsu zijn biovlees? “Het grootste deel gaat naar een vaste afnemer en naar Delhaize, maar het vlees van deze buitenvarkens verkopen we zelf via hoeveverkoop. Op anderhalf jaar hebben we al 150 klanten. Dat geeft enorm veel voldoening.” Metsu verpakt zelf het vlees voor de eigen verkoop: “Dat doe ik om de controle te houden. Het is iets duurder. Maar je krijgt waar voor je geld: kwaliteitsvol vlees, geteeld met respect voor het dier." 

"Bioveeteelt vraagt veel meer werk, zoals de mest uit de stallen halen. Ik kan niet zoveel dieren houden, maar ik heb wel meer overzicht. Ik kan nu tussen de dieren wandelen, ze komen naar me toe! Voordien had je dat niet.”

Op 23 september reikt VLAM de BioVLAM uit, de jaarlijkse award voor een gepassioneerde en toonaangevende bio-ondernemer met een vernieuwende kijk op product(ie) of proces in de biosector. Alle Vlaamse biobedrijven kunnen zich aanmelden voor deze prijs. De laureaat wordt gekozen uit vijf door de vakjury genomineerde bedrijven.

Bron: VLAM

Beeld: VLAM

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek