nieuws

Belangenorganisaties bekritiseren Europese ontbossingswet, Duitsland vraagt uitstel

nieuws

Bedrijven hebben onvoldoende tijd om zich voor te bereiden op de Europese ontbossingswet. Dat stelt de Duitse landbouwminister Cem Ozdemir. Duitsland sluit zich dan ook aan bij de kritiek tegen de nieuwe Europese wet tegen ontbossing en heeft de Europese Commissie gevraagd om de inwerkingtreding uit te stellen. De verordening verbiedt de invoer van producten die afkomstig zijn van gronden die sinds begin 2021 ontbost werden, en treft dus heel wat industrieën. Ook Vlaamse belangenorganisaties zetten vraagtekens bij de implementatie en de praktische gevolgen van deze verordening. Zo dreigen de werkingskosten van veehouderijen aanzienlijk te vermeerderen.

18 september 2024 Ruben De Keyzer

De nieuwe verordening tegen ontbossing (EUDR), vorig jaar goedgekeurd door de lidstaten en het Europees Parlement, zou eind dit jaar van kracht moeten worden. Berlijn wenst echter dat de inwerkingtreding "met een half jaar" wordt uitgesteld tot 1 juli 2025, verklaarde Ozdemir, de Duitse minister van Voedselvoorziening en Landbouw (Die Grünen).

Een dag eerder had ook bondskanselier Olaf Scholz zich afgevraagd of de bedrijven wel klaar zijn om de wet toe te passen. In een toespraak voor de Duitse vereniging van uitgevers van kranten en digitale media (BDZV) deelde hij mee dat hij de problemen had aangesneden bij Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en op uitstel had aangedrongen.

Van hout tot chocolade

De ontbossingswet verbiedt de invoer van producten die afkomstig zijn van gronden die sinds begin 2021 ontbost werden. Het gaat onder meer om palmolie, rundvlees, hout, koffie, cacao, rubber, soja en aantal afgeleide producten, zoals chocolade, meubels, printpapier en een reeks palmoliederivaten. Importeurs moeten de opspoorbaarheid van die producten verzekeren.

De wet brengt dus nieuwe verplichtingen mee voor onder meer de papiersector, meubelmakers, chocoladeproducenten en bedrijven die hygiënische producten met palmolie produceren. Ook in de landbouwsector, en met name in de veehouderij, heeft deze wetgeving gevolgen. De BDZV sprak van een "onwerkbare" verordening die bedrijven met "een drastische nieuwe bureaucratische last" opzadelt.

Duitsland behoorde tot de gekwalificeerde meerderheid van lidstaten die de verordening vorig jaar goedkeurde. Enkel Bulgarije, Letland, Polen, Finland en Zweden onthielden zich toen. De voorbije weken is echter meer en meer ongerustheid ontstaan over de impact ervan. Dat geldt ook voor handelspartners. Na de Verenigde Staten drong deze week ook Brazilië op uitstel aan.

Diervoedersector ongerust

In België zijn de sectororganisaties evenmin enthousiast over praktische implementatie van de nieuwe wet. Zo ook BFA, belangenorganisatie voor de Belgische diervoedersector.

BFA trok de voorbije maanden al herhaaldelijk aan de alarmbel. BFA en Fefac, de Europese koepelorganisatie, vroegen eerder al om uitstel voor de implementatie van de EUDR. Nu vraagt BFA vooral duidelijkheid op korte termijn.

Zowel sojaschroot als palmolie zijn cruciale bestanddelen van veevoeder, en worden dus getroffen door de wetgeving. “We staan achter de globale doelstelling van de ontbossingswet EUDR”, zegt Katrien D’hooghe van BFA. “De wetgeving zorgt voor een Europees ‘level playing field’ en voorkomt dat er nog producten worden geïmporteerd die verantwoordelijk zijn voor ontbossing in de landen waar ze geteeld worden.”

“Maar door de problemen met de praktische implementatie vragen we ons af of onze leveranciers wel op tijd klaar zullen zijn om zich aan te passen. Traders die sojaschroot importeren in Europa moeten voldoen aan EUDR-verplichtingen, wat onder meer een registratieplicht inhoudt. Maar de Europese Commissie is nog niet klaar met het IT-systeem waarlangs die registratie dient te gebeuren. Daarbovenop wachten we al lang op de beloofde verduidelijking van de Commissie op de vele vragen waar we nog geen antwoord op hebben.”

Marktverstoring

De grootste bezorgdheid van BFA ligt bij de beschikbaarheid en de prijs van cruciale diervoederbestanddelen, zoals sojaschroot en palmolie. “Zal er voldoende voorhanden zijn, en wat zullen de gevolgen zijn voor de prijs? Veevoederproducenten kopen hun grondstoffen gedeeltelijk aan op termijn en we zien dat er behoorlijke premies worden gevraagd per ton sojaschroot vanaf januari 2025. De notering bedraagt ongeveer 400 euro per ton, en nu worden er premies gerekend tussen 25 en 40 euro per ton.”

Hoewel BFA vermoedt dat er voldoende sojaschroot zal zijn om aan de Europese vraag te voldoen, is vooral de meerprijs dus een groot vraagteken. “Hoe moeilijker het wordt om aan de verplichtingen van de EUDR te voldoen, hoe groter de meerprijs zal zijn”, zegt D’hooghe. “En de eisen die worden gesteld zijn wel behoorlijk. Daarom vroeg Brazilië eerder al een uitstel van de EUDR, en nu ook Duitsland.”

Naast soja- en palmproducten, wordt ook de rundsvleesketen getroffen. “We zijn bezorgd om de afzetketen van ons rundsvlees”, zegt D’hooghe. “We hebben deze bezorgdheid al een aantal keer aangegeven.”

Als de Commissie beslist om uitstel te verlenen, moet ze met die beslissing niet tot december wachten. We hebben zo snel mogelijk duidelijkheid nodig

Katrien D'Hooghe - BFA

“We vragen op korte termijn bovenal duidelijkheid. Onze veehouders, leveranciers en onze fabrikanten weten niet waar ze aan toe zijn. Die onzekerheid werkt marktverstorend en verhoogt de voerkost. Als de Commissie beslist om uitstel te verlenen, moet ze met die beslissing niet tot december wachten. We hebben zo snel mogelijk duidelijkheid nodig.”

Veevoeder produceren met een soja-alternatief, is alleszins geen optie. “Er bestaan geen even performante alternatieven als grondstof”, zegt D’hooghe. “Zeker voor jonge dieren is sojaschroot heel belangrijk omwille van de nutritionele samenstelling, het aminozuurgehalte en de verteerbaarheid. Sojaschroot is voor ons een heel belangrijke grondstof die je niet zomaar één op één kan vervangen door een andere grondstof.”

Traders ongerust

De traders die de grondstoffen voor deze producten naar ons land halen, zijn eveneens nerveus om de implementatie van de EUDR. De federatie van de Belgische graanhandelaars Fegra kijkt met argusogen naar de uitwerking van deze wet. "Onze sector steunt volledig de leidende rol van de EU in de wereldwijde strijd tegen ontbossing", zegt Fegra-woordvoerder Gisèle Fichefet. "Echter, al maandenlang hebben de betrokken sectoren herhaaldelijk benadrukt aan nationale autoriteiten en de Europese Commissie dat bepaalde kritieke elementen nog moeten worden verduidelijkt. Er blijven vele onduidelijkheden bestaan, onder andere over het IT-systeem dat gekoppeld zou moeten worden aan andere databanken, de informatie omtrent traceerbaarheid, de naleving van de regelgeving van de productielanden, de conformiteit met de algemene verordening gegevensbescherming, enzovoort."

