Soja geen wonderboon in Vlaanderen

Het Vlaamse areaal van alternatieve eiwitgewassen is op tien jaar tijd bijna maal drie gegaan. De rol van soja daarin is miniem. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Emily Talpe (Open VLD) opvroeg.

25 januari 2022  – Laatst bijgewerkt om 25 januari 2022 22:39
Lees meer over:

België importeerde in 2020 voor 1,9 miljoen ton soja volgens de cijferdatabank van de FAO, maar met de teelt van de wonderboon wil het in Vlaanderen nog zo niet vlotten. In 2020 was de totale opbrengst van de sojateelt in Vlaanderen goed voor 171 ton. Op vijf jaar steeg het areaal sojabonen wel van 14 hectare in 2015 tot 90 hectare in 2020. In 2018 ging het nog maar om 47 hectare. Al ging de opbrengst niet mee in stijgende lijn: 2018 was het topjaar met een opbrengst van gemiddeld 2,4 ton per hectare, in 2020 werd maar 1,9 ton per hectare gehaald. Dat staat te lezen in het antwoord van Vlaams minister van landbouw Hilde Crevits aan Emily Talpe.

Tegenvallende opbrengst

In Brazilië ligt de opbrengst van een hectare soja tussen de 4 en de 5 ton. Bij Arvesta begeleiden ze verschillende Vlaamse sojatelers. Simon Eyers, Business Development Manager Agri & Horti, nuanceert de cijfers: “De opbrengst van dit jaar op de percelen die wij hebben ontvangen is gemiddeld 2,57 ton per hectare. Wij hebben ons vorig jaar vooral gericht op de productie van biologische soja omdat de prijzen hiervoor significant hoger liggen. Zowel het klimaat, het verschil in gewasbeschermingsmiddelen die zijn toegelaten als het gebruik van GMO’s is een verklaring. Eigenlijk zou het beter zijn om  de productie te vergelijken met naburige landen zoals Duitsland, Frankrijk en Oostenrijk.”

0

14 Areaal soja in 2010 (ha)

0

90 Areaal soja in 2020 (ha)

“Onze toekomst ligt in het ontwikkelen van een alternatieve eiwitstrategie. Vlaanderen is daar al zowat vijftien jaar mee bezig. De cijfers tonen aan dat die strategie haar vruchten afwerpt”, zegt Talpe, “De lage opbrengst blijft het zwakke punt in onze sojateelt, maar we zijn nog maar tien jaar met de teelt aan het experimenteren. Inmiddels heeft het ILVO wel twee eigen sojasoorten voor Vlaamse bodem ontwikkeld, die ook door Europa werden goedgekeurd en erkend. Dit biedt goede hoop voor de evolutie van de opbrengst per hectare.”

Bij Arvesta sluiten ze zich daarbij aan. Eyers: “Binnenkort komen we naar buiten met ons ketenverhaal voor bio soja. Wij proberen altijd het verschil te maken door te werken met ketenprojecten, maar dit is niet altijd even evident. Een kleine meerprijs kan, maar we moeten wel altijd ergens competitief blijven. Toch geloven we in de toekomst van soja in Vlaanderen, er zit een premie voor de teelt in de ecoregelingen en misschien in het nieuwe GLB, de marktprijs is gunstig en er zijn geen meststoffen nodig. De rassen van Protealis en ILVO gaan een kleine meeropbrengst hebben ten aanzien van de rassen waar we vandaag mee werken.”

Aandeel voedergewassen wordt groter

Opvallend is wel dat het aandeel van soja in het areaal van de alternatieve eiwitgewassen miniem blijft. Op tien jaar is dat areaal bijna verdrievoudigd, van 10.404 hectare in 2010 naar 27.758 hectare in 2020. Terwijl in 2010 het areaal eiwitgewassen voor humane consumptie nog goed was voor een derde van het totaal, is dat in 2020 nog maar 17,5 procent. Grasklaver, meerjarige luzerne en kruidenrijke grasmengsels zijn samen goed voor meer dan 21.000 hectare of 93 procent van het totaal areaal voedergewassen.

0

Aandeel eiwitgewassen voor voeding 2010

0

Aandeel eiwitgewassen voor voeding 2020

Voor An Schellekens van het Centrum Voedergewassen is dat geen verrassing: “In deze cijfers ontbreekt eigenlijk nog het belangrijkste alternatieve eiwitgewas, namelijk gras. Herkauwers zoals koeien kunnen de eiwitten in gras beschikbaar maken, anders dan mensen. In de cijfers spreekt men nu van een kleine 20.000 hectare grasklaver waar men een premie voor krijgt, maar dat is hopelijk een onderschatting. Al vijftien jaar raden wij boeren aan om met klavers door te zaaien in hun gras. Boeren die dat gedaan hebben kunnen met de huidige kunstmestprijzen alleen maar tevreden zijn van die beslissing.”

 Zowel bij Arvesta als bij het Centrum voor Voedergewassen geloven ze in een mengteelt van tarwe in combinatie met erwten en veldbonen. Schellekens: “Financieel is dit veel rendabeler dan soja teelt, het is interessant in de rotatie en ook deze teelten komen in aanmerking voor de premie in de nieuwe ecoregelingen en waarschijnlijk ook in het nieuwe GLB. Al is de eiwitinhoud te laag om soja in het rantsoen van bijvoorbeeld een melkkoe te vervangen.”

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek