Syrische voedselproductie op historisch dieptepunt
nieuws
Door het aanhoudend geweld in Syrië en de ongunstige weersomstandigheden werd er nog nooit zo weinig voedsel geproduceerd in het land dan nu. Dat stellen de Wereldvoedselorganisatie (FAO) en het World Food Programme (WFP) vast. Na vijf jaar oorlog zijn er nog weinig boeren die het hoofd boven water houden. De toegang tot kwalitatieve zaden, kunstmeststoffen, machines en brandstof is heel beperkt, zo klinkt het. De tarweproductie is de laatste jaren met meer dan 50 procent gedaald.
Het conflict in Syrië sleept intussen al vijf jaar aan en de allesverwoestende omvang ervan laat ook de landbouwsector niet gespaard. Zo melden de FAO en het WFP dat de voedselproductie in Syrië een absoluut dieptepunt hebben bereikt. De extreem instabiele context in de eerste plaats en de ongunstige weersomstandigheden in mindere mate hebben ervoor gezorgd dat de tarweproductie dit jaar is teruggevallen tot 900.000 hectare, waar dat voor de oorlog nog 1,5 miljoen hectare was.
Bovendien is de prijs van alle inputs sterk gestegen: zowel kunstmeststoffen, zaden als fossiele brandstoffen zijn voor heel wat landbouwers onbetaalbaar geworden, waardoor honderden boeren er de afgelopen jaren de brui hebben aan moeten geven. Ook heel wat veehouders hebben de afgelopen jaren hun vee noodgedwongen moeten verkopen. De FAO en WFP stellen daarbij vast dat er sterke regionale verschillen bestaan.
“80 procent van de Syrische gezinnen kampt met voedseltekorten of heeft te weinig geld om voldoende voedsel te kunnen kopen. “En we verwachten dat de situatie nog zal verslechten als we er niet in slagen om boeren beter te ondersteunen zodat ze hun land en hun bedrijf kunnen behouden”, aldus Abdessalam Ould Ahmed van FAO. “Voor de oorlog was landbouw de belangrijkste economische sector op het platteland. Dat is het nog steeds, maar de overblijvende boeren zitten meer dan op hun tandvlees.”
Meer weten? Lees het volledige rapport hier
