Sinusbeheer: meanderend maaien voor meer biodiversiteit
nieuwsSinusbeheer is een innovatieve maaitechniek die gebruikmaakt van bochtige maailijnen, in plaats van rechte maailijnen. Een recente studie onder leiding van Laurian Parmentier (UGent), gepubliceerd op Science Direct, onderstreept het potentieel van deze methode op de verbetering van de biodiversiteit van bestuivende insecten en de habitatkwaliteit in graslanden.
Maaien in tijd en ruimte variëren
De studie vergeleek het sinusbeheer met conventioneel blokmaaien waarbij één rechthoekige zone van het grasland wordt gemaaid. Daarbij werd de impact van meanderend maaien onderzocht over een periode van drie jaar. Sinus management voor graslanden is een nieuwe maaimethode, die zich kenmerkt door gebogen maailijnen, in plaats van de traditionele rechte lijnen van maaiblokken. Door het maaien in tijd en ruimte te variëren, worden verschillende groeistadia van planten behouden.
Het doel is om diverse en rijke habitats te creëren voor bestuivende insecten door vast te houden aan de ratio 2 op 1 gemaaide-ongemaaide vegetatie. Daarnaast is een belangrijk kenmerk het behoud van niet-gemaaide randen in verschillende stadia van planten(her)groei, terwijl het centrale gebied zoals gebruikelijk wordt gemaaid. Dus door het grasland in een slingerend en gevarieerd patroon te maaien, waarbij bij elke maaibeurt stukken worden overgeslagen, blijven steeds nectarbronnen aanwezig voor vlinders en bijen.
"Waardevolle beheermethode voor Vlaanderen"
De resultaten van het onderzoek tonen aan dat de biodiversiteit van bestuivende insecten al na enkele jaren aanzienlijk verbetert. Zo hadden de velden met meanderend maaien na twee jaar ongeveer 50 procent meer solitaire bijen dan de velden met blokmaaien. De diversiteit van alle bijen was er ongeveer 40 procent groter, dat meldt het team. In het derde jaar waren de bijen en vlinders 25 procent tot 35 procent talrijker en meer divers in de meanderende gemaaide weiden.
Bovendien blijkt uit de studie dat sinusbeheer leidt tot meer unieke plant-bestuiverrelaties. Door de afwisseling van gemaaide en niet-gemaaide gebieden konden verschillende plantensoorten bloeien, wat de aantrekkelijkheid voor een brede verscheidenheid aan bestuivende insecten vergroot. Door de variatie in hoogte, bloei en structuur van de vegetatie werd een divers ecosysteem gecreëerd, dat niet enkel voor bestuivers maar ook voor andere fauna gunstig is.
De onderzoekers suggereren dat de sinusmethode een waardevolle beheermethode zou kunnen zijn voor Vlaanderen, waar intensieve landbouw, verstedelijking en klimaatverandering een belangrijke rol spelen in de achteruitgang van de biodiversiteit.

Beeld: Jurgen Couckuyt