"Op dit moment ondervinden veel bedrijven nog steeds moeilijkheden om aan deze complexe regelgeving te voldoen", zegt Fichefet. "Deze onzekerheden kunnen leiden tot potentiële commerciële verstoringen en verlies van markttoegang. Om duidelijke richtlijnen te kunnen opstellen, vraagt onze sector, samen met de andere betrokken sectoren, om een realistisch tijdschema voor de implementatie van de EUDR, en roept daarom op tot uitstel van de verordening. We vernemen dat dit verzoek door steeds meer landen wordt herhaald, waaronder Brazilië, Maleisië en Indonesië, die erop wijzen dat deze verordening mogelijks een negatief effect zal hebben op de mondiale grondstoffenmarkten."

"We hopen daarom van harte dat de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, deze steeds luider klinkende en dringende verzoeken eindelijk in overweging zal nemen, om te verzekeren dat deze regelgeving, hoewel essentieel in de strijd tegen wereldwijde ontbossing, de markten en de betrokken Europese sectoren niet destabiliseert", aldus de Fegra-woordvoerder.

Voor de Belgische situatie is er geen risico op ontbossing daarom vragen wij de invoering van een no-risk statuut

Guy Vandepoel - Hoofdbestuur Boerenbond

Boerenorganisaties: "EUDR mist doel"

Ook landbouworganisatie Boerenbond heeft bemerkingen bij de EUDR. Zij sluit zich aan bij het standpunt van lobbygroep Copa-Cogeca, die de stem van Europese boeren vertegenwoordigt. “Voor de Belgische situatie is er geen risico op ontbossing, vandaar de vraag voor de invoering van een no-risk statuut”, zegt hoofdbestuurder bij Boerenbond Guy Vandepoel. “Bovendien is er via de Sanitel- en TRACY databank ook traceerbaarheid gegarandeerd wat betreft herkomst van Belgisch rundvlees. Die kennen ook de gevraagde geo-coördinaten.”

Boerenbond wijst net als BFA op de vermoedelijke extra kosten voor de veehouderij. Naast de invoer van een ‘no-risk statuut’, pleit lobbygroep Copa-Cogeca er ook voor om de zorgvuldigheidseisen voor de veehouderij te herzien, en vooral duidelijker te omlijnen. Het informatiesysteem waarop deze verordening zal leunen, moet eveneens worden verbeterd en gekoppeld worden aan bestaande traceersystemen om de administratieve lasten te verlichten.

Het is van lotje getikt dat elk Vlaams rund een certificaat zal moeten hebben. Leuk voor de certificeringsinstanties die er een bron van inkomsten bij hebben, meer echt niet

ABS

Het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) is allerminst opgezet met de wetgeving in haar huidige vorm. “De ontbossingswet, hoe nobel ook van opzet, mist zijn doel. Vlaanderen kent geen ontboste gebieden, in de zin van de wet, in gebruik voor landbouw.  Het is van lotje getikt dat elk Vlaams rund een certificaat zal moeten hebben. Leuk voor de certificeringsinstanties die er een bron van inkomsten bij hebben, meer echt niet”, meldt de landbouworganisatie aan VILT.

"Landbouwgrond geviseerd"

“Het is daarbij opmerkelijk dat er enkel en alleen gesproken wordt over ontbost gebied dat omgezet is in landbouwgrond. Zonder ideologisch fetisjisme had men kunnen spreken over elke vorm van ontbossing waarbij uiteindelijk het gebied een ander doel dan bos krijgt. Daarbij kan je denken aan het mijnen van delfstoffen of zelfs voor de bouw van fabrieken. Klaarblijkelijk spelen er daar andere belangengroepen die duidelijk veel meer macht hebben of is het naar het publiek niet interessant genoeg om het speelveld gelijk te trekken.”

De vrees van BFA voor wat deze regelgeving met de prijzen zal doen, leeft ook bij ABS. “Ontegensprekelijk zal dit de markten verstoren”, meldt de organisatie. “Vlaanderen zal aan deze wet kunnen voldoen, maar tegen welke kostprijs voor de operatoren in de keten? Voor onze rundveehouders zal het voldoen aan deze wet geen probleem zijn, alleen zal het wel telkenmale aangetoond moeten worden. Om te vermijden dat het door een certificatiebureau moet gebeuren en dus veel geld gaat kosten, moet Vlaanderen en bij uitbreiding België kunnen volstaan met een verklaring dat elk rund en alle rundsvlees dat afkomstig vanuit Vlaanderen per definitie voldoet aan deze wet.”

“Voor de andere sectoren in de veehouderij die meer soja verbruiken (heel vaak is dat sojaschroot), zal het eveneens hun concurrentiepositie, ook op de eigen Europese markt, sterk verzwakken. De veevoedersector doet al zware inspanningen om te vermijden dat er soja uit ontboste gebieden gebruikt wordt, maar met deze wet volstaan die inspanningen niet meer en zullen nog duurdere maatregelen nodig zijn. De prijs van de voeders in België zullen stijgen en daar zal geen enkele compensatie tegenover staan.”

"Lege doos"

Volgens ABS is de kans zeer groot dat de wetgeving uiteindelijk een lege doos zal zijn. “Soja uit ontboste gebieden of verdachte landen zal buiten Europa zeer vlot zijn weg vinden naar landen zoals China, die er geen probleem mee hebben of inlands verbruikt worden”, klinkt het. “De prijs van soja(schroot) uit onverdachte landen zal stijgen en dat gaan we voelen. Op de wereldmarkt zal het voor Europese producenten moeilijk concurreren worden tegen landen als Brazilië, Argentinië, Rusland en zelfs Oekraïne. Maar ook op onze eigen, interne markt zal het moeilijker worden.”

Binnen Europa zal de consument de duurdere prijzen volledig zelf moeten dragen. Dat is dan het directe gevolg van de gemaakte politieke keuzes

ABS

“Er is al een concurrentienadeel doordat landen waar er geen of weinig beperkingen zijn zo goed als ongereglementeerd mogen importeren en dat zal verder toenemen. Brazilië bijvoorbeeld is een verdacht land waar er zowel soja geproduceerd wordt in ontboste als andere gebieden. Soja uit Brazilië zal minder voor Europa bestemd worden, maar dat zal de sojaproductie- en export naar derde landen niet belemmeren. De Europese Commissie spreekt een dergelijk scenario tegen, maar in de praktijk zal er enige risico-aversie bij de inkopers zijn. Daarbij groeit de veestapel er hard, bij zowel rund, kip als varken. Het gebrek aan enige reglementering en het feit dat traceerbaarheid daar een lachertje is, zal maken dat Braziliaans vlees zeer prijsinteressant zal worden. Het is een kwestie van tijd vooraleer de op laagste prijs beluste (industriële) consument het eigen Vlaamse of Europese product links laat liggen, tenzij ze het aan dezelfde te lage, niet kostendekkende prijs, kunnen aankopen.”

“Wil men een echte ontbossingswet hebben, dan zal die veel breder dan enkel landbouw moeten gaan”, concludeert ABS. “Dan moet de controle op verwerkt importproduct ook voldoende strikt zijn en moet er een importheffing zijn die het kunstmatig gecreëerd concurrentienadeel volledig uitvlakt. De inkomsten van die importheffing moeten dan op zijn beurt gebruikt worden om onze duurzame producten aantrekkelijk te maken op de markten buiten Europa. Binnen Europa zal de consument de duurdere prijzen volledig zelf moeten dragen. Dat is dan het directe gevolg van de gemaakte politieke keuzes.”

Ook Brazilië vraagt uitstel en andere aanpak voor EU-ontbossingswet
Uitgelicht
Brazilië heeft de Europese Commissie gevraagd om de wet omtrent ontbossing te herzien en vooralsnog niet te laten ingaan op 1 januari 2025. De verordening houdt onder meer een...
12 september 2024 Lees meer

Bron: Eigen berichtgeving

Beeld: Greenpeace

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek