Reportage

Milieuvriendelijk en doeltreffend: Belgisch-Frans project werkt aan steeds moeilijkere strijd tegen ziekten en plagen

Reportage

Nu steeds meer chemische gewasbeschermingsmiddelen verboden worden en het klimaat de druk op landbouwsystemen opvoert, groeit de nood aan duurzame alternatieven. Het Interregproject ‘Biocontrol 4.0’ brengt wetenschappers, praktijkcentra en beleidsmakers uit België en Noord-Frankrijk samen om innovatieve, toekomstbestendige oplossingen te bedenken. Tijdens een bijeenkomst op het hoofdkwartier van Viaverda werden de eerste veelbelovende resultaten voorgesteld: van digitale tools die ziektedruk voorspellen tot biocontrolemiddelen die schadelijke schimmels en insecten bestrijden.

Vandaag Ruben De Keyzer
Louis Lippens met prei

Het Interregproject ‘Biocontrol 4.0’ bestaat uit zeven deelprojecten. Met een glimp op de eerste resultaten, licht Viaverda Trans-Control uit, een project dat zich inzet op de ontwikkeling van biocontrolemiddelen, en de ontwikkeling van digitale tools die telers kunnen informeren waar en wanneer hun veld gewasbescherming nodig heeft. Trans-Control wordt gecoördineerd door het Oost-Vlaamse praktijkcentrum voor land- en tuinbouw Viaverda, de instelling die bovendien de beloftevolle toepassingen binnen dit project uittest op het veld.

Klimaatverandering maakt gewasbescherming moeilijker

Valérie Leclere van ULille wijst erop dat het volume aan fytosanitaire producten in de landbouw tussen 1959 en 2007 ongeveer verzevenvoudigd is. Ook de gewasopbrengst is sinds de introductie van moderne gewasbescherming fors toegenomen, maar volgens Leclere moet er naar alternatieven worden gezocht om het milieu en de gezondheid van de landbouwer te vrijwaren.

“Nu, men kan het niet over biocontrole hebben zonder rekening te houden met het impact van klimaatverandering”, zegt Leclere. “Want die klimaatverandering heeft een grote impact op de oplossingen die we gaan voorstellen.”

De afgelopen veertig jaar behoren tot de warmste sinds het begin van de metingen in België in 1833. Alle matiging lijkt verdwenen, want lange periodes van droogte worden afgewisseld door periodes van hevige neerslag. “Is het droog, dan heb je last van insecten. Heb je veel vocht, dan zie je meer ziektedruk”, vat Louis Lippens van Viaverda samen. De nood aan gewasbescherming neemt dus toe, terwijl het milieu vraagt dat we het gebruik van veel gangbare middelen net matigen.

Ook biotoepassingen onder druk

Dat geldt ook voor sommige biologische toepassingen, zoals het gebruik van koper tegen appelschurft. “Koper wordt nog toegestaan, maar de kans is groot dat het in de toekomst verboden zal worden”, zegt Leclere.

Een waardig alternatief voor koper is er vooralsnog niet. De onderzoekers hebben een biofungicide ontwikkeld dat bomen kan vrijwaren van appelschurft, maar er is een bijwerking. “2023-2024 was een zeer vochtig jaar”, zegt Leclere. “Dat verhoogt de schimmeldruk. Het nieuwe biofungicide was in staat om appelschurft te vermijden, maar tegen alle verwachtingen in zagen we wel de ontwikkeling van een andere schimmel, Elsinoe pyri of Anthracnose, waartegen ons biofungicide niet doeltreffend is. Een toonvoorbeeld van wat het veranderende klimaat teweegbrengt.”

Binnen de biologische gewasbescherming wordt ook gewerkt met roofinsecten om bijvoorbeeld bladluis te verdelgen. Ook dit principe komt onder druk te staan door het veranderende klimaat. “We zien dat de gangbare roofinsecten steeds meer in competitie leven met nieuwe parasitoïde vliesvleugeligen die zich in onze regio vestigen”, zegt Leclere. “Deze kunnen de gewenste roofinstecten verdringen, waardoor deze manier van bladluisbestrijding moeilijker wordt.”

Digitale voorspellingen

“Dat brengt ons bij de digitale middelen die binnen Biocontrol 4.0 ontwikkeld worden”, zegt Lippens. “Vandaag spuiten landbouwers vooral preventief. Curatieve middelen worden immers steeds meer uit de markt gehaald. Maar preventief spuiten moet op voorhand gebeuren, en dat gebeurt nu vooral kalendergewijs. Zo wordt er soms gespoten wanneer het niet nodig is, of niet gespoten wanneer dat beter wel was gebeurd.”

Via software die niet enkel het weer maar ook de ziekte- en plagendruk op gewassen kan voorspellen, moeten landbouwers in de toekomst exact weten wanneer ze moeten spuiten, en wanneer het niet veel uithaalt. “Zo kan men gewasbescherming reduceren, wat beter is voor het milieu en natuurlijk ook voor de landbouwer, want deze producten zijn niet gratis.”

De digitale middelen en de nieuwe producten voortkomend uit Biocontrol, worden uitgetest op de proefvelden van Viaverda. “Sommige producten werken uitstekend onder de gecontroleerde omstandigheden van een laboratorium, maar daar is een teler niets mee”, zegt Lippens. “Daarom maken wij hier de vertaalslag naar de praktijk.”

aardappelziekte

Zieke aardappelen

Op de velden zien we hoe een rij aardappelen hevig lijdt onder de aardappelziekte of phytophthora. Deze bewust besmette controlestrook is aangelegd om de rest van het veld hevig te onderwerpen aan ziektedruk. De overige percelen worden behandeld met diverse producten, zoals etherische oliën en biostimulanten, volgens diverse regimes.

“De evolutie van phytophthora kan zeer snel gaan”, zegt onderzoeker Viaverda-onderzoeker Stany Vandermoere. “Binnen veertien dagen zie je een volledige vernietiging van het loof, en rotten de knollen. En dat brengt extra gevaar, want één besmette knol in opslag, kan al je overige aardappelen besmetten. Boeren sproeien geregeld om deze ziekte dus te vermijden, maar sinds de hele PFAS- en triazolendiscussie worden steeds minder fungiciden toegelaten. Verder zien we steeds meer resistenties optreden tegen onder meer mandipropamid en oxathiapiprolin.”

“Wat kunnen boeren hiertegen doen? Enerzijds kan je kiezen voor andere variëteiten, maar dat doen vooral bioboeren met een kleinere afzet”, zegt Vandermoere. “De verwerkende industrie vraagt homogene producten en kiest daarbij vooral de ziektegevoelige fontanes.”

Een andere doeltreffende maatregel is het verwijderen van aardappelopslag. “Want als ongeoogste aardappelen sporen van phytophthora bevatten, geef je deze kans om een heel seizoen te ontwikkelen”, zegt Vandermoere. “Hetzelfde geldt voor je afvalberg: let goed op dat je rottende aardappelen geen gezonde infecteren.”

“Tot slot willen we binnen ons project machinerie ontwikkelen die sporen kan detecteren die de aardappelen kunnen infecteren. Vandaag sproeien boeren met behulp van weerdata, maar die modellen veronderstellen telkens dat er sporen aanwezig zijn in de bodem die aardappelen kunnen infecteren. Is dat niet het geval, dan sproeit men eigenlijk voor niets.”

Louis Lippens met prei

Trips op prei en uien

Op het veld ertegenover wordt prei blootgesteld aan tripsen, een insectenplaag die menig groenteteler het leven zuur maakt. Zeker in perioden van droogte. Naast de gebruikelijke gewasbeschermingsmiddelen kunnen ook bepaalde teeltrassen en de aanwezigheid van natuurlijke vijanden tripschade voorkomen. “Andere teeltrassen hebben helaas wel vaak als minpunt dat ze minder opbrengst kennen, of om andere redenen minder gewild zijn bij de consument of de verwerker”, zegt Lippens. “Binnen industriële processen vraagt men bijvoorbeeld prei waarvan de ringen mooi samenblijven.”

Trips ontwikkelt zich zeer snel, en bovendien zorgt droogtestress ervoor dat insecticiden minder goed werken op de behandelde plant. Met behulp van roofmijten proberen de onderzoekers de tripsen op afstand te houden, maar door de eerder vermelde concurrerende insecten, is het moeilijker om deze roofmijtenpopulatie in stand te houden.

Ter controle zijn er ook onbehandelde percelen, en een perceel behandeld met het insecticide spinosad. “Een product dat veel landbouwers in praktijk gebruiken, maar het probleem is dat dit het enige doeltreffende insecticide is tegen trips”, zegt Lippens. “Er zijn nog andere middelen legaal in Vlaanderen, maar die zijn vaak minder doeltreffend tegen trips of ze schadelijk voor andere organismen. Dat maakt onze samenwerking met Frankrijk zo interessant, want zij gebruiken nog andere middelen waar wij uit kunnen leren. Plagen en ziekten kennen geen grenzen, maar de fytowetgeving wel.”

Rooftrips op ui

De tripsbehandeling wordt ook op uien getest, een ander gewas dat onder deze insecten lijdt. Tot slot zet het proefproject in op de beheersing van valse meeldauw in uien. De bevindingen zijn hier gelijkaardig als bij de aardappelen en de uien. Ook hier kan rassenkeuze een rol spelen, maar ook gerichter spuiten volgens de weersomstandigheden.

Leerplatform

De bevindingen binnen Biocontrol moeten niet binnenskamers blijven. Daarvoor dient ook nog het luik Trans-training. Op 42 maanden tijd willen de onderzoeksinstellingen samen opleidingen en voorlichtingsactiviteiten over ondernemerschap organiseren, gebaseerd op de resultaten van de andere projecten onder Biocontrol 4.0. Naast workshops voor actieve boeren kunnen de bevindingen ook in scholen worden onderwezen. “Onze bevindingen vertalen naar overzichtelijke documenten en cursussen is altijd een uitdaging”, zegt Lippens van Viaverda. “Op dat vlak is de samenwerking met andere kenniscentra en onderwijsinstellingen zeer waardevol. Zo kunnen wij focussen op ons werk in het veld, en nemen zij het onderwijsluik op zich, waar zij ook sterker in zijn.”

Nieuw Belgisch-Frans project ontwikkelt bio-alternatieven voor gewasbescherming tegen 2028
Uitgelicht
Het ambitieuze Interreg-project ‘Biocontrol 4.0’ omvat zeven deelprojecten en heeft als doel biocontroleproducten en digitale tools te ontwikkelen voor de Frans-Belgische gren...
9 december 2024 Lees meer

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek