Vegaplan anticipeerde op eisen inzake duurzaamheid

Drie jaar nadat aan de Vegaplan Standaard duurzaamheidsvoorwaarden werden toegevoegd, maakt de lastenboekbeheerder de balans op. Het Vegaplan-certificaat garandeert de voedselveiligheid, kwaliteit en traceerbaarheid van plantaardige producten. Maar de maatschappij verwacht steeds meer, wat door de afnemers van landbouwgrondstoffen vertaald wordt in extra eisen op vlak van duurzaamheid. In plaats van dat op de landbouwers te laten afkomen, is de sector collectief de uitdaging aangegaan door met afnemers overeenstemming te zoeken omtrent de opname van “haalbare, betaalbare en controleerbare” duurzaamheidseisen in de standaard.
15 juni 2017  – Laatste update 14 september 2020 14:40
Lees meer over:

Drie jaar nadat aan de Vegaplan Standaard duurzaamheidsvoorwaarden werden toegevoegd, maakt de lastenboekbeheerder de balans op. Het Vegaplan-certificaat garandeert de voedselveiligheid, kwaliteit en traceerbaarheid van plantaardige producten. Maar de maatschappij verwacht steeds meer, wat door de afnemers van landbouwgrondstoffen vertaald wordt in extra eisen op vlak van duurzaamheid. In plaats van dat op de landbouwers te laten afkomen, is de sector collectief de uitdaging aangegaan door met afnemers overeenstemming te zoeken omtrent de opname van “haalbare, betaalbare en controleerbare” duurzaamheidseisen in de standaard.

De Vegaplan Standaard is de eerste private kwaliteitsstandaard in ons land die erkend werd door de bevoegde overheden, zowel door het Voedselagentschap als door de gewestelijke overheden. Overleg is de rode draad binnen de werking van Vegaplan: tussen landbouworganisaties (FWA-Boerenbond-ABS-CBB), loonwerkersfederatie Landbouw-Service en het platform voor handel, veilingen en verwerking OVPG maar evenzeer tussen de lastenboekbeheerder en overheden, met beheerders van andere lastenboeken en met certificeringsinstellingen die op het terrein nagaan of een landbouwbedrijfsvoering conform de standaard is.

Indien nodig kan er snel geschakeld worden, bijvoorbeeld bij een verstrenging van de wettelijke eisen. Het meest recente voorbeeld daarvan is het verplicht worden van geïntegreerde gewasbescherming in 2014. Dit is opgenomen in de Vegaplan Standaard zodat de bevoegde overheden zich weinig zorgen hoeven te maken over de handhaving op het terrein. Bij het ontstaan van Vegaplan in 2003 waren de landbouworganisaties, loonwerkers, handelaars en verwerkers het er over eens dat de kwaliteitsstandaard ‘niet-elitair’ diende te zijn. De lat mag hoog gelegd worden, maar niet zo hoog dat alleen enkelingen er nog over kunnen springen.

Gelet op de meer dan 15.000 landbouwers – allen plantaardige producenten – die beschikken over een Vegaplan-certificaat lijkt de kwaliteitsstandaard er anno 2017 nog steeds in te slagen om markttoegang te verzekeren voor een meerderheid van de producenten. Al dient er wel bij gezegd te worden dat de gecertificeerde landbouwers zich in de loop der jaren harder zijn gaan inspannen om het vertrouwen van hun afnemers niet te verliezen. Het lastenboek is ontwikkeld voor alle teelten uitgezonderd sierteelt en past binnen het streven naar kwaliteit.

Kwaliteit werd en wordt nog altijd uitgelegd als voedselveiligheid en traceerbaarheid, maar is in de loop der jaren meer geworden dan dat. Vegaplan is constant in evolutie en heeft zich dus aangepast aan de hogere verwachtingen, meer bepaald door de opname van een luik duurzaamheid in de standaard. Over duurzaamheid zegt akkerbouwer en Vegaplan-voorzitter Mathieu Vrancken: “Het economische luik van duurzaamheid is het moeilijkst, nochtans blijft iets wat niet betaalbaar is op korte of lange termijn niet bestaan.”

Dat het economisch aspect van duurzaamheid het minst vanzelfsprekend is, valt ook op te maken uit de Vegaplan Standaard. Het luik economie wordt namelijk niet vertaald als een ‘eerlijk loon voor eerlijk werk’ hoewel landbouworganisaties al meermaals hebben aangegeven dat fairtrade opengetrokken mag worden naar de boeren uit eigen regio. Wat er wel onder valt, is het opbouwen van ‘gezonde contractuele relaties’ met leveranciers, dienstverleners en afnemers inbegrepen klachtenregistratie; de aankoop van gecertificeerde grondstoffen en het beroep doen op gecertificeerde loonwerkers. Verder wordt het uitgelegd als het optimaliseren van de landbouwbedrijfsvoering: registratie van inputs, rekening houden met extern advies, opleidingen volgen, informatie vergaren over gewasvariëteiten en gewasbescherming, enz.

Binnen de Vegaplan Standaard is het milieuluik het sterkst uitgebouwd. Zuinig omgaan met hulpbronnen wil onder meer zeggen bemesten op basis van bodemanalyses of in functie van de plant, de aanbevolen dosis van een gewasbeschermingsmiddel respecteren, bodemerosie tegengaan en regenwater gebruiken wanneer mogelijk. Bepaalde eisen in het kader van geïntegreerde gewasbescherming beogen het behoud van biodiversiteit. Soms kan een landbouwer kiezen uit een reeks acties die het lastenboek voorstelt, bijvoorbeeld tussen nestkastjes plaatsen of bloemenstroken zaaien. In andere gevallen wordt van alle gecertificeerde landbouwers hetzelfde verwacht, bijvoorbeeld geen producten spuiten tijdens de bloei die schadelijk zijn voor bestuivers. Vallen ook binnen het milieuluik: het voorkomen van afval en van bodem- en waterverontreiniging (olielekkages bij machines voorkomen, verpakkingsafval sorteren, bufferzones respecteren, enz.), streven naar een rationaal energieverbruik (o.a. isolatie, brandstofkeuze) en beheer van luchtemissies.

Het sociale luik behelst om te beginnen voedselveiligheid en traceerbaarheid. Deze eisen zijn een overname van de wettelijke verplichtingen daaromtrent, wat voor gelijkwaardigheid zorgt tussen de Vegaplan Standaard en de door het Voedselagentschap gehanteerde sectorgids. Dat brengt ons tot het grote voordeel van Vegaplan-certificatie voor gecertificeerde landbouwers, namelijk het vermijden van dubbele controles. Om door te gaan op het sociale luik, dat omvat ook een reeks elementen inzake arbeidsomstandigheden (sociale wetgeving naleven, begeleiding en opleiding, beschermingskledij dragen bij gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, …). Het derde onderdeel is het beperken van de impact op de lokale gemeenschap, wat vertaald wordt als lawaai en geur beperken en openstaan voor de omgeving (overleg, opendeur, …).

Al die eisen uit het lastenboek moeten samen zorgen voor een voldoende, gezonde en kwalitatieve plantaardige productie met een minimale impact op milieu en omgeving en met in het achterhoofd het kunnen voortbestaan van het bedrijf. Tijdens het seminarie in Brussel communiceerde Vegaplan over de naleving van het lastenboek door landbouwers. Daar heeft de organisatie een goed zicht op omdat de certificeringsinstellingen al voor het derde jaar alle controleresultaten op basis van de individuele checklists invoeren in de Vegaplan-databank. Driejaarlijks krijgt een landbouwbedrijf een audit en tussentijds gebeuren ieder jaar tien procent onaangekondigde controles. Op basis van meer dan 13.000 geregistreerde checklists maakte Vegaplan een eerste duurzaamheidsrapport op. Dat landbouwers de eisen die een kopie zijn van wetgeving naleven, spreekt vanzelf maar ze doen beter dan dat. Op alle onderzochte aspecten scoren ze hoger dan 90 procent, ook de aanbevelingen worden goed opgevolgd hoewel ze bij niet-naleving geen sanctie riskeren.

Hou VILT.be in de gaten voor meer info over Vegaplan.

Beeld: Loonwerk Defour

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek