Verovert quinoa stilaan Europese velden?
nieuwsWat een paar jaar geleden nog een exotisch zaad uit de natuurwinkel was, wordt vandaag stilaan een standaard alternatief voor rijst en pasta. Die hype rond quinoa doet de prijs stijgen en maakt het gewas ook interessant voor Europese boeren. In Frankrijk staat er intussen 1.200 hectare quinoa en ook in Nederland werd de eerste 30 hectare ingezaaid. Volgens Wervel, de Werkgroep voor Rechtvaardige en Verantwoorde Landbouw, kan het gewas ook in ons land gedijen.
Quinoa is van oorsprong een Zuid-Amerikaanse plant die al ruim 5.000 jaar geteeld wordt op de hoogvlaktes van de Andes in Bolivia en Peru. Het zaad van de plant zit boordevol eiwitten, vitaminen en ijzer. Bovendien bevat het gezonde, plantaardige vetten en is het glutenvrij. Ook het feit dat het merendeel van de quinoa biologisch geteeld wordt door kleine, arme boeren op de Zuid-Amerikaanse hoogvlaktes doet het imago deugd. Het koude klimaat, de schrale grond en de felle zon zijn ideale omstandigheden voor het gewas.
Het gewas is dus niet nieuw, maar de hype er rond wel. Dit deed de vraag exponentieel stijgen. In Bolivia, de grootste producent van quinoa, verveertigvoudigde de productie sinds 2000 tot 58.000 ton in 2012. Daarvan wordt ruim 26.000 ton geëxporteerd. Hoewel Peru en Ecuador ook op de kar sprongen van de quinoaproductie, kan nog steeds niet worden voldaan aan de hoge vraag. Dat deed de prijzen stijgen tot ruim 3.000 dollar per ton, zowat drie keer meer dan vijf jaar geleden.
Die prijsstijging maakt het gewas ook voor de Europese boeren interessant. In Nederland is de Universiteit van Wageningen in de jaren ’90 beginnen experimenteren met de teelt van quinoa, maar de planten rijpten niet volledig in een West-Europees klimaat. Door een aantal kruisingen slaagde de universiteit er intussen in om drie rassen te ontwikkelen die wel gedijen in ons klimaat. Maar voor de echte doorbraak van het gewas was het wachten tot de recente prijsstijgingen.
Ook in België leeft al enige tijd het idee om met de teelt van quinoa te starten. Tien jaar geleden voerde het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) testen uit met het gewas. “Wij dachten vooral aan gebruik als veevoeder”, herinnert gewasexpert Alex De Vliegher zich. “Omdat de Boliviaanse planten indertijd niet rijpten, hadden we geen zaad. Daarom is het project afgevoerd.”
Intussen blijven nieuwe Belgische initiatieven uit. “Jammer”, vindt Patrick De Ceuster van Wervel. “Onze landbouwsector kijkt liever naar de uitkomst van innovaties in de buurlanden voor ze zelf op de kar springt.” Volgens De Ceuster is het gewas nochtans veelbelovend. “Quinoa groeit goed op armere gronden. Het kan dus een goede keuze zijn voor wie op zoek is naar een andere teelt.”
De Vliegher deelt dit enthousiasme nog niet meteen. “Ik heb al veel veelbelovende gewassen zien passeren. Alles hangt af van het rendement. Als het economisch saldo per hectare niet hoog genoeg ligt, zullen niet veel boeren overschakelen. De gronden, de teeltwijze en het machinepark aanpassen, dat vraagt grote investeringen. Daar moet een opbrengstzekerheid tegenover staan. Maar dat betekent niet dat het niet kan. Ik ben alvast benieuwd naar de resultaten uit onze buurlanden.”
Bron: De Tijd