Wordt insectenkweek zo gewoon als het kweken van kippen en varkens?
duidingWordt insectenkweek net zo gewoon als het kweken van kippen, varkens of koeien? “De sector is de kinderschoenen in ieder geval ontgroeid”, constateert onderzoeker David Deruytter (Inagro). “In 2017 gebeurde evenveel onderzoek naar insecten als in de tien jaar daarvoor. In Europa wordt ook flink geïnvesteerd, miljoenen euro’s.” Over het eten van insecten wordt nog vaak schamper gedaan. “Onterecht”, zeggen de makers van KRIKET, de eerste Belgische krekelreep. “Insecten zijn lekker, en daarnaast zijn ze ook nog eens duurzaam, lokaal geproduceerd en erg efficiënt in het benutten van reststromen als voeder.” Aan het woord is Michiel Van Meervenne, tot voor kort redacteur van VILT.be en de bezieler van VILT TeeVee.
De lancering van de eerste Belgische krekelreep ‘KRIKET, crunchy bites from Brussels’ genoot ruime persbelangstelling. Het blijft dan ook iets apart voor een Belg, insecten eten. Wat voor ons ongewoon is, blijkt op andere continenten de normaalste zaak van de wereld. Insecten zijn er niet ‘jakkes’, maar een smakelijke hap waarmee je kan scoren op feestjes. “In Azië, Afrika en Zuid-Amerika maken insecten deel uit van de culinaire tradities. Wereldwijd worden meer dan 2.000 soorten insecten gegeten. Wij kozen er de krekel uit omdat ik als journalist bij VILT kennismaakte met Little Food, een krekelkwekerij in hartje Brussel”, vertelt Michiel Van Meervenne.
Zus Anneleen Van Meervenne, die mee aan de wieg staat van KRIKET, presenteert de krekelreep als een gezond tussendoortje, goed voor mens én milieu. “Het begon met experimenteren in de keuken, met het aftoetsen van reacties en het zoeken naar financiële middelen. Een crowdfunding werd een groot succes en leverde 13.000 euro op. Met dat geld werkten we voort aan een product dat het eten van insecten meer toegankelijk kan maken. Om een lekkere en tegelijk ‘slimme’ snack te maken op basis van krekelmeel werkten we samen met een diëtiste. Dat resulteerde in een krekelreep die voor zijn energie-inhoud veel voedingswaarde levert, en veel vezels bevat zodat je langer verzadigd bent.”
KRIKET is niet de eerste krekelreep die in Europa op de markt komt. “In Tsjechië is een (meer grootschalige) producent actief die het krekelmeel koopt in Thailand”, weet Michiel, “maar die aanpak vloekt met onze ideeën over een duurzame en lokaal geproduceerde reep.” De milieuvoordelen vindt hij net een belangrijk verkoopsargument. David Deruyter, onderzoeker bij Inagro, beaamt: “Krekels zijn de duurzame eiwitbron van de toekomst. Met één kilo voeder produceer je één kilo krekels, terwijl één kilo rund tien kilo voeder vergt. Bovendien kan je een insect integraal opeten terwijl maar 40 à 45 procent van een landbouwdier uit consumeerbaar vlees bestaat.”
Het lijstje met milieuvoordelen van insectenkweek lijkt eindeloos. Insecten groeien prima op reststromen uit de voedingsindustrie. Inagro experimenteert zelf met zwarte soldatenvlieg, meelworm en krekel en geeft deze insecten groenteafval afkomstig van de eigen proefvelden. “Je zou ze ook kunnen kweken op het voedselafval van supermarkten en huishoudens, maar de wetgever steekt daar een stokje voor. Sinds de gekkekoeienziekte wil men absoluut vermijden dat dieren andere dieren eten, wat dreigt te gebeuren door vleesresten in voedingsafval. Sinds vorig jaar is het toegelaten om insectenmeel te voederen aan vissen in aquacultuur. We hopen op een verruiming van de toelating naar kippen die van nature insecten eten”, aldus Deruyter.
Omdat ze koudbloedig zijn, stoten insecten ook nog eens minder broeikasgassen uit. En ze leggen geen beslag op landbouwgrond want je kweekt ze in bakken die zich verticaal laten stapelen. Terwijl kippen, koeien en varkens behoefte hebben aan bewegingsvrijheid krioelen krekels op en over elkaar. “Met hoe meer ze in een bak zitten, hoe beter ze groeien. Het kweekoptimum situeert zich waar de bak overloopt”, grapt de Inagro-onderzoeker. De insecten die in Europa gebruikt worden voor kweekdoeleinden zijn sprinkhaan, meelworm, krekel en de zwarte soldatenvlieg. “Die laatste smaakt minder lekker, maar groeit enorm snel en heeft zelf een hoge voedingswaarde. Ideaal voor de diervoederindustrie die de vliegen verwerkt in visvoeder en in voeder voor katten, honden en vogels. Behalve als humane voeding en diervoeder kan je insecten ook aanwenden voor technische toepassingen zoals biodiesel, plastic en farmaceutische stoffen.
De expert ziet insecten in de toekomst deel uitmaken van een duurzame en circulaire landbouweconomie. “Insectenkweek is een groeiverhaal in Europa”, onderstreept hij, “in termen van zowel onderzoek als investeringen.” In eigen land worden de onderzoeksinspanningen gecoördineerd door het Strategisch Platform Insecten. “Daar benijden ze ons om in het buitenland”, ervaart David Deruyter. Het grote voordeel van zo’n platform is dat er geen dubbel werk gebeurt bij de vier kennisinstellingen in Vlaanderen met insectenexpertise: Inagro, VIVES Roeselare, Thomas More Hogeschool en KU Leuven. Ook laat het onderzoekers toe om overleg te plegen met de kwekers en met de overheid. “Zo wordt met OVAM gesproken over een oplossing voor de insectenmest die vandaag verplicht gehygiëniseerd wordt.”
Recent stelde Inagro zijn meelwormrobot voor want de behoefte aan handenarbeid is nu het grootste struikelblok voor de kweek. Het drijft de prijs van het eindproduct op. Een tweede moeilijk te overkomen obstakel is de financiering van onderzoek in een sector die slechts een handvol professionele kwekers telt. “Europa, België en Vlaanderen zijn bereid om centen te steken in insectenonderzoek, maar ze verwachten ook altijd een bijdrage van de industrie. Gelukkig wil ook een grootwarenhuisketen of een voedingsbedrijf al eens een keer sponsoren.”
Meer weten? www.insectinfo.be & www.kriket.be