Vlaamse vissers mogen 454 ton extra tong opvissen, maar sector is kritisch
nieuwsDe Europese ministers van Visserij hebben een akkoord bereikt over de vangstmogelijkheden voor 2025. Vlaamse vissers mogen volgend jaar 454 ton extra tong opvissen, dat is zo’n anderhalve keer meer dan dit jaar. Maar de sector is kritisch: “Dit is een correctie van de onterechte daling vorig jaar.” De beroepsvereniging Rederscentrale hekelt de grote schommelingen in de wetenschappelijke adviezen, die volgens hen de stabiliteit van de sector bedreigen.
Op de Europese visserijraad in Brussel bereikten de ministers een akkoord over de visquota voor 2025, waarbij zowel stijgingen als dalingen worden vastgesteld. De Vlaamse vissers mogen volgend jaar in de Noordzee meer tong (+169%), zeeduivel (+156%), wijting (+ 38%), griet (+20%) tarbot (+18%) en pladijs (+11%) opvissen. Daarentegen dalen de maximaal toegelaten vangsthoeveelheden voor kabeljauw met 21 procent en voor tongschar met 30 procent. Het aandeel voor roggen blijft stabiel. De Rederscentrale uit grote bezorgdheid na de bekendmaking van de nieuwe cijfers.
Vergeleken met twee jaar geleden ligt het tongquotum dit jaar ongeveer 50 procent lager
Economische rendabiliteit onder druk
De opvallendste stijger is de tongvangst in de Noordzee. Die wordt met 169 procent verhoogd, na een sterke daling (-60%) vorig jaar, wat voor de Vlaamse vissers een zeer gunstige correctie is. Dit houdt in dat onze vissers volgend jaar 454 ton tong meer kunnen vangen. Tong is in volume de belangrijkste soort voor de Vlaamse visserij, met een aangevoerd volume van 17 procent in 2023. Echter voorziet het Europees visserijakkoord opnieuw een daling voor deze economisch belangrijke soort in de westelijke wateren, waardoor de economische rendabiliteit meer onder druk komt te staan.
“Vergeleken met twee jaar geleden ligt het tongquotum dit jaar ongeveer 50 procent lager”, vertelt Geert De Groote, voorzitter van de Rederscentrale. “De gevoelige stijging van het Noordzee tongquotum voor 2025 is een correctie van die onterechte daling. Die stijging is wel in een gebied waar het momenteel het moeilijkst is om rendabel te vissen, terwijl op onze rendabele visgronden de quota er onterecht verder op achteruitgaan.” Tong daalt in het Bristolkanaal met 9,7 procent, in het westelijk Engels kanaal met 5 procent en in oostelijk deel met 18 procent. In de Ierse zee blijft het tongquotum nagenoeg stabiel, maar voor pladijs noteren we een daling van 30 procent.

Crevits wil visquota beter afstellen met behulp van innovatie
24 januari 2024“Grote schommelingen niet werkbaar”
Dergelijke schommelingen, die volgens de Redercentrale gebaseerd zijn op gedateerde wetenschappelijke adviezen, zijn voor de sector “onwerkbaar”. De Groote benadrukt dat dergelijke fluctuaties vermeden kunnen worden als wetenschappelijke adviezen sneller worden opgevolgd. Dit werd ook besproken met Vlaamse minister voor Visserij, Hilde Crevits (cd&v), die het belang van een snelle integratie van nieuwe gegevens benadrukt.
Crevits heeft bij de Europese Commissie “met aandrang” gepleit om deze grote schommelingen aan te pakken bij de toekomstige herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid. Ze drong ook aan om in te zetten op een betere kwaliteit van de wetenschappelijke adviezen door gebruik te maken van meer en recente gegevens over de visbestanden en de vangsten.
“We appreciëren dat minister Crevits de noodzaak heeft beklemtoond om nieuwe gegevens sneller te integreren en wetenschappelijke adviezen sneller op te volgen. Ook met de Rederscentrale kaarten we al jaren aan dat hervormingen nodig zijn in het visserijbeheer zodat grote schommelingen vermeden kunnen worden en het voor de vissers mogelijk wordt om een langetermijnplanning voor een duurzame visserij op te maken”, aldus De Groote.
Akkoord met Verenigd Koninkrijk
Sinds de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie staan de Britten voorlopig nog toe dat Europese vissers blijven vissen in hun kustwateren. Maar het brexit-akkoord voorziet tegen 2026 een geleidelijke daling van 25 procent in de Europese vangstrechten in Britse wateren. Vanaf 2026 volgen er jaarlijkse onderhandelingen over toegang tot die visgronden.
Sinds de brexit worden de vangstrechten voor Belgische vissers vastgelegd in bilaterale en trilaterale akkoorden met het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen. Crevits is alvast tevreden over het tijdige akkoord, dat volgens haar een gunstig signaal is voor toekomstige onderhandelingen. Het is voor de minister cruciaal dat de toegang tot Britse wateren ook nadien verzekerd wordt. Daarnaast investeert Crevits ook sterk in de verbetering van de visserijrelatie met Noorwegen. Vlaanderen deelt immers enkele belangrijke soorten in de Noordzee met Noorwegen zoals kabeljauw en haring.

Bron: Eigen berichtgeving