Dit staat in het stikstofakkoord van de Vlaamse regering
De Vlaamse regering mobiliseert 3,6 miljard voor het stikstofdossier, al zal het leeuwendeel van dat bedrag op de begroting van de volgende regering wegen. 40 rode bedrijven worden versneld gesloten, 114 donkeroranje bedrijven en de meest stikstofgevoelige varkenshouders kunnen in een vrijwillige uitkoopregeling stappen. De hernieuwing van vergunningen van bestaande bedrijven is gevrijwaard, maar voor de rest komt er tot 2025 een stolp over de landbouwsector.
Vergunningskader
De Vlaamse regering houdt in het zogenaamde "krokusakkoord" vast aan de strengere stikstofnormen die vorig jaar werden ingevoerd na het veelbesproken stikstofarrest. Concreet blijft de drempel voor ammoniakuitstoot (veeteelt en mestverwerking) op 0,025 procent en voor NOx (industrie en transport) op 1 procent. In de praktijk betekent het dat er voor quasi alle professionele landbouwvergunningen een Passende Beoordeling zal opgemaakt moeten worden met een inschatting van de “betekenisvolle effecten” op de natura2000-gebieden. Terwijl die "betekenisvolle efffecten" niet per se vaststaan, betekent het wel dat de nieuwe ontwikkelingsruimte erg beperkt blijft.
Voor NOx (industrie en transport) bedraagt de drempel 1 procent. Projecten die de drempel van 1 procent overschrijden, moeten eveneens een 'passende beoordeling' ondergaan en eventueel maatregelen nemen om de emissies te beperken. In het Vlaams parlement kondigde Minister-President Jan Jambon aan dat de toepassing van het strengere significantiekader van de Stikstofinstructie van minister Demir zeker tot 2025 wordt aangehouden. Daarna kan de maatregel geëvalueerd worden en in het beste geval bijgesteld tot 0,8 procent.
Generieke maatregelen tegen 2030
Alle veehouders moeten zich inschrijven in de generieke emissiereducties die ten laatste tegen 2030 moeten gerealiseerd zijn. Dat zou betekenen dat rundveehouders niet meer de 30 procent reductie van de Richtlijn moeten realiseren, maar minstens 5 procent op stalniveau. Op sectorniveau is er een reductieverplichting van 15 procent. Aangezien er wordt gerekend met 2015 als referentiejaar komt dat concreet neer om een inspanning van 7,5 procent voor de vleesveehouders en een kleine 24 procent voor melkveebedrijven. Tegen begin 2026 moet de helft van de inspanning gerealiseerd zijn, als dat niet lukt wordt er gestart met een opkoop van de NER's bij bedrijven die nog geen maatregel hebben uitgevoerd, wat als een stok achter de deur kan gelden. Voor de kalverhouders gaat het om een reductie van 20 procent.
Voor varkens- en kippenhouders zonder emissiearme stallen gaat het over een reductie van 60 procent op stalniveau (bovenop de 10 procent van het luchtplan) als er nog geen emissiearme stal is gebouwd. Volgens Jambon kunnen de veehouders kiezen hoe ze die doelstellingen willen halen: “Ofwel investeren ze in technologie en emissiearme stallen, ofwel kiezen ze voor een reductie van hun veestapel.”
Minister Crevits kondigde aan dat er 150 miljoen extra voorzien wordt om de investeringen te ondersteunen. Jonge boeren onder de veertig krijgen een "top-up" voor hun investeringen in emissiereductie technieken, waarbij dat vroeger maximaal 40 procent was, maar vaak ook minder, zullen nu alle technieken voor 65 procent terugbetaald worden. Bij de CD&V is achter de schermen te horen dat dat de bittere pil voor jonge boeren toch enigzins moet vergulden.
Voor kleinschalige en biologische bedrijven komt er een correctiemechanisme, al ontspringen de varkens- en kippenbedrijven onder het biolabel niet helemaal de dans. Als hun impact op de nabije natuur de significantiedrempel van 1% overstijgt, zouden daar dieren moeten verdwijnen. Biologische bedrijven met een impactscore tussen 0,025% en 1% worden vrijgesteld van de verplichte reductiepercentages uit het G8 scenario maar dienen wel de maatregelen van de PAS-lijst voor de desbetreffende sector door te voeren die inpasbaar zijn in het “lastenboek bio”. Voor diersoorten waar er vandaag geen erkende PAS-lijst is zoals geiten, schapen en konijnen, geldt deze uitzonderingsregeling voorlopig ook.
Uitkopen rode en oranje bedrijven
Ook de uitkoopregeling voor de rode piekbelasters zou worden versneld, dat zijn bedrijven met een impactscore van meer dan 50 procent op de deposities in nabijgelegen natuur. Ten laatste in 2025 moeten die allemaal dicht zijn, dat is in de meeste gevallen vijf jaar eerder dan gedacht. In totaal gaat het over een veertigtal landbouwbedrijven en twee mestverwerkers, Zij zullen niet alleen vergoed worden op basis van een inschatting van de waarde van hun bedrijf zoals vandaag het geval is, maar ook worden gecompenseerd in functie van de looptijd van hun vergunning. Als ze al in 2023 stoppen zal hun vergoeding 20 procent hoger zijn, in 2024 gaat het over 10 procent extra. Minister van Landbouw Hilde Crevits (CD&V) sprak op de persconferentie in het Errera-huis van een gedwongen onteigening voor die bedrijven. De maatregel bedrijfsverplaatsing verdwijnt per direct uit het flankerend beleid. Alle andere opties zoals bedrijfsbeëindiging en reconversie blijven behouden.
Voor 116 “donkeroranje” landbouwbedrijven komt er een vrijwillige uitkoopregeling. Het gaat over bedrijven met een impact van meer dan 20 procent op de beschermde natuur. Volgend jaar lanceert de Vlaamse regering voor hen een call, waarbij ze een aanbod tot stopzetting krijgen tegen 2026. Ook hier zal er een hogere vergoeding hoe sneller er gestopt wordt. In het totaal voorziet de Vlaamse regering 100 miljoen euro om bedrijven op te kopen.

Sanering varkenssector
Nog sneller wil de Vlaamse regering gaan met de sanering van de noodlijdende varkenssector. Hier zei Jambon dat er wordt gestreefd naar een reductie van het aantal varkens in Vlaanderen met 30 procent tegen 2030. In dat geval blijft er in Vlaanderen nog een varkensstapel over van iets meer dan 4 miljoen dieren. Dit jaar nog wordt de oproep gelanceerd voor uitkoop van varkensbedrijven. De regering voorziet een budget van 200 miljoen euro dat onder andere uit het klimaatfonds moet komen.
Bijzonder is wel dat regering hier enkel mikt op varkensbedrijven met een impactscore van hoger dan 0,5% op nabijgelegen natuur; de gesloten enveloppe van 200 miljoen zal toegekend worden aan de kandidaat-stoppers met de hoogste impactscore. De vergoeding voor vleesvarkens bedraagt 154 euro, die voor zeugen 900 euro; er is ook een sloopvergoeding (gerekend aan 100%) voorzien van 40 euro/m². Ook over die regel is al wat onvrede op te vangen. In de praktijk betekent het dat vele varkenshouders in West-Vlaanderen die ver van natura2000-gebied niet in aanmerking komen voor de warme sanering. Nochtans moet de sanering in de varkenssector zorgen voor 17 procent van de totale emissiereductie.
Slapende NER's afgeroomd
Ook het systeem van de nutriëntenemissierechten (NER's) wordt ingrijpend hervormd. Dat is voor de Vlaamse regering de manier om te zorgen dat de vrijgekomen emissieruimte niet weer wordt ingevuld en dat het significantiekader op termijn kan versoepelen.
Slapende NER's zullen afgeroomd worden. Dat zal vooral pensioenboeren treffen, maar voor de actieve boeren die schommelingen in de veestapel moeten opvangen wordt er een buffer van 10 procent voorzien. Ook voor boeren die geÏnvesteerd hebben en nog bezig zijn om hun stal op te vullen komt er een uitzondering. De uitbreiding mits mestverwerking verdwijnt volledig uit het decreet.
Bij de verhandeling van NER's wordt er een inhouding gedaan van 25 procent op het totaal. Vroeger telden de slapende NER's daarvoor mee in de afroming, maar nu moeten alle slapende NER's verdwijnen bij de verhandeling. Allee nvoor familieleden in de eerste graad is er op die regel een uitzondering voorzien.
50 procent minder overschrijding tegen 2030
Tegen 2030 moet de overschrijding van de kritische depositiewaarde (KDW) in Natura2000-gebieden met 50% omlaag, de Vlaamse regering rekende voor dat daarvoor een reductie nodig is van 17.225 ton ammoniak. Ook twee derde van de ammoniakemissie wordt uitgevoerd naar het buitenland, waardoor het effect op de eigenlijke deposities kleiner is. Vandaag is er een overschrijding in 79,7 procent van het natuuroppervlak. Alleen in soortenrijk grasland wordt de norm gehaald. “Vlaanderen is een hotspot voor stikstof en dat kunnen we ons niet meer permitteren”, vertelde Jambon daarover.
Voor de varkens- en kippenhouders moet er op stalniveau een reductie komen van 8000 ton ammoniak, voor runderen gaat het om 6500 ton. Opvallend is de beperkte impact van de stopzettingen van de rode en de oranje bedrijven. Alles samen gaat het over 573 ton ammoniak-uitstoot die wordt vermeden, en waar een budget van 100 miljoen euro aan besteed wordt of bijna 175.000 euro per ton.
De impact op de eigenlijke deposities is nog altijd ongekend.
Gebiedsgerichte werking
Nog opvallend is dat er in natuurgebieden een bemestingsstop zal komen vanaf 2028. In de jaren '90 hadden de landbouwers de garantie gekregen dat ze nog twee generaties zouden kunnen blijven bemesten. Op die afspraak komt de regering dus nu terug, al stelt ze er wel een stevig budget tegenover. Per hectare zal er 10.000 euro compensatie zijn., en een hoger bedrag als er sneller gestopt wordt.
Bijkomende maatregelen zijn nodig voor een aantal specifieke natuurgebieden: De Maten in Limburg, de Kalmthoutse Heide, de Mechelse Heide en de Voerstreek. Daar gelooft de Vlaamse regering dat het kan volstaan met natuurherstelmaatregelen. Voor 193 gebieden komen er natuurherstelmaatregelen, zoals plaggen of betere waterhuishouding. Demir spreekt van een stikstofsaneringsplan met een totaal budget van 1,2 miljard euro.
Voor het Turnhouts Vennengebied is de uitdaging het grootst. Daar krijgt oud-Boerenbondvoorzitter Piet Vantemsche twee jaar de tijd als intendant om met een ontwikkelingsplan te komen dat natuur en landbouw kan verzoenen. Als ambitie stelt de regering een vermindering met honderd ton ammoniak voorop.
3,6 miljard budget
Het totale budget voor het stikstofakkoord klokt af op 3,6 miljard euro tot 2030. 2,3 miljard daarvan zijn nieuwe middelen die worden vrijgemaakt, 1,3 miljard wordt geheroriënteerd in de begroting. “Het grootste deel ervan zal voor de boeren zijn”, zei Jambon in het Vlaams parlement, “maar er is ook een miljard voorzien voor herstelwerken en uitbreiding van de natuur.”
Een dikke 700 miljoen euro wordt nog deze legislatuur besteed, het overgrote deel van het prijskaartje is dus voor de volgende regering. Binnen deze legislatuur gaat er 156 miljoen euro naar de vrijwillige stopzetting van varkensbedrijven en oranje bedrijven.
Bron: Eigen verslaggeving