36 bruinvissen, 72 zeehonden en één babywalvis: wat vertelt de balans van aangespoelde zeezoogdieren in 2024?
nieuwsAan de Belgische kust zijn in 2024 in totaal 36 bruinvissen, 72 zeehonden en een piepjonge dwergvinvis aangespoeld. Dat blijkt uit het jaarlijkse rapport ‘Aangespoeld. Zeezoogdieren in België’ van het Instituut voor Natuurwetenschappen. Hoewel het aantal gestrande bruinvissen lijkt te dalen, is dat volgens onderzoekers geen goed nieuws: de soort lijkt simpelweg minder aanwezig in onze wateren. Zeehonden daarentegen spoelen net vaker aan, en ook enkele opvallende waarnemingen van walvissen en dolfijnen kleurden het afgelopen jaar.
Het aantal aangespoelde bruinvissen lag de voorbije 22 jaar enkel in 2023 lager (26). Sinds de eeuwwisseling zien we nochtans een toenemende trend in het aantal gestrande bruinvissen. Volgens het Instituut voor Natuurwetenschappen is dit het gevolg van een populatieverschuiving binnen de Noordzee, waarbij de soort steeds meer het zuidelijke deel innam.
De strandingen bereikten een piek zo’n tiental jaar geleden. Sindsdien neemt het aantal aangespoelde bruinvissen weer af, en de onderzoekers weten niet zeker hoe dit komt. Een analyse van de data verzameld tijdens luchtsurveys toonde alvast aan dat zich in 2024 relatief lage aantallen bruinvissen bevonden in de Belgische wateren: in april, augustus en oktober ging het naar schatting om respectievelijk 5.200, 1.000 en 3.300 dieren. In topjaren waren dat er soms drie tot vier keer meer. Een studie in samenwerking met onze buurlanden toonde aan dat de scheepvaart deze soort vanop grote afstand kan verstoren.
Bloeddorstige zeehonden
De onderzoekers merken ook nog op dat de bruinvissen die men vroeger nog regelmatig aantrof, geregeld vreselijk waren toegetakeld. Duidelijk het slachtoffer van hongerige grijze zeehonden, ons grootste inheemse roofdier. Vandaag zijn er amper nog verscheurde resten van bruinvissen te vinden. De vraag rijst of de bruinvissen simpelweg hebben geleerd om beter te ontkomen. Een andere hypothese is dat de grijze zeehonden een andere voedselbron gevonden hebben. Nog een mogelijkheid is dat de aanvallen die sinds 2010 zo veelvoorkomend waren, het werk waren van slechts enkele roofzuchtige zeehonden die inmiddels gemigreerd of gestorven zijn.
Wat geen dalende trend kent, is het aantal aangespoelde zeehonden. Strandgangers meldden in 2024 langs de Belgische kust een totaal van 72 dode exemplaren. Het ging om 34 grijze en negen gewone zeehonden. De precieze soort van de overige zeehonden kon niet worden geïdentificeerd. 2024 kende het tweede hoogste aantal aangespoelde zeehonden in de voorbije dertig jaar, een trend die het gevolg is van groeiende populaties in de ons omringende landen. Sealife verzorgde in 2024 anderzijds relatief weinig zeehonden: zes grijze en drie gewone.
Kolossen op zee
Van een andere diersoort werd slechts één dood exemplaar aangetroffen, maar het beheerste wel de krantenkoppen. De dwergvinvis die op 13 mei 2024 aanspoelde in Oostende was slechts 3,16 m lang en was dus piepjong. De onderzoekers vermoeden dat het dier zijn moeder verloren heeft, en zo is uitgehongerd. Deze dwergvinvis was het enige aangespoelde zeezoogdier in 2024 dat geen bruinvis of zeehond was.
Het rapport bevat echter niet alleen tragedie, want er werd ook gekeken naar eerder uitheemse diersoorten die ‘aangespoeld’ zijn in onze wateren. Zo werden er op zee vele bruinvissen gespot, net zoals twee levende dwergvinvissen, enkele tuimelaars, een gewone dolfijn en een groepje witsnuitdolfijnen. En als klap op de vuurpijl: drie bultruggen, waarvan twee levende. Het is niet altijd kommer en kwel, maar in dit geval wel. Van de dode bultrug werd enkel een borstvin aangetroffen. Een levende bultrug werd aangetroffen in maart bij de Fairybank en in juni tussen de Kwintebank en de Middelkerkebank. Het dier sprong zelfs even uit het water. Een week later merkte men mogelijk hetzelfde dier op in Nederlandse wateren.
Wat de witsnuitdolfijnen betreft, lijkt de populatie in onze wateren eveneens afgenomen. Tot rond 2011 zagen de onderzoekers deze dieren heel regelmatig vanuit het toezichtsvliegtuig, en elk jaar spoelde er wel eentje aan. Vandaag lijkt de soort op de beperkte waarneming na zo goed als verdwenen uit de zuidelijke Noordzee.
Walviskaart
Tot slot noteert het rapport ook dat er jaarlijks overal ter wereld duizenden walvissen sterven door aanvaring met schepen. Om de impact van scheepvaart op walvissen te beperken, werkt de KBRV samen met onderzoekers die over uitgebreide verspreidingsgegevens van walvissen beschikken. Die data kunnen gebruikt worden om routes aan te passen of om in bepaalde gebieden schepen te verplichten trager te varen en uitkijk te houden.

Bron: Eigen berichtgeving
Beeld: B. Vanslembrouck