Voedingsinflatie naar 4,63 procent in maart

Het leven is in maart opnieuw duurder geworden in België. Dat leren de cijfers van Statbel, het statistisch bureau van de overheid. Tegenover een jaar geleden gaat het om een stijging van 8,3 procent, in februari ging het nog om 8 procent inflatie, vooral door de gestegen energieprijzen.

De stijging van de levensduurte wordt steeds breder: van de 234 producten in de korf van de federale overheidsdienst Economie zijn er amper 20 die in prijs dalen. Het vullen van de koelkast of de tank van de wagen is een pak duurder geworden. Diesel is 36,5 procent duurder geworden, bij benzine gaat het om bijna 26 procent.

Specifiek voor voeding begint de inflatie nu ook aan te zwellen: inclusief alcoholische dranken gaat het deze maand om 4,63 procent, tegenover 3,84 procent vorige maand.

Boter, deegwaren en olijfolie zijn met 12 à 13 procent duurder geworden, koffie aardappelen, melk en verse vis gingen met 8 procent omhoog. het is duidelijk dat de hogere energie- en loonkosten stilaan doorgerekend worden, maar het volle gewicht van de grondstoffenhausse zit nog in de cijfers. Gisteren was bij Fevia nog te horen dat de kostenstijgingen voor de voedingsbedrijven gezien zijn. “We kijken aan tegen prijsverhogingen met ‘double digits’”, klonk het bij woordvoerder Nicholas Courant.

De energie-inflatie blijft duizelingwekkend. Elektriciteit is via de btw-verlaging in één maand wel 12 procent goedkoper geworden, maar is tegenover maart 2021 nog altijd 50 procent duurder. Voor aardgas spreken we zelfs van 149 procent.

België is niet het enige land dat met een sterk oplopende inflatie worstelt, maar het is wel de slechtste leerling in de klas. In Spanje schoot de inflatie in maart naar bijna 10 procent. In Duitsland was er een stijging van 5,1 tot 7,3 procent in maart.