Vlaamse regering zet eerste stap richting nieuw stikstofbeleid
nieuwsHet startschot is gegeven binnen de Vlaamse regering om de volgende Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) voor te bereiden. Vlaams minister van Omgeving en Landbouw Jo Brouns (cd&v) stelde een nieuwe wetenschappelijke commissie samen die de fundamenten moet leggen voor een emissieaanpak die zowel juridisch standhoudt als wetenschappelijk onderbouwd is. In de commissie zullen vijftien experten met een natuurwetenschappelijke, juridische of socio-economische achtergrond de nieuwe PAS helpen uitstippelen.
In het regeerakkoord werd de ambitie vastgelegd om de overgang van een depositie- naar een emissiebeleid te onderzoeken. Met de oprichting van de Wetenschappelijke Interdisciplinaire Commissie Stikstof (WIC) krijgt dat plan nu vorm. Het initiatief kadert binnen de voorbereiding van een volgende PAS. “Daarbij blijft het doel om de impact van stikstofdepositie op kwetsbare natuurgebieden terug te dringen, zonder afbreuk te doen aan rechtszekerheid voor burgers, landbouwers en ondernemers”, aldus minister Brouns.
De samenstelling van de commissie valt samen met het nieuws over de aanpassing van de stikstofregels na een arrest van de Raad van State. Sommige kritische drempelwaarden (KDW’s) zullen daarbij verstrengd worden, dit wil zeggen dat sommige habitattypes gevoeliger blijken aan stikstof dan eerder gedacht. Dit werpt een nieuwe onzekerheid over heel wat lopende en nieuwe vergunningsaanvragen. “Zolang we blijven vasthouden aan het model waar KDW’s als enige, zaligmakende toets voor de vergunningsverlening, zullen we ons blijven vastrijden”, zei Brouns hierover. “Het blijft mijn insteek om het beleid om te gooien van een depositiemodel naar een emissiemodel. De samenstelling van WIC is hierin de eerste stap.”
Sterke wetenschappelijke basis, breed gedragen klankbordgroep
WIC brengt gerenommeerde experts samen, waaronder wetenschappers, rechtsgeleerden en socio-economische experten. Ook vertegenwoordigers van verschillende Vlaamse overheidsentiteiten zullen deelnemen om toelichting te geven bij de gebruikte modellen en cijfers. “De commissie zal zich buigen over noodzakelijke emissiereducties, hun effect op natuurherstel en de juridische en economische implicaties van verschillende beleidsopties”, legt Brouns uit.
Naast het wetenschappelijk team wordt ook een klankbordgroep opgericht met vertegenwoordigers van overheidsinstanties, landbouworganisaties, milieuverenigingen en het bedrijfsleven. Deze groep zal geconsulteerd worden over de onderzoeksvragen en het tussentijdse advies van de commissie. Ook milieuprofessionals en adviesbureaus, die dagelijks in de weer zijn met vergunningsaanvragen nemen deel aan dit overleg.
De resultaten van het wetenschappelijk werk en de input uit de klankbordgroep zullen uiteindelijk richting geven aan het nieuwe PAS-traject, dat de Vlaamse regering nog deze legislatuur vorm wil geven.
Een robuuste aanpak voor een gedeelde uitdaging
Volgens Brouns moet er komaf gemaakt worden met juridisch wankele en wetenschappelijk omstreden modellen. “Met dit initiatief zetten we in op een toekomstgerichte, planmatige aanpak van stikstof, die vertrekt van robuuste kennis en brede betrokkenheid. Alleen zo kunnen we natuurherstel verzoenen met economische ontwikkeling en rechtszekerheid voor iedereen”, luidt het.
Wie zetelt er in de nieuwe wetenschappelijke commissie?
Onderstaande experten zullen worden uitgenodigd voor een startvergadering in functie van het samenstellen van een Wetenschappelijke Interdisciplinaire Commissie – Stikstof
Natuurwetenschappelijke experten: em. prof. dr. Willy Verstraete, prof. dr. Wim de Vries, em. prof. dr. Johan Martens, prof. dr. Tobias Ceulemans, prof. dr. Siegfried Vlaeminck, dhr. Micha Indeherberg, prof. dr. Tim Nawrot, prof. Kris Verheyen
Juridische experten: prof. dr. Aube Wirtgen, prof. dr. Chris Backes, prof. dr. Sigrid De Bois, meester Gregory Verhelst
Socio-economische experten: prof. Erik Mathijs, prof. dr. Ir. Jeroen Buysse, prof. Johan Eyckmans
Aanvullend aan deze experten werden ook een vertegenwoordiger van het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek (VITO), het Instituut voor Natuur en Bos Onderzoek (INBO), het Instituut voor Landbouw-, Voeding- en Visserijonderzoek (ILVO), de Plantentuin van Meise en de Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM) uitgenodigd om de nodige toelichting te geven bij cijfers en modellen en de commissie te ondersteunen waar nodig. Ten slotte werd een vertegenwoordiger van het Departement Omgeving gevraagd aan te sluiten om een vlotte coördinatie te voorzien.
