Piet Vanthemsche: "Landbouw moet mogelijk blijven in Turnhouts Vennengebied"
interviewPiet Vanthemsche werd in april door de overheid aangesteld als intendant in het Turnhouts Vennengebied waar strengere stikstofeisen gelden dan in de rest van Vlaanderen. De ex-Boerenbondvoorzitter moet uitvogelen hoe de natuurdoelstellingen en landbouw in het gebied te verenigen zijn. In afwachting van het definitieve stikstofakkoord heeft Vanthemsche alvast een aantal adviezen ingediend bij de Vlaamse overheid. “Geef alle boeren in het gebied toegang tot de uitstapregeling die momenteel in heel Vlaanderen van kracht is voor de rode en donkeroranje bedrijven”, is daar een van.
Hoe ziet uw opdracht eruit?
Piet Vanthemsche: "In heel Vlaanderen is er in de stikstofplannen sprake van een generiek reductiescenario. In het Turnhouts Vennengebied, waar we te maken hebben met zeer stikstofgevoelige natuur, zijn deze generieke reductie-eisen niet voldoende en moeten bijkomende maatregelen genomen worden. Ik ben aangesteld als intendant om een ontwikkelingsplan op te stellen om de kritische depositiewaarden (KDW’s) die zijn vastgesteld in het gebied, te behalen. Binnen mijn opdracht kijk ik naar een horizon van 2045-2050 en niet naar de termijn van 2030 die generiek geldt."
Hoe werkt u?
"Ik werk met een team van acht mensen die door mij worden aangestuurd. Dit zijn mensen uit acht verschillende Vlaamse overheidsadministraties en wetenschappelijke instellingen: Departement Omgeving, Departement Landbouw en Visserij, VLM, ANB, VMM, ILVO, INBO en VITO. Dit laat toe om een interdisciplinaire benadering te hanteren. Dat was voor mij een voorwaarde bij het aannemen van deze opdracht."
Waarom zijn ze eigenlijk bij u uitgekomen?
"Dat zou je aan het kabinet van Demir moeten vragen, maar ik heb begrepen dat ik de enige persoon was die voor alle partijen aanvaardbaar was."
Wie zijn "alle" partijen?
"Dat zijn alle politieke partijen."
Met wie praat je op het terrein?
"Dat zijn de boeren. Het gaat dan om 150 veehouders in het gebied en zo’n 500 bedrijven die landbouwgrond hebben in het gebied. Wij hebben periodiek overleg met een delegatie van 8 boeren van de Stuurgroep Turnhouts Vennengebied. Deze stuurgroep heeft een mandaat van de meeste boeren uit de regio. Daarnaast spreken we met een delegatie van landeigenaren, natuurbeheerders en de betrokken overheden. Bovendien zijn we ook in gesprek met collega’s in Nederland. De depositie in het Turnhouts Vennengebied komt uit de regio zelf, uit de rest van Vlaanderen en uit het buitenland (Nederland). Het Turnhouts Vennengebied is als pilootproject opgenomen een samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen over de grensoverschrijdende aanpak stikstof."
Wat wordt er op dit moment concreet gedaan?
"Op dit moment zijn we drie voorbereidende projecten aan het uitvoeren, steeds in nauw contact met de genoemde stakeholders. Als eerste zijn we bezig met de allocatie van de verschillende doelgebieden. Er zijn gebieden aangeduid waar de natuurdoelen in de toekomst behaald moeten worden, maar de definitieve allocatie van alle gebieden moet nog plaatsvinden."
"Ten tweede zijn we gestart met een eco-hydrologische onderzoek. In dit onderzoek, dat drie jaar zal duren, wordt de waterhuishouding in het gebied in kaart gebracht. Een eerste fase van dit onderzoek loopt in december van dit jaar af. De resultaten daarvan zullen medebepalend zijn voor de allocatie van de vennen. INBO is de trekker in dit onderzoek en de verkregen data zullen voor alle stakeholders beschikbaar zijn."
"In het derde project worden alle data op bedrijfsniveau in kaart gebracht. Deze data worden in een tool gegoten, op voorstel van VITO, waarmee het mogelijk wordt om de impact van verschillende scenario’s snel door te rekenen. Drie elementen staan hierbij centraal: wat is de ammoniakuitstoot/stikstofdepositie, hoe ziet het bodemgebruik en de bemesting eruit en wat is de beschikbaarheid en kwaliteit van water."
Hoe verloopt de communicatie met de boeren?
"In de conceptnota was voorzien dat de opstart van mijn mandaat pas een aanvang zou nemen na de definitieve vaststelling van de PAS, maar gelet op de grote onzekerheid die was ontstaan binnen het werkingsgebied werd beslist om een eerste opdracht te starten van 1 april 2022 tot het einde van het jaar. Op dat moment zal moeten geëvalueerd worden hoe de opdracht wordt verdergezet. Er is veel emotie onder de landbouwers in het gebied en er heerst veel wantrouwen richting de overheid. Maar op dit moment is er tenminste wel een dialoog gaande en worden de boeren gehoord en betrokken bij het vaststellen van de ontwikkelingsplannen."
"In het kader van het onderzoek naar details op bedrijfsniveau hebben we drie weken geleden ook een brief gestuurd naar de betrokken boeren met daarin de verschillende bevindingen opgesomd. Hierbij was ook een berekening van de ammoniakuitstoot van het eigen bedrijf opgenomen. Boeren hebben de mogelijkheid om hierop te reageren en ook een individueel gesprek aan te gaan. Een aantal bedrijven heeft hier inmiddels op gereageerd en met hen ga ik het gesprek aan."
Wat komt er in deze fase ter sprake in de individuele gesprekken?
"We brengen onder andere de bereidwilligheid tot uitkopen in kaart. De stopzetting van bedrijven nu zal van invloed zijn op de mogelijkheden voor de resterende bedrijven. Maar stopzetting is zeker niet het enige onderwerp van gesprek. Ook de mogelijkheden van reducerende maatregelen, bedrijfsreconversie of bedrijfsverbreding komen ter sprake."

De resultaten van uw werk kunnen misschien de prullenmand in mocht Het Turnhouts Vennengebied na het openbaar onderzoek geschrapt worden als maatwerkregio uit de PAS?
"Dat zou in theorie kunnen, maar ook dan is ons werk niet voor niets geweest. Ik heb inmiddels drie aanbevelingen gedaan aan de Vlaamse overheid die mogelijk mee worden genomen bij het vaststellen van de definitieve PAS."
Wat zijn deze aanbevelingen?
"Mijn eerste advies gaat over de holistische aanpak waarbij alle processen in dit gebied onder een koepel bezien worden en niet als afzonderlijke eilanden. Zowel stikstof, water en andere facetten moeten in een geïntegreerde aanpak worden meegenomen. Ten tweede heb ik voorgesteld dat er een grondenbank wordt voorzien voor het gebied. Als er dan grond vrijkomt, kan dat door VLM worden opgekocht en ter beschikking worden gesteld van verschillende doelen, hetzij natuur, hetzij landbouw. Als derde heb ik de overheid geadviseerd om alle boeren in het gebied toegang te geven tot de uitstapregeling die momenteel in heel Vlaanderen van kracht is voor de rode en donkeroranje bedrijven."
Boeren vrezen dat er überhaupt geen landbouw mogelijk is gezien de lage KDW? Wat is uw boodschap naar hen toe?
"Het is een feit dat we te maken hebben met een zeer stikstofgevoelig gebied, maar ik wens niet mee te doen aan deze negatieve vooraannames. Mijn uitgangspunt is dat er landbouw en veeteelt moet mogelijk blijven in het gebied, maar deze landbouw moet in harmonie met de natuur gebeuren. Het is mijn taak om dit evenwicht te zoeken en op basis hiervan een ontwikkelingsplan op te stellen."
Bron: Eigen berichtgeving