Toekomst laat gezaaide maïs steeds meer onzeker
nieuwsDoor het korter worden van de dagen en de lage temperaturen is het afrijpingsproces van maïs grotendeels gestopt. Het Landbouwcentrum voor Voedergewassen (LCV) adviseert deze maïs beter te hakselen dan te wachten en het risico van regenoverlast te lopen. “Zeker als je al wat goede maïs in de kuil hebt zitten”, vertelt Gert Van de Ven. Bij landbouwers is te horen dat hakselen soms niet eens loont waardoor men opteert voor infrezen.
Het verhaal is bekend: door het natte voorjaar is de inzaai van gewassen sterk vertraagd of zelfs helemaal uitgesteld. De maïs moest normaal voor 15 mei de grond in, maar sommige boeren waren dit jaar nog in de loop van juli aan het zaaien. De voorspelling dat deze laat gezaaide maïs zwakke productiewaardes zal halen, lijkt steeds meer uit te komen.
“Bij de maïs gezaaid na 15 mei is er nauwelijks evolutie in het drogestofpercentage”, klinkt het in een recente nieuwsbericht van Landbouwcentrum voor Voedergewassen uit Geel dat over heel Vlaanderen een tiental percelen heeft waarop verschillende maïsrassen gemonitord worden. Op de na half mei gezaaide percelen haalde een zeer vroeg ras op 3 oktober de kaap van 32 procent droge stof. De andere rassen blijven onder 30 procent droge stof, terwijl dat gehalte idealiter 35 procent is.
Percelen die tot 15 mei gezaaid zijn, halen dit gehalte wel. “De opbrengst is iets minder in vergelijking met vorig jaar maar het drogestofgehalte is beter en dus is de kwaliteit ook beter”, aldus Thomas Truyen, agronoom en marketingverantwoordelijke bij Limagrain. Hij geeft aan dat de meeste van deze percelen al gehakseld hebben en loonwerkers momenteel op een laag pitje draaien. Veel boeren hopen nog dat de laat gezaaide maïs gaat afrijpen en wachten af met het hakselen.”
Afrijping staat stil
Het is de vraag of dit verstandig is, aldus Gert Van de Ven van LCV. In vergelijking met een week eerder was het percentage droge stof op de meeste percelen van LCV niet of nauwelijks nog gestegen en op enkele percelen zelfs gedaald bij de staalname op 3 oktober. Van de Ven zegt dat het onderzoekscentrum deze week met een nieuwe maïsupdate komt. Hieruit blijkt dat er veel verschil is tussen percelen. “Op en aantal percelen is de afrijping helemaal gestopt, terwijl er andere percelen zijn waar nog wel evolutie te zien is.”
LCV stelt zich dan ook de vraag of de afrijping er ooit nog van komt. “Vooral de koudere nachten zorgen ervoor dat de afrijping een stuk trager verloopt of zelfs stagneert. Bovendien is de kolfontwikkeling bij deze maïs dikwijls verstoord. Hierdoor wordt ook het afrijpingsproces maïs verstoord”, aldus Van de Ven die boeren adviseert om te overwegen om toch maar te gaan hakselen. Zeker als jij bij uitstel en veel regenval de kans loopt om structuurschade aan te brengen op je land. “Het is sterk bedrijfsafhankelijk, maar als ik goede maïs had en een klein deel slechte maïs dan zou ik waarschijnlijk ook de slechte maïs nu mee inkuilen”, vertelt hij.
Truyen beaamt dat boeren in een spagaat zitten, vooral de boeren die een laat ras hebben ingezaaid dat vermoedelijk niet meer afrijpt. “Boeren die laat gezaaide maïs, in onrijpe toestand gehakseld hebben, hebben vaak last van sapverliezen in de kuil. Dit is verre van ideaal voor de kwaliteit."
"Ik ga een groot gedeelte moeten infrezen"
Deze analyse wordt bevestigd door Guido Willems, akkerbouwer-melkveehouder uit Ravels, het gebied waar LCV overigens lage drogestofgehaltes monitort. Zo toonden drie rassen, die op 7 juni gezaaid waren, een gemiddelde drogestofgehalte van rond de 24 procent. “Maïs dat voor eind mei ingezaaid is, kent een goede opbrengst, maar maïs dat na halve juni gezaaid is niet. Daar ligt de afrijping stil”, vertelt Willems.
De Kempenaar teelt in Ravels op 100 hectare maïs. Een deel van zijn maïs gebruikt hij voor zijn eigen melkveestapel, het andere gedeelte is voor de handel. “Dit jaar zal er weinig handel zijn”, vertelt de boer. Hij schat dat hij 50 hectare goede maïs heeft en 50 hectare slechte maïs. De goede maïs gebruikt hij voor zijn eigen veestapel en van het slechte maïs denkt hij een groot gedeelte te moeten infrezen. “Zonder kolf en drogestofgehalte heeft deze maïs geen goede voederwaarde”, vertelt de boer die aangeeft dat collega’s in de buurt in hetzelfde schuitje zitten.
Thomas Truyen kan begrijpen dat boeren met maïs zonder kolf hun gewas infrezen. “Anderzijds is er ook veel laat gezaaide maïs waar wel nog mooie kolven inzitten. In dit geval zou ik wel oogsten en inkuilen maar wel een aantal voorzorgen nemen. Zo zou ik een grovere haksellengte nemen om niet nog meer sapverliezen te hebben." Andere adviezen: “De percelen die reeds het rijpst zijn onderaan in de silo inkuilen om de sappen van de onrijpe maïs die erboven ingekuild is op te vangen. Daarbij zou ik andere droge producten onderaan aanbrengen, zoals: droge pulp, een droge snede voordroog, stro, sojahullen. Met andere woorden: alles wat droog is en vervoederd kan worden is een optie.”
