Vlamingen rijkelijk vertegenwoordigd op druilerige 88ste editie van Libramont-beurs
ReportageTijdens de 88ste editie van Libramont waren de Vlamingen wederom rijkelijk, maar met minder dan verwacht, vertegenwoordigd op de Waalse landbouwbeurs, die hinder ondervond van de regen. Traditioneel lokken de verschillende rundveerassen vooral veetelers naar de bakermat van het Belgisch witblauw, maar door een zeer breed aanbod is de beurs inmiddels een vaste uitstap voor een brede groep. “Libramont is meer dan de professionele landbouwbeurs, het is ook een gezellige uitstapje voor de familie”, vertelt ABS-voorzitter Hendrik Vandamme die net als andere Vlaamse belangenvertegenwoordigers naar Wallonië afzakte om te netwerken. Hij trof er onder andere de kersverse Waalse minister van Landbouw en bracht de Vlaamse mestafzet ter sprake.
Het is op zaterdagmiddag koppen lopen in de overdekte hal 2 van de landbouwbeurs in Libramont, waar het vee uitgestald staat. De 88ste editie vond plaats van 26 tot en met 29 juli en trok zo’n 700 standhouders. De drukte in hal 1 en de overige overdekte hallen symboliseerden niet zozeer de grote opkomst op de landbouwbeurs, maar vooral het weersbeeld. Vrijdag kon getypeerd worden als druilerig en zaterdagmiddag als ronduit nat. Dit had ook een impact op het bezoekersaantal dat met 192.535 mensen minder hoog uitvalt dan de verwachte 200.000. Doordat het in Vlaanderen wel droog was, verkozen veel boeren volgens de organisatie het landwerk boven een bezoek aan de beurs en was de Vlaamse opkomst lager dan normaal.
De echte liefhebbers lieten zich door de regen niet tegenhouden en stelden het landwerk een dagje uit. Op de stand van de Waalse fokkerijorganisatie Awé, waar ook vertegenwoordigers van de Nederlands-Vlaamse fokkerijorganisatie CRV aanwezig waren, troffen we onder andere Kristof De Fauw aan, die geflankeerd werd door zijn twee zonen. Beide jongeren hebben interesse om het gemengde bedrijf van hun ouders over te nemen. “Wij zijn vooral hier om vleesrunderen te bekijken en nieuwe inzichten op te doen”, vertelt De Fauw.
Met Caloenhof heeft De Fauw de nodige faam in de vleesveefokkerij opgebouwd. Zo verkocht hij onder andere stieren aan Belgian Blue Group (BBG), die gebruikt worden voor de productie van sperma. BBG heeft haar productiecentrum in Ciney, op zo’n 60 kilometer van Libramont. BBG, dat met AWE en CRV twee aandeelhouders heeft, beschikt over 160 stieren en exporteert de witblauwgenetica via sperma, embryo’s en levende dieren.
Bakermat van Belgisch witblauw
De voorbije decennia is deze export sterk gestegen. “We exporteren naar 55 landen over de hele wereld en zijn de voorbije 20 jaar gemiddeld met 12 procent gestegen. Vorig jaar hebben we 4,3 miljoen rietjes verkocht en er is zeker nog meer potentieel”, vertelt BBG-directeur Simon Noppen op Libramont. Het sperma wordt vooral gebruikt op melkvee. “Melkveehouders gebruiken de betere koeien om door te fokken, de slechtere koeien worden gekruist met Belgisch witblauw. Dat levert zwaardere kalveren op, die meer opbrengen in het vleescircuit. Witblauw heeft het meeste karkasrendement”, legt Noppen uit.
Het gebruik van genetica voor Belgische witblauwfokkerij is beperkt tot België, het zuiden van Nederland en het noorden van Frankrijk. “Libramont is de bakermat van Belgische witblauwras. Hier zijn de meeste fokkers en de beste dieren”, vertelt Kristof De Fauw, die in het verleden regelmatig meedeed aan prijskampen op de beurs. Dit jaar liet hij aan zich voorbij gaan. Door de verspreiding van IBR in West-Vlaanderen besloten hij en nog andere Vlaamse vleesveehouders het vee op stal te houden.
Stijn Veulenmans nam ondanks het risico op IBR, een dierziekte, toch een aantal dieren mee naar Librabont. “Na terugkomst gaan de dieren enkele weken in quarantaine, waarna we met een bloedproef kunnen controleren dat ze IBR-vrij zijn”, vertelt hij. We troffen de vleesveehouder uit Glabbeek aan kort nadat hij in de regen en modder de zesde plaats behaalde in de prijskamp voor Belgisch witblauwe jonge vaarzen. “Een dergelijke plaats hadden we op voorhand wel ingecalculeerd. De Waalse fokkers zijn sterk, alhoewel we wel degelijk prijzen gewonnen hebben in het verleden.”
De Brabander geeft aan dat deelname aan de prijskamp pure passie is. “De eventuele meeropbrengst van naamsbekendheid die deelname met zich meebrengt, weegt niet op tegen de extra kosten.” Behalve de dierenartskosten, bereidt de veeteler zijn dieren met een speciaal rantsoen (minder maïs, meer gras en krachtvoer, red.) voor op de wedstrijd. “Net zoals atleten klaargestoomd worden voor de Olympische Spelen", vertelt hij met een glimlach.
De Walen zijn minder dominant bij de andere vleesveerassen. Bij blonde d’Aquitaine behaalde veehouder Luc De Bel vier prijzen, waaronder het kampioenschap met zijn jonge stier Uranide. Het dier werd door de jury geroemd om zijn lengte en finesse. “Het is een erkenning dat je als fokker op de goede weg bent”, laat veeteler uit Aalter weten over de telefoon.
Alhoewel het vleesvee traditioneel de vleesveeliefhebbers naar Libramont trekt, geldt de landbouwbeurs inmiddels als een brede publiekstrekker voor de landbouw en daarbuiten. “Het is een buitengewoon uitstalraam van de landelijke wereld, waarvan de beurs vele facetten belicht: machinebouw, veeteelt, bossen, agrovoeding, tuinbouw, groenteteelt, civieltechnische werken, of onderzoek, onderwijs en cultuur”, klinkt het op de website van de beurs.
Eerste kennismaking met Waalse minister van Landbouw
Hendrik Vandamme, voorzitter van Algemeen Boerensyndicaat (ABS) omschrijft de beurs als een Vlaamse kermis. Een gezellig en gemoedelijk evenement dat niet alleen de professionele landbouwers trekt, maar ook hun gezinnen en inwoners van plattelandsgemeentes. Deze gemoedelijke sfeer en traditie maakt de beurs volgens hem ook een uitgelezen netwerkevent.
Zaterdagvoormiddag liep de ABS-voorzitter onder andere de kersverse Waalse minister van Landbouw, Anne-Catherine Dalcq (MR) tegen het lijf. De 31-jarig bewindsvrouw heeft een landbouwachtergrond en dit opent – zo hoopt Vandamme – mogelijkheden voor de sector, ook voor de Vlaamse boeren. Zo bracht de West-Vlaming in een onderhoud met Dalcq onder andere de mestafzet van Vlaamse boeren in Wallonië ter sprake. “Waalse akkerbouwers zijn vragende partij voor Vlaamse mest, maar de wet staat de uitvoer momenteel niet toe”, legt hij uit.
Belangenorganisaties bundelen krachten in Platform One Health
De Waalse minister van Landbouw legde op Libramont ook haar oor te luister bij anderen belangenvertegenwoordigers. Zo trof zij in hal een groep van vertegenwoordigers in de brede agrovoedingsketen die zich gebundeld hadden in het Platform One Health. Het betreft een brede coalitie van belangenvertegenwoordigers die dit jaar tot stand is gekomen op verzoek van federaal minister van Landbouw David Clarinval en het Platform Plantengezondheid, Platform Diergezondheid en Volksgezondheid bundelt.
Onder de 19 organisaties die een paviljoen deelden op Libramont, onder andere BELFertil (vereniging van de minerale meststoffenproducenten), Belpotato (vereniging van Belgische aardappelproducenten, handelaars en verwerkers), SUBEL (Tiense Suikerraffinaderij & ISCAL) en FAVV. “Het Platform One Health neemt je mee ‘van zaadje en weide tot bord’. Met dit initiatief willen we aan het brede publiek tonen wat er allemaal komt kijken bij de productie van voedsel van zaad tot pannenkoek”, klinkt het op de stand van Landbouw-Service.
De federatie van Belgische loonwerkers greep de beurs ook aan om een rondetafelgesprek te organiseren over robotisering en precisielandbouw. Alhoewel er steeds meer mogelijkheden zijn, onder andere door de inzet van drones, vinden nieuwe technieken maar met mondjesmaat ingang onder de loonwerkers. “Wij zijn te veel bestuurders en zouden ons meer moeten openstellen voor nieuwe technieken en mogelijkheden”, aldus bestuurslid en loonwerker Jan Haveneers. De Limburger wisselde de stand af met een bezoek aan de beurs waar ook landbouwmachines rijkelijk vertegenwoordigd waren.
Behalve de bezoekers en belangenvertegenwoordigers waren ook Belgische organisaties en bedrijven met Vlaamse roots rijkelijk vertegenwoordigd op de beurs. Zo troffen we in hal 2 bijvoorbeeld Milcobel. Volgens vertegenwoordiger Johan Spits biedt de beurs een uitstekende mogelijkheden om met Vlaamse en Waalse melkveehouders (de zuivelverwerker heeft ook Waalse leveranciers) contacten te onderhouden. “En er zijn altijd melkveehouders die erover denken om van melkerij te veranderen.”
Bron: Eigen berichtgeving
