"Begrip ruimtelijk rendement moet ambitieuzer ingevuld"

Om te vermijden dat met ongewijzigd beleid de ‘verstening’ van Vlaanderen wordt verdergezet, moet het begrip 'ruimtelijk rendement' ambitieuzer worden ingevuld. Dat schrijft de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening – Onroerend Erfgoed, of kortweg SARO, in een nieuw advies. Het is volgens de Raad bovendien “onduidelijk” waar die bijkomende bebouwing dan wel zou kunnen gebeuren. “De ruimte moet kwalitatief worden ingevuld, met aandacht voor verweving van functies”, zo klinkt het.

Dagelijks verdwijnen in Vlaanderen ettelijke (hect)aren onder een laag beton. Die zogenaamde ‘verstening’ speelt de landbouwsector parten, net zoals andere ruimtegebruikers als natuur, industrie en de bouwsector, die eveneens hun eigen stukje grond claimen. De Vlaamse overheid werkt al jaren aan een overkoepelende langetermijnvisie op ruimte die zou moeten uitmonden in een Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV). De SARO laat in een nieuw advies zijn licht schijnen op de vooruitgang die in de ontwerpteksten is geboekt.

De Raad merkt op dat de samenhang tussen de diverse ruimtelijke principes en beleidslijnen als het gaat over ruimtelijk rendement niet duidelijk is in de ontwerpteksten. De ruimtelijke principes in die teksten laten nog steeds verdere bebouwing van de niet-bebouwde ruimte toe, zowel binnen het bestaande ruimtebeslag als via een toename van het bestaande ruimtebeslag, zo blijkt uit de evaluatie van de Raad. 

Daarom vindt de SARO dat het begrip ruimtelijk rendement ambitieuzer moet worden ingevuld, zowel op korte als lange termijn, om te vermijden dat met ongewijzigd beleid de ‘verstening’ van Vlaanderen verder wordt gezet. “Bovendien is het ook onduidelijk waar die bijkomende bebouwing in Vlaanderen kan gebeuren”, aldus de Raad. “De werktekst van het BRV stelt dat meer dan vroeger koppelingen gemaakt zullen worden met openbare vervoersnetwerken, wat positief is maar een verdere concretisering vereist, zodat er een blijvend sturend locatiebeleid wordt uitgewerkt dat inzet op de vrijwaring van de open ruimte.” Verweving van functies moet daarbij centraal staan, aldus de SARO.

Lees het volledige advies hier.