Is de controle van hoevemelk sluitend voor antibiotica?

Melkcontrolecentrum-Vlaanderen, dat als kerntaak de kwaliteitsbepaling van rauwe melk heeft, wenst na het bekend raken van het doctoraat van ILVO-onderzoeker Wim Reybroeck te benadrukken dat het slechts zelden voorkomt dat melk vals positief test op antibiotica. “Ieder positief resultaat wordt aan bijkomende testen onderworpen om te vermijden dat een melkveehouder onterecht gepenaliseerd wordt”, klinkt het.

Uit het doctoraatswerk van Reybroeck zou men kunnen afleiden dat vals positieve remstoffentesten frequent voorkomen en - hoewel dit volgens MCC-Vlaanderen niet met zoveel woorden is gezegd - een reëel probleem vormen in die zin dat een positieve test een belangrijk economisch verlies vormt voor de melkveehouder.

De realiteit is volgens Melkcontrolecentrum Vlaanderen anders. “Ieder positief resultaat op de screeningstest wordt door ons aan verder onderzoek onderworpen. Het is slechts na een reeks bijkomende testen dat het definitief resultaat wordt geregistreerd en meegedeeld aan de melkveehouder”, zegt De Meulemeester.

“MCC-Vlaanderen schrikt niet van de resultaten van het onderzoek. “Wat het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) daar vaststelde, is precies de reden waarom ter bevestiging of ontkenning bijkomende analyses worden uitgevoerd”, zegt MCC-voorzitter François Achten. “Het is met andere woorden enkel de volledige procedure die tot een definitief resultaat leidt.”

De testen die door MCC gebruikt worden, zijn erkend door het Voedselagentschap en richten zich op de courant gebruikte antibiotica of chemotherapeutica in de melkveehouderij. Bovendien wordt ieder lot aan reagentia door het ILVO vooraf goedgekeurd en wordt de performantie ervan via interne en externe controles continu nagegaan.

MCC-Vlaanderen vindt het goed dat de consument weet en beseft dat iedere melklevering aan de zuivelfabriek wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van kiemgroeiremmende stoffen (antibiotica en chemotherapeutica, nvdr). Op die manier controleert MCC meer dan 750.000 tankmelkmonsters per jaar. Slechts een duizendtal monsters per jaar reageert positief, waarvan de helft wordt bevestigd.

“In praktisch alle gevallen gaat het om antibiotica die behoren tot de groep van de penicillines. Dat is op zich een goed resultaat”, zegt De Meulemeester, “desondanks blijft de zuivelsector verder inspanningen leveren om dit kleine percentage verder naar beneden te krijgen. Antibiotica en chemotherapeutica worden al decennia lang ingezet ter behandeling van allerhande infecties. Uierontsteking is wellicht de belangrijkste, maar daarnaast worden deze geneesmiddelen ook gebruikt voor onder meer klauw- en ademhalingsaandoeningen of vruchtbaarheidsstoornissen.

Een melkveehouder zal vermijden dat van deze geneesmiddelen residu’s in de melktank terecht komen door de wachttijd van het geneesmiddel te respecteren alvorens melk van het behandelde dier te leveren. “Een goede identificatie van de behandelde koeien is hiervoor essentieel”, weet De Meulemeester.

De wachttijd staat duidelijk vermeld op de bijsluiter. Bovendien zal de behandelende dierenarts de veehouder hiervan nog eens formeel op de hoogte stellen. “Iedere melkveehouder zal na afloop van de reguliere wachttijd de melk nogmaals zelf controleren met een eenvoudige test die hij zelf kan uitvoeren”, illustreert de directeur van MCC-Vlaanderen de nauwgezetheid waarmee gewerkt wordt.

Worden er meer antibiotica gebruikt in de veehouderij? Klopt het dat melk "het best gecontroleerde voedingsmiddel is"? In 2011 gaat geVILT op zoek naar een antwoord bij vzw Melkcontrolecentrum-Vlaanderen.