"Kleinschalige melkveehouderij oplossing voor armoede"
nieuwsKleinschalige melkveebedrijven meer competitief maken, kan armoede terugdringen en de leefbaarheid van de plattelandsdorpen in vele ontwikkelingslanden verbeteren. Daarvoor moeten de bedrijfjes wel toegang krijgen tot microkredieten en informatie om hun bedrijfsvoering te optimaliseren. Dat concludeert Wereldvoedselorganisatie FAO in een rapport.
De wereldwijde vraag naar melk stijgt jaarlijks met 15 miljoen ton. Vooral in ontwikkelingslanden groeit de vraag. “Als deze groei wordt opgevangen door kleinschalige melkveebedrijven zorgt dat voor ongeveer drie miljoen banen per jaar in de primaire productie alleen al”, zegt Samuel Jutzi van de FAO. “De ontwikkeling van de zuivelsector kan op die manier een belangrijke bijdrage leveren aan het bereiken van de millenniumdoelstellingen om honger en armoede terug te dringen”.
Wereldwijd zijn er naar schatting zo’n 150 miljoen kleinschalige melkveebedrijven en worden zo’n 750 miljoen mensen betrokken bij de productie van melk. Het merendeel daarvan woont in ontwikkelingslanden. Gemiddeld hebben die bedrijven twee koeien en produceren ze 11 liter per dag. Daartegenover staat dat er zes miljoen consumenten van melk en zuivelproducten op de wereld zijn. Ook hiervan bevindt de meerderheid zich in ontwikkelingslanden.
Uit de studie van de FAO blijkt dat kleinschalige melkveebedrijven tegen zeer concurrerende kostprijzen kunnen produceren. “Als deze kleine bedrijven erin slagen om zich te verenigen, dan hebben zij het potentieel om te concurreren met grote, kapitaalsintensieve en hoogtechnologische zuivelbedrijven over heel de wereld”, staat te lezen in het rapport. Dergelijke bedrijfjes behalen over het algemeen immers een hoog inkomen per liter melk. Zij produceren immers hun eigen diervoeders en zijn niet afhankelijk van prijsstijgingen voor het veevoeder.
De stijgende vraag naar zuivelproducten in ontwikkelingslanden, vooral door de groei van de bevolking en door de stijgende inkomens, biedt heel wat kansen voor kleinschalige melkveebedrijven. Wellicht kunnen zij in de toekomst ook voordeel halen uit de verwachte stijging van de wereldmarktprijzen voor zuivelproducten. Een aantal ingrepen zoals beter management, de uitbreiding van de veestapel en een stijging van de melkproductie kan gemakkelijk de productiviteit van de kleine boeren verbeteren, aldus de FAO.
Dat laatste is vaak nog een groot probleem bij boeren in ontwikkelingslanden. “De managementskills ontbreken, ze kunnen te weinig beroep doen op advies over productie en marketing, ze hebben onvoldoende toegang tot kredieten of kapitaal en de melkkwaliteit is onvoldoende”, klinkt het. Het beleid in westerse landen (prijsondersteuning, melkquota, directe steun, investeringsprogramma’s, enz.) benadeelt de boeren in het zuiden.
Ook milieuoverwegingen vormen een bedreiging voor de kleinschalige melkproductie. De voetafdruk van melkveebedrijven met lage productie wordt groter geacht dan de voetafdruk van hoogtechnologische, efficiënte melkveebedrijven. Een aanpassing van het veevoeder zou de voetafdruk van de kleine bedrijven al sterk kunnen terugdringen.
De FAO benadrukt ook dat het niet alleen draait om een productieverhoging bij de kleinschalige melkveehouders. “De competitiviteit van de hele zuivelketen moet opgedreven worden. Niet alleen landbouwers, maar ook toeleveranciers, handelaars, verwerkers en de distributie moeten daarbij betrokken worden”.
Meer informatie: 'The status and prospects for smallholder milk production. A global perspective.'