Minder antibiotica bij landbouwdieren, maar daling niet sterk genoeg om alle streefdoelen te halen
nieuwsNiet alle streefdoelen om het antibioticagebruik in de Belgische veehouderij te reduceren werden in 2024 gehaald. Dat blijkt uit het nieuwste rapport van AMCRA, het kenniscentrum inzake antibioticagebruik bij dieren. Zo blijft het aantal alarmgebruikers in sommige sectoren te hoog. Daarnaast zorgde de uitbraak van blauwtong voor een opflakkering in de verkoop van antibiotica, waardoor de reductiedoelstelling niet werd gehaald. Tegelijk ziet AMCRA bemoedigende vooruitgang bij andere streefdoelen.
Antimicrobiële stoffen zijn van vitaal belang voor het behandelen en voorkomen van de verspreiding van ziekten. Ziekteverwekkers kunnen echter, en voornamelijk bij overmatig gebruik, resistentie ontwikkelen tegen deze geneesmiddelen. Dit vormt een bedreiging voor de volks- en de diergezondheid. Er worden zowel nationaal als internationaal heel wat inspanningen geleverd om de werking van antibiotica te vrijwaren.
In het nieuw rapport van AMCRA blijkt dat de Belgische dierlijke sector twee van de vier reductiedoelstellingen uit de ‘Visie 2024’ echter niet volledig heeft gehaald. Zo werd getracht om het totaal antibioticagebruik bij dieren in België te laten evolueren naar het mediaangebruik in Europa, gemeten op basis van verkoopcijfers. Dit zou een daling van de antibioticamiddelen met 65 procent betekend hebben ten opzichte van 2011. De reductie bleef echter hangen op 60 procent. De voorbije jaren ging het nochtans de goede richting uit, maar vorig jaar werd opnieuw een stijging van 6,3 procent gemeten.
Kloof tussen verkoop en gebruik
De stijging was uitsluitend het gevolg van de groeiende verkoop van antibacteriële farmaceutica, terwijl de verkoop van antibiotica gemedicineerde voederes bleef dalen. Volgens AMCRA is dit wellicht voor een deel te wijten aan de opkomst van het blauwtongvirus in België, dat een aantal gevolgen heeft gehad voor de gezondheid van herkauwers, waaronder de vatbaarheid voor secundaire bacteriële infecties. “De stijging in 2024 verandert niets aan de doelstelling om de totale verkoop van antibiotica tegen 2030 met 70 procent te verminderen”, aldus AMCRA.
Terwijl de totale verkoop in 2024 steeg, merkten de onderzoekers wel een daling in de werkelijke gebruikscijfers. Zo daalde het gebruik bij varkens met 6 procent, 21 procent bij pluimvee en 1 procent bij vleeskalveren. “De kloof tussen verkoop en gebruik in 2024 was ongeveer 19 ton”, duidt AMCRA. “Dit is opmerkelijk veel en toont aan dat we in de toekomst veel meer de gebruiksdata in het oog moeten houden om de situatie in België op te volgen en nieuwe streefdoelen op te stellen.” Volgens het kenniscentrum ligt het verschil tussen het gebruik en de verkoop aan verschillende factoren zoals het aanleggen van voorraden, aankopen in het buitenland en onderraportage.
Doelstelling alarmgebruikers deels gehaald
Een andere doelstelling dit jaar was het aantal alarmgebruikers te beperken tot maximaal één procent. Dat zijn bedrijven met een structureel hoog antibioticagebruik. In alle diercategorieën daalde dat aantal, maar sommige groepen haalden het percentage niet. Dat was het geval bij gespeende varkens, vleesvarkens en vleeskalveren.

Steeds minder antibacteriële premixen
De andere nationale reductiedoelstellingen werden daarentegen wel gehaald. In vergelijking met 2011 daalde de verkoop van met antibiotica gemedicineerde diervoeders in 2024 in totaal met 89 procent. Daarmee is de doelstelling van 75 procent ruimschoots bereikt. “Tegen 2027 is het de bedoeling om volledig af te bouwen,” stelt AMCRA als nieuw streefdoel.
Ook de verkoop van kritieke antibiotica bleef dalen en zakte tot 81 procent onder het niveau van 2011, duidelijk boven de vastgestelde doelstelling van 75 procent. De verkoop van colistine, een kritisch belangrijk antibioticum met hoogste prioriteit voor de volksgezondheid, kwam overeen met 0,69 mg/kg biomassa in 2024, waarmee de langetermijndoelstelling van 1 mg/kg gehaald werd.
Hoogste antibioticagebruik bij varkens
“De varkenssector verdient erkenning voor zijn inspanningen, vooral het verminderde gebruik van premixen en colistine”, aldus het rapport. De positieve evolutie bij de gespeende biggen springt bij de onderzoekers in het oog. Maar ondanks de vooruitgang blijft de mediaan in deze categorie de hoogste van alle opgevolgde varkenscategorieën én van alle diersoorten. “Biggen krijgen op bijna tien procent van de bedrijven gedurende minstens één derde van hun tijd op de boerderij antibiotica toegediend”, stellen de onderzoekers vast. Ook de vleesvarkens vereisen blijvende aandacht, want dit was de enige categorie van alle diersoorten waar het antibioticagebruik in 2024 globaal toenam.
Opvallend gebruik bij kalkoenen
De pluimveesector heeft de afgelopen vier jaar een opmerkelijke evolutie doorgemaakt. In het eerste jaar na de invoering van het reductiepad voor braadkippen ging het antibioticagebruik steil naar beneden, maar in de twee daaropvolgende jaren bleef het relatief stabiel. In 2024 maakte de braadkippensector opnieuw een grote sprong vooruit. De doelstelling van maximaal één procent alarmgebruikers in deze sector werd uiteindelijk met gemak gehaald. Ook de leghennen lieten in 2024 positieve resultaten zien.
Het hoogste antibioticagebruik in de pluimveesector ligt bij vleeskalkoenen. In alle opgevolgde diersoorten krijgen vleeskalkoen als derde soort het meeste antibiotica toegediend. “Dit zal de komende jaren nauwlettend opgevolgd moeten worden”, aldus AMCRA.

Aandachtspunten bij vleeskalveren en runderen
De vleeskalversector heeft het vastgelegde reductiepad niet gevolgd, maar blijft wel geleidelijk vooruitgang boeken, wat bemoedigend is volgens AMCRA. Maar ondanks die verbeteringen moet de sector zijn inspanningen blijven opschroeven. Het antibioticagebruik bij vleeskalveren blijft het op één na hoogste van alle opgevolgde diersoorten en -categorieën. Volgens AMCRA ligt een deel van de oplossing in een betere sectoroverschrijdende samenwerking met de zuivelsector, vooral nu melkveebedrijven ook antibioticagebruik rapporteren.
De resultaten voor rundvee bevestigen dan weer het algehele lage antibioticagebruik in de sector. De langetermijngegevens over antibioticagebruik bij rundvee, namelijk de verkoop van intramammaire tubes, laten helaas een verdere stijging zien in 2024, tot het hoogste niveau van de afgelopen zes jaar. De rundveesector heeft dus ook nog een aantal aandachtspunten voor de komende jaren.
AMCRA concludeert dat een duurzame samenwerking en inzet van alle belanghebbenden essentieel blijft: “Alleen zo kunnen noodzakelijke reducties verder gestimuleerd worden om een niveau te bereiken dat bescherming biedt tegen de groeiende dreiging van antibioticaresistentie.”
