Rapport stalbranden: Waar rook is, ontbreken de cijfers in Vlaanderen
nieuwsEen nieuwe rapport van Prevent Agri legt een opvallend hiaat bloot: Vlaanderen heeft geen officiële cijfers over stalbranden. De statistieken waarop het beleid moet steunen, zijn door de organisatie zelf samengesteld op basis van persberichten en sectorcontacten. Hierdoor ontbreek vaak ook duidelijkheid over de oorzaken. Bij meer dan een derde van de geregistreerde branden is geen verklaring bekend. Nochtans reikt de impact van stalbranden verder dan enkel het getroffen landbouwbedrijf. Ook de sector, het milieu en honderdduizenden dieren dragen de gevolgen. “Iedereen draagt verantwoordelijkheid, van beleidsmakers tot stallenbouwers. Vlaanderen heeft een gecoördineerde aanpak nodig”, klinkt het.
In 2021 registreerde Prevent Agri 54 landbouwgerelateerde branden in Vlaanderen. Twee jaar later liep dat aantal op tot 67, in 2024 waren er 55. Deze cijfers zijn maar een ruwe schatting want België heeft tot op vandaag geen officiële registratie van stalbranden. Prevent Agri houdt sinds 2006 noodgedwongen zelf een telling bij, gebaseerd op losse meldingen uit de sector en wat de media oppikken. “Onze cijfers tonen hooguit het topje van de ijsberg. Het werkelijk aantal branden ligt ongetwijfeld hoger”, duidt Prevent Agri in het rapport.
Het ontbreken van een officiële registratie vormt een groot knelpunt in de preventie van stalbranden. “Dat maakt het riskant om conclusies te trekken, en moeilijk om oorzaken goed te analyseren en gerichte maatregelen te nemen”, klinkt het.
Meeste dierenslachtoffers bij pluimvee
Volgens de cijfers van Prevent Agri kwam de voorbije vijf jaar vooral pluimvee om bij stalbranden, in totaal 499.170 dieren. Daarna volgen 12.403 varkens en 465 runderen. “De hoge mortaliteitsgraad bij pluimvee heeft voornamelijk te maken met de bezettingsgraad en het staltype. Rundveestallen hebben door hun natuurlijke ventilatie meer kans om rook te laten ontsnappen. In varkens- en kippenstallen is dit niet het geval. Uit milieutechnisch oogpunt is dit ook niet gewenst”, klinkt het.
De meeste stalbranden worden geregistreerd in West-Vlaanderen, wat deels verklaard kan worden door het hoge aantal landbouwbedrijven in de provincie. Oost-Vlaanderen volgt met 21 procent, ongeveer de helft minder.
Grootste oorzaak? Onbekend
“De grootste oorzaak van branden op landbouwbedrijven is ‘onbekend’”, staat te lezen in het rapport. Omdat er geen officiële registratie bestaat, blijft bij 38 procent van de branden de oorzaak ook onduidelijk. Bij 31 procent ligt de oorzaak bij een technisch defect of een oververhit machineonderdeel. Als een machine in de stal staat opgeslagen, kan een klein defect snel uitmonden in een volledige stalbrand. Op het veld blijft de schade meestal beperkt, al maakt de bereikbaarheid een snelle interventie door de brandweer moeilijk.
Andere technische problemen, zoals defecte warmtelampen, boilers of verwarmingstoestellen, veroorzaken acht procent van de branden. Doordat stallen steeds meer uitgerust zijn met installaties zoals melkrobots of drooginstallaties, neemt dat risico verder toe.
Zelfontbranding, vooral van hooi- of strobalen die vaak in of naast de stal opgeslagen worden, komt even vaak voor. Zulke branden zijn moeilijk te blussen en kunnen makkelijk opnieuw oplaaien.

Grote impact bij stalbrand
Een stalbrand treft niet alleen gebouwen en machines, maar ook de veehouder en zijn dieren. Verwondingen door vuur of verstikkende rook zijn vaak ernstig; soms vallen er dodelijke slachtoffers of moeten dieren achteraf worden geëuthanaseerd.
Daarnaast is er ook een impact op de sector en de maatschappij. Herhaalde stalbranden zorgen voor negatieve media-aandacht en publieke verontwaardiging over dierenwelzijn. Het milieu lijdt ook mee door giftige rook, asbestdeeltjes of vervuild bluswater. Tot slot is er de economische impact, met hoge kosten door stilgevallen productie, trage verzekeringsprocedures, heropbouw en soms zelfs het verlies van genetisch waardevolle dieren. Zelfs een beperkte brand verstoort al de werking van een bedrijf.
“Al deze zaken maken het noodzakelijk dat er op verschillende vlakken aandacht wordt besteed aan de brandveiligheid van stallen”, legt Prevent Agri uit.
Bestaande regels en normen worden onvoldoende opgevolgd
Voorkomen is beter dan blussen
“De stijging van het aantal zware stalbranden in Vlaanderen heeft geleid tot meer politieke aandacht en initiatieven, zowel regionaal als provinciaal. De nadruk ligt daarbij vaak op rookmelders, sprinklers en evacuatiemogelijkheden voor dieren. Zulke maatregelen beperken vooral de gevolgen van een brand, maar voorkomen ze niet”, rapporteert de organisatie.
Echte vooruitgang vraagt volgens Prevent Agri om maatregelen hoger in de preventiehiërarchie, die effectiever zijn om dieren te beschermen. Daarvoor is een gecoördineerde aanpak nodig. Bestaande regels en normen worden onvoldoende opgevolgd, dit vraagt inspanningen van landbouwers, adviesbureaus, stallen- en machinebouwers én van de overheid.
Gedeelde verantwoordelijkheid
Prevent Agri duidt het gebrek van een officiële registratie van branden aan als grootste prioriteit voor beleidsmakers. “Daarnaast moet er een afdwingbaar kader komen dat landbouwbedrijven verplicht tot structurele preventie, zoals onderhoud van installaties, veilige opslag van brandbaar materiaal en orde in de stallen”, luidt de aanbeveling. “Landbouwers moeten op hun beurt de installaties regelmatig controleren en onderhouden, met steun van landbouworganisaties die opleidingen en tools aanbieden.”
Ook stallenbouwers en inrichters dragen verantwoordelijkheid volgens Prevent Agri: “Zij moeten brandveiligheid integraal opnemen in ontwerp en uitvoering, naast de productieve en kostentechnische overwegingen. De wettelijke eisen moeten rechtlijniger in de bouwplannen opgenomen worden.”
Tot slot benadrukt het rapport de rol van de hulpdiensten. Brandweerzones kunnen actief bijstaan met advies, feedback op risicoanalyses en deelname aan brandoefeningen.

Beeld: Unsplash