Wereldhandel tarwe steeds minder Amerikaanse zaak

De Verenigde Staten nemen een steeds kleiner deel van de wereldhandel in tarwe voor hun rekening. Dat aandeel zou vorig jaar gekrompen zijn tot 21 procent. Dat is het laagste niveau sinds 1960, toen het Amerikaanse landbouwministerie begon met het bijhouden van de gegevens. Op het hoogtepunt in 1974 verzorgde de VS 50 procent van de wereldhandel in tarwe. Landen als Rusland en Oekraïne, maar ook de Europese Unie nemen geleidelijk de rol van wereldmarktleider over.

Volgens de jongste prognose van het Amerikaanse ministerie van Landbouw produceert de wereld dit seizoen 682 miljoen ton tarwe. Daarvan wordt 128 ton geëxporteerd. De Europese Unie zal 21 miljoen ton tarwe verkopen aan leveranciers buiten de unie. Dat is een aandeel van 16,4 procent in de wereldhandel. Vorig seizoen (2007-2008) was dit nog 10,5 procent. Daarmee is de EU de op één na grootste tarwe-exporteur ter wereld. Alleen de VS doen beter met een aandeel van 20,8 procent.

Canada was jarenlang de op één na grootste exporteur. Vorig seizoen kwam het Canadese aandeel uit op 13,8 procent. Dat blijft dit seizoen stabiel. Of de Europese Unie zijn positie kan vasthouden, is onduidelijk. De EU had dit seizoen een recordoogst van 159 miljoen ton tarwe. Volgens voorspellingen van de Europese Commissie zal de volgende oogst dalen naar 144 miljoen ton.

Ook het aandeel van de Verenigde Staten in de wereldproductie van tarwe neemt af. Dit zou gezakt zijn naar 10 procent, het laagste aandeel sinds 2004. In andere landen, zoals in Rusland en Oekraïne, is de productie gestegen. Doordat andere landen de productie opvoeren, zijn importeurs op zoek gegaan naar andere leveranciers dan de VS.