"Schauvliege moet onteigingsprocedure Parkbos starten"

De plannen voor het Gentse Parkbos zitten muurvast. Tot nu toe heeft het Vlaamse gewest slechts 67 ha van de voorziene 312 ha grond tussen Gent en De Pinte kunnen verwerven. De initiatiefnemers vragen daarom aan minister van Leefmilieu Joke Schauvliege om onteigening bij hoogdringendheid mogelijk te maken.
12 maart 2010  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:11
Lees meer over:

De plannen voor het Gentse Parkbos zitten muurvast. Sinds 2005 werd het ruimtelijk plan van het Parkbos goedgekeurd en zijn de onderhandelingen met de grondeigenaars gestart. Tot nu toe heeft het Vlaamse gewest slechts 67 ha van de voorziene 312 ha grond tussen Gent en De Pinte kunnen verwerven. De initiatiefnemers vragen daarom aan minister van Leefmilieu Joke Schauvliege om onteigening bij hoogdringendheid mogelijk te maken.

Het verhaal rond het Parkbos begint in 1995. Toen werd duidelijk dat Oost-Vlaanderen de minst beboste provincie van Vlaanderen is. Enkele studies wezen uit dat vooral Gent groener moest worden. Daarom werd besloten om een uitgestrekt stadsbos te realiseren, uitgestrekt over De Pinte, Sint-Martens-Latem en Sint-Denijs-Westrem. Door de grote tegenkanting van de randgemeenten, die vreesden voor hun landbouwers, werd het plan herzien.

Er werd gekozen voor een stadslandschapspark, kortweg Parkbos, met een oppervlakte van 1.200 ha. De open ruimte moet tegen 2020 vier kleinere boskernen, natuurgebieden, duurzame landbouw, toerisme en een bedrijvenpark verbinden. In 2005 werd dit alles in een ruimtelijk plan gegoten en daarna konden de onderhandelingen voor een minnelijke schikking met de eigenaars van de grond starten.

Vijf jaar later heeft de grondenbank van de Vlaamse overheid in der minne 55 ha grond verworven. Voor 12 ha is ondertussen een akkoord bereikt, waardoor de teller op 67 ha staat. Dat is maar een fractie van de voorziene 312 ha. “Nochtans bestaat de mogelijkheid tot onteigenen al sinds 2005 in geval de aankopen in der minne niet voldoende snel zouden vorderen”, zegt Marie-Laure Vanwanseele van het Agentschap Natuur en Bos.

De landbouwers met gronden in het gebied geven toe dat ze niet staan te springen om hun gronden te verkopen. “Het gewest wil van mij 6 ha grond”, zegt landbouwer Danny Heirbrant. “Maar ik heb nu net genoeg land om de mest van mijn koeien op kwijt te raken. Wat als we nadien onze mest niet meer kwijt geraken? Dan wordt mijn bedrijf langzaam maar zeker gewurgd”, klinkt het.

Volgens het Agentschap Natuur en Bos bestaat er nochtans een grondenbank waar landbouwers hun grond in het gebied kunnen ruilen voor andere grond. “Hierbij gaat het steeds om stukken grond die van lagere kwaliteit zijn en die bovendien nog eens ver van mijn boerderij liggen”, stelt Danny Heirbrant. Ook zijn collega Willem is niet geneigd te verkopen. “Ik heb niets aan het verkopen van mijn grond om er een stuk bos op te zetten”, zegt hij.

Willem is ook kwaad omdat het Vlaamse gewest enkel uit is op de beste stukken grond. “De minderwaardige gronden zijn en blijven natuurgebied”, weet hij. Ook Heirbrant is niet te spreken over het feit dat ze enkel de beste gronden willen. “Ze onderschatten wat het verlies van een vijfde van onze grond voor ons betekent. Voor sommige landbouwers zal dit de doodsteek zijn. Willen ze onze beste grond, dan zullen ze met centen over de brug moeten komen”.

Door deze patstelling geraakt het geduld van de provincie Oost-Vlaanderen en het Vlaamse gewest stilaan op. Daarom vragen ze aan minister Schauvliege om tussen te komen. Zij kan onteigening bij hoogdringendheid mogelijk maken. Dan is er geen marge meer voor onderhandeling over een minnelijke schikking. Volgens provinciegouverneur André Denys zou er voor het einde van het jaar 50 pct van de onteigeningen moeten doorgevoerd zijn. “Anders komt onze planning in gevaar”, luidt het.

Bron: De Morgen/Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek