Voedingsreuzen hebben weinig last van hoge voedingsinflatie

Al van eind vorig jaar zat de Belgische inflatie in een neerwaartse trend tot er plotsklaps een einde aan kwam in maart. Toen steeg de inflatie plots weer naar 6,7 procent. Volgens de cijfers van Statbel zou het om een hikje gegaan zijn want in april zet de inflatiedaling zich alsnog verder en klokt ze af op 5,6 procent. Dit inflatiecijfer wil zeggen dat een product dat vorig jaar in april 100 euro kostte, nu een prijskaartje van 105,6 euro heeft.

“Een grote oef", noemt econoom Stijn Baert (UGent) dat in VRT NWS Live. "Vorige maand hielden we ons hart vast, omdat we het inflatiecijfer plots weer zagen stijgen. Maar het is dus wel degelijk opnieuw aan het vertragen. Toch zitten we nog niet op een 'normaal' niveau, dat is een stijging van twee procent op jaarbasis.”

Voedingsprijzen nog steeds in de lucht

De grote oef voor de voedingsprijzen blijft nog even uit. De prijzen blijven nog steeds stijgen en de inflatie in april klokt af op 16,64 procent. In vergelijking met twee jaar geleden is de prijs voor voeding ondertussen 22,6 procent duurder geworden. De prijzen voor voeding (inclusief alcoholische dranken) zijn het laatste jaar sterk gestegen. Vooral de inflatie van oliën, vis, zuivelproducten, vlees, brood en granen schoot de lucht in. Zo betaal je voor volle melk, olijfolie, eieren en suiker in april meer dan 30 procent extra in vergelijking met april vorig jaar. De inflatie voor zuivelproducten bedraagt deze maand 26,2 procent ten opzichte van 5,8 procent in april 2022. Voor brood en granen is de inflatie deze maand 17,2 procent ten opzichte van 8,2 procent in april vorig jaar.

A-merken nog steeds in trek

Aanvankelijk was er de vrees dat producenten van A-merken marktaandeel gingen verliezen omdat consumenten naar huismerken zouden grijpen bij prijsverhogingen. Maar de hogere prijzen van de A-merken schrikken de consumenten klaarblijkelijk niet af. Meer nog, de verkochte volumes namen zelfs licht toe waardoor de winstmarges op peil bleven. Zowel bij Unilever, Nestlé en Danone bleek de omzet sterker gestegen dan verwacht. De inflatie heeft de koopkracht van de consumenten wereldwijd ondermijnd, maar de voedingsreuzen hebben daar tot nu toe weinig last van. Al kan dat nog komen.

De inflatiepiek lijkt achter ons te liggen maar heel wat kostenposten blijven hoog. Arbeid wordt bijvoorbeeld met vertraging duurder en veel grondstoffen kennen nog steeds een hoge inflatie die niet onmiddellijk hard zal dalen. Aangezien grote voedingsbedrijven hun grondstoffen vaak maanden op voorhand aankopen, zit er enige vertraging op de prijzen van hun eindproducten. Hoe de prijzen nog zullen evolueren en of de klanten deze nog steeds in dezelfde mate zullen aanvaarden, zal de toekomst moeten uitwijzen.

Daling van energieprijzen

Naast de voeding hadden ook de stijgende prijzen van onder meer motorbrandstoffen (+2,1%) en huisbrandolie (2,7%) een versterkend effect op het indexcijfer in april. Elektriciteit, aardgas, buitenlandse reizen en citytrips hadden daarentegen een verlagend effect. De daling van de algemene inflatie is voornamelijk te wijten aan de terugval van de energieprijzen. In vergelijking met vorige maand daalden de aardgasprijzen gemiddeld met 32,7 procent en de elektriciteitsprijzen met 18,5 procent. Vergelijk je met vorig jaar dan zie je dat vooral de prijs van aardgas (-62%) in vrije val zit, de daling voor elektriciteit klokt af op -20 procent.

Niet de slechtste van de klas

Baert lichtte in VRT NWS toe dat de inflatiecijfers van België in het midden zitten van de Europese klas. “In vergelijking met veel landen zitten we er qua inflatie zelfs iets onder het gemiddelde. En dan zeker als je vergelijkt met ons belangrijk buurland, handelspartner en ook concurrent Duitsland: dan doen we het zelfs beter."

"Velen vreesden voor een soort loon-prijsspiraal waarbij opeenvolgende prijsstijgingen nieuwe loonstijgingen zouden creëren, door onze automatische indexering, en daardoor weer sterkere prijsstijgingen”, aldus Baert. “Maar voorlopig zien we dat niet. Dus ook wat dat betreft eerder goed nieuws.”