nieuws

"EU-voorstel kan nieuwe melkcrisis niet voorkomen"

nieuws
“De maatregelen die de Commissie voorstelt, zijn geen oplossing voor de zwakke onderhandelingspositie van melkveehouders”, zegt de European Milk Board (EMB). “Producentenorganisaties mogen niet meer dan 3,5 procent van de Europese melk produceren, wat niet in verhouding staat tot het marktmacht van grote zuivelverwerkers", klinkt het.
9 december 2010  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:57
Lees meer over:

“De maatregelen die de Commissie voorstelt, zijn geen oplossing voor de zwakke onderhandelingspositie van melkveehouders, noch voor de slechte melkprijzen die wij ontvangen”, zegt de European Milk Board (EMB). “Producentenorganisaties mogen niet meer dan 3,5 procent van de Europese melk produceren, wat niet in verhouding staat tot de marktmacht van grote zuivelverwerkers", klinkt het.

Het melkvolume dat een producentorganisatie maximaal mag vertegenwoordigen, is beperkt tot ongeveer 4,7 miljard kg. "Dat is veel te weinig als je bedenkt dat zuivelfabrieken als Arla of FrieslandCampina met 8,7 miljard tot 11,7 miljard kg fabrieksquotum, nu al een marktaandeel van ongeveer 6,5 tot 8,8 procent van de Europese markt in handen hebben en ongehinderd kunnen blijven groeien”, zegt Sieta van Keimpema, vice-voorzitter van de EMB.

Volgens de EMB beëindigen contracten tussen ongelijke onderhandelingspartners het nadeel van de zwakkere partij niet, maar bestendigen zij dit. “Omdat er maar enkele grote zuivelverwerkers zijn, zullen de contractvoorwaarden door deze sterke partijen worden gedicteerd”, vreest EMB. “950.000 Europese melkveehouders staan tegenover ongeveer 5.400 zuivelfabrieken, waarbij de tien grootste zuivelbedrijven ongeveer 30 procent van de melk verwerken”, illustreert de EMB.

Zij vreest ook dat EU-lidstaten sowieso niet snel zullen beslissen om contracten tussen zuivelverwerkers en melkproducenten te verplichten. “De zuivelmarkt stopt niet bij de landsgrenzen. Als één land verplichte contracten invoert en een ander land doet dat niet, dan ontstaan er concurrentienadelen voor de landen die contracten afsloten”, zegt van Keimpema.

De intentie om de coöperaties van verplichte contracten vrij te stellen,valt al helemaal niet in goede aarde bij EMB. “De Duitse mededingingsautoriteit heeft duidelijk aangetoond dat juist in een coöperatie de prijsstelling ‘upside down’ tot stand komt. Dat wil zeggen dat de boer krijgt wat er overblijft, afhankelijk van de verkoop op de markten”, verklaart van Keimpema. Zij is van mening dat dit de coöperaties amper stimuleert om stevig te onderhandelen met de retailers over de melkprijs. “Laat de coöperaties eerst zelf onderhandelen over de prijs die ze aan de boeren moeten betalen  zodat ze verplicht zijn een hogere melkprijs af te dwingen bij hun afnemers”, suggereert de EMB.

De European Milk Board pleit voor de oprichting van een toezichthoudend orgaan, een monitoringscommissie, die naast een voortdurende monitoring van prijs, kosten, volume- en marktontwikkelingen, als doel heeft een duurzame melkproductie in alle regio's van Europa na te streven. “Daartoe stelt deze instantie op basis van kostprijsberekeningen een vork van richtprijzen voor, die op zijn beurt dient als leidraad voor de te produceren hoeveelheden”, legt Schaber uit. “Een vraaggerichte melkproductie is immers de basisvoorwaarde voor kostendekkende melkprijzen en heeft een positiever effect op de landbouw in Europa dan dure, met belastinggeld gefinancierde maatregelen zoals interventie, exportsubsidies of nooduitkeringen”, verduidelijkt de EMB.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek