Regels verpletteren de boer: "Administratie zwaarder dan de oogst"

interview

Het zijn niet de bonen, kolen of spinazie die de groenteteler murw maken. Het is de regeldruk. "De mentale belasting door wet- en regelgeving is vandaag groter dan het fysieke werk", zegt Johan Vanneste, voorzitter van groentetelerscoöperatie Ingro. Terwijl boeren vechten tegen droogte, dalende marges en verdwijnende gewasbeschermingsmiddelen, komt de overheid met almaar nieuwe verplichtingen. “Tijdens het spuiten moet ik gegevens invoeren via een app, maar met mijn grote handen typ ik drie letters tegelijk.”

Vandaag Jerom Rozendaal
Johan Vanneste en Luc De Waele van Ingro2

Onderweg naar het gemengde bedrijf van Johan Vanneste (60) in het West-Vlaamse Hooglede doen de tractoren op de droge akkers veel stof opwaaien. Op veel plaatsen wordt er beregend in het industriële groentehart van Europa. Ook het spinazieveld van de 60-jarige groenteteler-vleesveehouder is juist beregend en de planten staan er gezond bij.

Behalve boer is Vanneste ook voorzitter van de groentetelercoöperatie Ingro. “Ik was betrokken bij de oprichting en ben nu sinds zes jaar voorzitter”, vertelt hij vanuit de keuken van de gastenwoning waar zijn seizoensarbeiders tijdens de bloemkooloogst verblijven.

De boer wordt bijgestaan door Luc De Waele, key accountmanager bij Ingro en één van de vijf voltijdse medewerkers van de coöperatie die recent haar twintig jarige verjaardag vierde. Het verjaardagsfeestje, eind maart, trok zo’n 800 gasten, waaronder veel Ingro-telers, de minister van Landbouw Jo Brouns, en oud-minister Yves Leterme die nauw betrokken was bij de oprichting van de coöperatie. 

Wat is de impact van de droogte?

Vanneste: “Zaadgoed ontkiemt slecht en teelten die richting oogst gaan, hebben veel water nodig. Maar al met al is de schade vooralsnog niet te voorspellen. Veel telers kunnen beregenen, maar degenen in gebieden met oppompverboden, hebben meer problemen. Gelukkig hebben ze in veel gevallen  nog wel wat kunnen beregenen na het inzaaien.”

De Waele: “De voor ons belangrijkste teelten moeten nog beginnen. Denk aan spruitkool dat nu geplant wordt en bloemkool dat over enkele weken volgt. De grootste problemen doen zich op dit moment voor met spinazie dat geoogst wordt. Dit gewas heeft veel water nodig. Sommige telers zijn genoodzaakt om water per vrachtwagen te laten aanvoeren en dat is zeer duur.”

Moeten de fabrieken de telers financieel tegemoet komen als de droogte aanhoudt?

De Waele: “Wij kunnen de financiële schade niet op de fabrieken verhalen. Er zijn contracten gesloten waar iedereen zich aan moet houden. In jaren dat er veel regen valt en spinazie met weinig kosten een grote opbrengst had, hebben de fabrieken ook niet minder betaald. Je moet de rentabiliteit van de teelt over enkele jaren bekijken.”

Waarom is Ingro opgericht? 

De Waele: “Ingro is om twee redenen opgericht. Ten eerste omdat je alleen als coöperatie aanspraak kunt maken op Europese GMO-subsidies (fondsen voor de Gemeenschappelijke Marktordening die bedoeld zijn om de groente- en fruitsector te verduurzamen, red.). Ten tweede om de onderhandelingspositie van de telers te versterken. De prijzen werden vroeger één-op-één afgesproken tussen boer en fabriek, een ongelijke strijd. Bij de oprichting waren ook REO Veiling, Boerenbond en ABS betrokken. Deze organisaties zetelen nog steeds in onze raad van bestuur.”

Wat was de reactie van de fabrieken? 

Vanneste: “Deze waren aanvankelijk gekant tegen de oprichting van de coöperatie, omdat ze zo aan onderhandelingskracht inboetten. Het was toenmalig minister-president Yves Leterme die hen uiteindelijk heeft overgehaald. Inmiddels zien de fabrieken ook de meerwaarde van Ingro. Wij zijn een schakel tussen de boeren en de fabriek, maar ook tussen de fabriek en de boeren. Als er zaken spelen in de fabriek, is het ook onze verantwoordelijkheid te communiceren naar de boeren.”

Waarover bijvoorbeeld? 

De Waele: “Twee jaar geleden kon de bloemkool eerder dan voorzien geoogst worden, terwijl de bonen achterop liepen. Hierdoor kwamen de fabrieken in de problemen met hun capaciteit en hebben ze keuzes moeten maken. In dit geval zijn de bonen blijven staan. Wij hebben dit moeten uitleggen aan de telers. Ook moeten wij hen sensibiliseren als er zich kwaliteitsproblemen voordoen bij de aanlevering in de fabriek.” 

Droge grond industriegroente teelt

Hoeveel leden hebben jullie en hoe evolueert het ledenaantal?

De Waele: “Wij hebben ruim 1.000 leden waarvan 650-700 actieve telers, samen goed voor een omzet van 155 miljoen. Qua omzet hebben we een sterke groei doorgemaakt. In 2005 lag de omzet op 40 miljoen euro. De voorbije jaren is het ledenaantal gezakt, maar het areaal is licht gestegen. Dat heeft alles te maken met schaalvergroting. Oudere telers hebben geen opvolging en hun bedrijven worden opgeslokt door grotere telers.”

Vanneste: “Ik ben daar zelf een voorbeeld van. Ik heb zo’n veertig hectare met bonen, spinazie, knolselder en bloemkool. Ik ben nu zestig jaar en heb geen opvolger. Misschien gaat mijn bedrijf straks ook op in een groter bedrijf.”

De Waele: “De laatste twee jaar zien we overigens dat het ledenaantal weer toeneemt. Groentetelers zien de voordelen van onze coöperatie.”

Wat zijn deze voordelen?

De Waele: “Boeren krijgen via Ingro toegang tot subsidies, onderzoeksresultaten over nieuwe teelttechnieken of alternatieve gewasbescherming en een machinepool. Op vier, straks vijf, locaties in West-Vlaanderen kunnen ze machines huren. Verder voeren we natuurlijk de prijsonderhandelingen met de fabriek en bemiddelen we bij problemen tussen boer en fabriek.”  

Is de positie van de groenteteler verbeterd sinds de oprichting van Ingro?

De Waele: “De boer is een stuk zelfverzekerder geworden in zijn relatie met de fabriek, maar dat heeft ook met een veranderende mentaliteit te maken. Namen boeren vroeger uit angst voor de fabrieken nog genoegen met te lage marges of zelfs negatieve marges, dan is dat nu niet meer het geval. Groentetelers zijn ondernemers geworden en maken op voorhand de rekening.”

De aardappelsector zag dit jaar dat er contracten eenzijdig verbroken werden. Is dat in de groenteteelt ook al gebeurd?

Vanneste: “Nee. Enkele jaren geleden heeft de fabriek wel de planning aangepast wegens corona. Maar zij hebben de telers toen wel een alternatieve teelt aangeboden. Bij mislukte oogsten door slecht zaai- of plantgoed, wordt tegenwoordig het productieverlies vergoed. Ook dat is een grote verbetering die de aardappelteelt nog niet heeft doorgemaakt. Daar wordt nog steeds alleen het plantgoed vergoed.”

Hoe verlopen de prijsonderhandelingen?

De Waele: “In december voeren wij met een team van vijf man onderhandelingen met de fabrieken. Die hebben steeds meer oor voor de uitdagingen van de boeren en beseffen dat we elkaar nodig hebben.”

“Sinds corona zijn de kosten enorm gestegen. We hebben voor alle gewassen een realistische prijsverhoging kunnen afdwingen. Dit nadat de prijzen ervoor vele jaren onveranderd waren. Zie het als een soort van inhaalbeweging die broodnodig was. Zonder dat was de teelt van bepaalde groenten, zoals spruitkool, gewoon gestopt.”

Wat zijn de grootste uitdagingen? 

Vanneste: “De verandering van het klimaat is een grote uitdaging voor ons. We zullen hier als telers een antwoord op moeten vinden. Een andere probleem is het verdwijnen van steeds meer gewasbeschermingsmiddelen. Het voortbestaan van een aantal teelten staat hierdoor onder druk. Zo verschuift de bonenteelt naar Frankrijk omdat het onkruidbestrijdingsmiddel Basagran sinds vorig jaar nog maar in een beperkt aantal gebieden mag gebruikt worden. Ook in de spinazieteelt staan een aantal gewasbeschermingsmiddelen op de wip waardoor de teelt op termijn zeer moeilijk wordt.” 

Wat zijn nog meer uitdagingen?

Vanneste: “De constante veranderingen in regelgeving, het digitaal rapporteren via apps – het is een dagtaak. De regelitis drukt enorm op het werk van de teler waardoor de groenteteelt mentaal zwaarder is dan het fysieke werk. Boeren moeten tegenwoordig alles kunnen: landbouw, administratie én IT. Mijn handen zijn te groot voor dat kleine scherm. Als ik één letter typ, verschijnen er drie.” 

Johan Vanneste en Luc De Waele van Ingro

Hoe kunnen de boeren zich wapenen tegen de droogte?

Vanneste: “Het probleem is niet dat er te weinig water valt in Vlaanderen, het probleem is de captatie ervan. Grote waterbuffers zijn noodzakelijk, bijvoorbeeld in de Handzamevallei. Ook de aanleg van individuele waterbassins wordt te vaak geblokkeerd door vergunningstrajecten. Amper één op de vijf krijgt een goedkeuring.”

“Door meer water op de slaan in grote buffers hoeven er ook niet zo vroeg oppompverboden ingesteld te worden. De telers ondervinden wel hinder van de waterlopen als hun akkers bijvoorbeeld onderstromen zoals in de winter van 2023, maar de voordelen van de waterlopen hebben ze niet. Als het droog wordt en boeren willen beregenen, dan vaardigt de overheid een verbod uit.”

De Waele: “Daarnaast kan er met teelttechnieken en grondbeheer ingespeeld worden op drogere omstandigheden. Bij een goede bodemstructuur wordt het water veel langer opgehouden door de grond en blijft beschikbaar voor de planten. Wat dat betreft is het systeem van seizoenspacht niet ideaal. Wisselende boeren maken van het land gebruik en de verbetering van de bodemkwaliteit is niet prioritair.”

Hoe ziet u de toekomst van de groententeelt in West-Vlaanderen? 

De Waele: “In West-Vlaanderen wordt een derde van de mondiale industriegroenten geteeld. Het klimaat is ideaal en de kennis is aanwezig. Vooral de arbeidsintensieve teelten zoals spruiten, bloemkool, prei en courgette hebben een grote economische meerwaarde voor de Belgische economie. Wij moeten er samen met de industrie alles aan doen om de teelt in Vlaanderen te houden.”

Waterbassin Ardo bewijst vroeg in het jaar zijn nut voor groentetelers
Uitgelicht
Groentetelers hebben dit jaar al 9,5 miljoen liter water onttrokken uit het irrigatiebassin van diepvriesgroenteverwerker Ardo in Ardooie. “Uitzonderlijk vroeg in het seizoen”...
19 mei 2025 Lees meer

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek