UGent-professor hekelt Greenpeace-rapport over schaalvergroting: "Incorrect en demagogisch"
nieuwsIn een nieuw rapport veroordeelt Greenpeace het feit dat “megaboerderijen” te veel Europese subsidies opslurpen, “terwijl ze natuur en het milieu zwaarder belasten en de tewerkstelling in de landbouwsector uithollen”. “Die bewering is incorrect en deontologisch niet verantwoord”, zegt professor agro-marketing Xavier Gellynck (UGent). “Het is wetenschappelijk bewezen dat grote landbouwbedrijven juist duurzamer kunnen produceren.”
Drie categorieën van boerderijen
Op basis van gegevens van Eurostat verdeelt Greenpeace de Europese landbouwbedrijven onder in drie categorieën op basis van hun jaarlijkse economische productie: kleine commerciële boerderijen met een output tussen de 4.000 en 49.999 euro, middelgrote boerderijen met een output tussen 50.000 en 249.999 euro en tot slot de grote boerderijen of megaboerderijen met een output van 250.000 euro. Volgens de milieuorganisatie is het aantal bedrijven in die laatste categorie gestegen van 190.150 in 2007 tot 295.810 in 2022. Het aantal bedrijven in de kleinste categorie slonk van 4,3 naar 2,4 miljoen terwijl het aantal middelgrote bedrijven min of meer stabiel bleef op 870.000.
“Die verschuiving naar boerderijen met een grote economische output leidde tot een forse terugval van de werkgelegenheid in de landbouw. Zowat 3,8 miljoen jobs gingen verloren op kleine boerderijen tussen 2007 en 2022 en nog eens 160.000 jobs op middelgrote bedrijven”, klinkt het. De tewerkstelling op wat Greenpeace megaboerderijen noemt, steeg in diezelfde periode “maar” met 306.000 jobs.
De EU moet afstappen van directe subsidies op basis van landbouwareaal en de steun beperken tot de boeren die de natuur actief beschermen en herstellen
Disproportionele subsidies
Tegelijk stelt Greenpeace vast dat de Europese subsidies “disproportioneel” verdeeld zijn. “De kleine boerderijen vormen nog steeds twee derde van het totale aantal landbouwbedrijven, maar het zijn de grote boerderijen, die maar acht procent van alle commerciële boerderijen uitmaken, die 37 procent van de directe subsidies krijgen”, staat te lezen in het rapport. “Kleinschalige commerciële boerderijen krijgen maar 25 procent van de subsidies. Dat komt omdat de grote boerderijen 63 procent van de veestapel en 36 procent van het landbouwareaal in de EU bezitten.”
De milieuorganisatie is nochtans van mening dat het niet de grote landbouwbedrijven zijn die extra steun nodig hebben. Zij zagen hun opbrengsten op 15 jaar tijd gemiddeld met 84 procent toenemen, terwijl het bij kleine en middelgrote bedrijven volgens de analyse van Greenpeace om toenames met slechts 33 en 22 procent gaat. "Een nadere analyse van de kleinste boerderijen met minder dan 15.000 euro jaarlijkse economische productie, toont dat hun gemiddelde opbrengst zelfs is gedaald met 18 procent", aldus de organisatie.
Aanzet tot schaalvergroting
Met het huidige subsidiesysteem krijgen boeren volgens Greenpeace het signaal dat ze moeten groeien om te overleven. "Echte familieboerderijen dreigen te verdwijnen, net als jobs en andere voordelen voor plattelandsgemeenschappen", aldus Marco Contiero, directeur landbouwbeleid van Greenpeace. "De druk op boeren om de productie te verhogen neemt toe, hoewel dat kan betekenen dat ze worden blootgesteld aan giftige chemicaliën, dierenmishandeling en de vervuiling en beschadiging van de grond, het water, de planten en de dieren waar ze afhankelijk van zijn."
Greenpeace heeft het over een "politiek falen" en pleit voor een verschuiving naar "meer duurzame praktijken" in de landbouwsector en bijbehorende financiële steun. Daarvoor moet het huidige subsidiesysteem op de schop: "De EU moet afstappen van directe subsidies op basis van de hoeveelheid landbouwareaal en de steun beperken tot de boeren die er het meeste nood aan hebben, en dan met name zij die de natuur actief beschermen en herstellen", luidt één van de aanbevelingen van de organisatie.
Gemiddeld standaard output van 264.000 euro in Vlaanderen
VILT legde de bevindingen van Greenpeace voor aan professor Gellynck van de UGent en die laat geen spaander heel van de analyse van de milieuorganisaties. “Eerst en vooral wordt er gesproken over economische productie. Maar wat is dat? Dat is geen term die ik ken. Ik vermoed dat ze het hebben over de standaard output en dus over de omzet. Maar van de omzet moet je nog de kosten aftrekken. We weten dat de marges in de landbouwsector klein zijn. Als je rekent met een marge van grofweg 10 procent dan houden die zogenaamde megaboerderijen nog geen 25.000 euro winst over. Daarmee kan je met moeite iemand een halftime loon uitbetalen.”
Bij de categorieën die Greenpeace hanteert, kan je volgens de professor dan ook bijzonder veel vragen stellen. Zeker als je weet dat de gemiddelde standaardoutput van Vlaamse landbouwbedrijven in 2022 ongeveer 264.000 euro per bedrijf bedroeg, zo blijkt uit cijfers van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij. De gemiddelde standaardoutput is sinds 2002 met maar liefst 65 procent gestegen. Volgens de onderverdeling die Greenpeace gebruikt, zou dus ruimschoots de helft van alle Vlaamse landbouwbedrijven een megaboerderij zijn.
Europese subsidies hebben de natuurlijke ontwikkeling in de landbouw juist hebben afgeremd. Waren die er niet geweest, dan hadden we nu veel grotere en performantere bedrijven
Grote bedrijven meestal duurzamer
Gellynck kan niet begrijpen dat de milieuorganisatie schaalvergroting als slecht afschildert. “Het staat wetenschappelijk vast dat net grotere bedrijven het duurzaamst kunnen produceren omdat ze toegang hebben tot de meest moderne technologie en hun investeringen kunnen spreiden over meer producten. Dat is dus juist het omgekeerde van wat Greenpeace beweert. Je kan niet zeggen dat het uit onwetendheid gebeurt. Het gaat hier om doelbewuste onwaarheden die verspreid worden, demagogie dus. Dat zij telkens op dezelfde nagel blijven kloppen, is deontologisch onverantwoord.”
De UGent-professor is ervan overtuigd dat de Europese subsidies de natuurlijke ontwikkeling in de landbouw juist hebben afgeremd. “Waren die er niet geweest, dan hadden we nu veel grotere en performantere bedrijven”, meent hij. Ook in de ongelijke verdeling van de Europese subsidies ziet Gellynck geen graten. “Met het Pareto-principe, ook gekend als de 80/20-regel, is niets verkeerd. Dat is zelfs een gezonde situatie”, besluit de professor.

Bron: Eigen verslaggeving