Crevits wil visquota beter afstellen met behulp van innovatie

Minister van Visserij Hilde Crevits (cd&v) wil meer inzetten op realtime vangstinformatie van vissers. Op meer dan de helft van de vaartuigen van de Belgische vloot werd daarom al een dataplatform geïnstalleerd. Meer accurate vangstinformatie is één van de manieren om enerzijds betere visquota te behalen en anderzijds de sector beter te kunnen wapenen tegen de toekomstige uitdagingen waar de vissers voor staan.

24 januari 2024  – Laatst bijgewerkt om 24 januari 2024 22:46 Jozefien Verstraete
Lees meer over:
Visserij visserboot boot

Woensdag werd het Visserijrapport 2024 voorgesteld in Oostende. Daarin werd duidelijk dat onze kleine Belgische visserijsector in de volgende jaren voor grote uitdagingen staat. Eén van die uitdagingen kwam al aan de oppervlakte eind vorig jaar wanneer bleek dat Belgische vissers geen kabeljauw meer mochten vissen tot het nieuwe jaar aangebroken was omdat het visquotum voor kabeljauw bereikt was. In de visserij wordt met quota gewerkt per zee en per soort. In de quota wordt bepaald welke aantallen er mogen gevist worden in een bepaald zeegebied. Zo blijven de visbestanden gewaarborgd. Dit maakt dat we onze wateren moeten delen met Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk en we jaarlijks afhankelijk zijn van de onderhandelingen om onze vangstmogelijkheden te bepalen.

Betere adviezen

Momenteel worden de visserijquota op basis van wetenschappelijk advies bepaald. Dat advies wordt doorgaans gevormd op basis van vangstcijfers die een tweetal jaar oud zijn. Via innovatie wil Crevits nu inzetten op actuelere adviezen, gebaseerd op betere data-input.

“Onze wetenschappelijke methode om een visbestandsraming te maken bestaat als sinds WOII. Het is een betrouwbare methode, maar er zijn hedendaagse issues met de kwaliteit van de data”, legt wetenschappelijke directeur van ILVO Marien, Hans Polet, uit. “Net zoals andere landen, merken we dat onze adviezen er de laatste tijd wel eens naast zitten. Eén van de redenen die hier achter zit, is dat de kwaliteit van data-input door de klimaatverandering achterhaald is. Visbestanden reageren niet meer zoals vroeger:  vissen migreren, ze zitten op andere plaatsen dan we verwachten met andere aantallen en ook het broedproces is niet stabiel meer. Dit heeft allemaal effect op de raming van de visbestanden en de visquota.”

Geen accurate adviezen resulteert in minder goede visquota, wat onze Belgische vissers zuur opbreekt. "De quota maken het moeilijk om rendabel te blijven, ook in 2024. Het is een grote uitdaging om te zoeken hoe we het succes dat we hadden kunnen vasthouden met de mogelijkheden die we krijgen in 2024", zegt de directeur van de Rederscentrale Emiel Brouckaert.

Datarevolutie

Om dat succes vast te houden wordt volop ingezet op innovatie om gegevens te verzamelen en zo de vangstvoorspellingen te verfijnen en versnellen. Eens ook geweten is op welke locatie welke visbestanden zitten, kan ook selectiever gevist worden met minder ongewenste bijvangsten. “Idealiter zouden we van elke schipper moeten weten welke vis men waar en wanneer gevangen heeft”, aldus Polet. In België zijn we hier al even mee bezig. Zo krijgen we vandaag al van 38 vaartuigen continu realtime gegevens zoals locatie, vangsten en brandstofverbruik binnen van het schip. Deze data wordt gedeeld met de reder en wetenschappers. “Ik ken geen enkele andere visserij zoals de onze waar in die mate van detail en vertrouwen samengewerkt wordt met de wetenschap”, deelt Polet mee.

Om nog meer datagegevens te verzamelen werkt de sector ook met camera’s. Zo hangen er in de visveiling in Oostende bijvoorbeeld camera’s die alle binnengekomen vissoorten registreren. “Hierdoor hebben we duizenden foto’s van vissen die we kunnen gebruiken om artificiële intelligentie te trainen op het herkennen van vis”, duidt Polet. “Zo kan er in de toekomst via de camera’s een inzicht worden verschaft over de vangstsamenstelling aan boord, maar biedt het ook veel potentieel voor veilingen en wetenschappelijke dataverzamelingen.”

Europa

“De afgelopen jaren heeft onze visserij grote stappen vooruit gezet richting een meer innovatieve en duurzame sector. Ondertussen mag onze kleine visserijsector eigenlijk gezien worden als één groot levend labo waar vissers, wetenschappers, natuurorganisaties en beleidsmensen in vertrouwen samen bouwen aan verduurzaming”, aldus Annie Cool, raadgever Visserij van Crevits. “Wat we hier realiseren moeten we tonen aan Europa.”

Crevits wil dan ook het Belgisch voorzitterschap van de EU gebruiken om onze realisaties in de spotlights te zetten en de visquota beter te onderhandelen. "Wij hebben een bemiddelende rol. Wij willen luisteren wat andere lidstaten wensen voor het toekomstige Europese beleid. Het is belangrijk om dan ook aanbevelingen te doen voor het visserijbeleid in te toekomst. Belangrijk daarbij zijn innovatie bij het verzamelen van gegevens en energie-efficiëntie”, luidt het.

De Belgische visserijsector: klein, maar divers

Het gloednieuwe visserijrapport biedt een inzicht in de Vlaamse visserij op basis van de meest recente cijfers. Het rapport laat zien dat de Belgische vloot in 2022 64 vaartuigen telde. Dit is een dalende trend want in 2010 telde de vloot nog 89 vaartuigen. Toch blijkt de aanvoer deze dalende trend niet te volgen, want de totale aanvoer van vis in 2022 is gestegen met 1,5 procent ten opzichte van 2021 tot 16.932 ton. Dit toont aan dat de vaartuigen van de vloot performanter werken dan in het verleden. De belangrijkste visgrond voor de Belgische vloot was het Oostelijk Kanaal ter hoogte van Normandië en Bretagne, met een aandeel van 28 procent van de aanvoer in binnen- en buitenlandse havens, gevolgd door de Centrale Noordzee met 18 procent, Zuidoost Ierland met 15 procent en de Zuidelijke Noordzee met 13 procent.

De Belgische visserij wordt getypeerd door de gemengde visserij, meer bepaald de platvisvisserij. In de top vijf van aangevoerde vissoorten staan voor 2022 tong, schol, inktvis, rog en garnalen. Bij schol is er een sterk dalende trend zichtbaar sinds 2016, tegenover een verdubbeling van de aanvoer van inktvis en garnaal. Het rapport toont aan dat de aquacultuursector in Vlaanderen klein maar divers is. De in Vlaanderen geproduceerde soorten zijn zoetwaterkabeljauw, forel, snoekbaars, gamba’s, kaviaar, oesters en mosselen.

Ook over de consumptie van vis kan heel wat teruggevonden worden in het rapport. Zo kocht de Vlaming in 2022 gemiddeld 8,44 kg vis, week- en schaaldieren (vers, diepgevroren en verwerkt-inclusief vissalade en visconserven) voor een waarde van 122,59 euro. Ruim de helft hiervan wordt als vers gekocht. De Brusselaar is de grootste viseter en koopt 0,5 kg vis, week- en schaaldieren meer dan de Vlaming en 0,6 kg meer dan de Waal. De Waal eet relatief meer visconserven dan de Vlaming, die eerder kiest voor verse vis.

Gemak en gewoonte doen Vlamingen steeds grijpen naar dezelfde vissoorten
Uitgelicht
De Vlaming eet gemiddeld één keer per week vis, week- of schaaldieren. Dat blijkt uit een onderzoek van iVox in opdracht van het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing...
29 november 2023 Lees meer

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek