Opinie: "Handel zal nooit helemaal eerlijk zijn"
OpinieTijdens een herfstwandeling kan je dezer dagen de Vlaamse boer suikerbieten zien rooien. Geen beetje, maar vrachtwagens vol. "De Vlaamse boer heeft veel voordelen: vruchtbare grond, kennis en een sterke entourage om hem bij te staan. Toch horen we almaar vaker dat het speelveld niet eerlijk is", stelt landbouweconoom Tessa Avermaete vast in een opiniestuk. "Heeft de Vlaamse boer een punt?"
Eerlijke handel veronderstelt een perfecte markt, met een evenwicht tussen vraag en aanbod, identieke producten en volledige transparantie. Die perfecte markt is een zeldzaamheid. In het debat over eerlijke handel wordt de schuld vaak in de schoenen van grote bedrijven geschoven: zij nemen te grote marges en melken de boer uit. Een verhaal met goede en slechte spelers opbouwen is makkelijk. Dan kan je de slechterik beboeten en de goede spelers een pluim geven. Maar zo eenvoudig is de realiteit niet.
Suikerbiet toont complexiteit handel aan
De suikerbiet toont aan hoe complex eerlijke handel is. Het product is behoorlijk homogeen, waar je het ook teelt. Suikerbiet heeft een grote concurrent in het zuidelijk halfrond: suikerriet. Suikerriet en suikerbiet moeten in een suikerraffinaderij verwerkt worden vooraleer de consument er wat aan heeft.
Vlaamse boeren hebben heel wat kennis en expertise om suikerbieten te telen. In drie generaties steeg de productiviteit van 30 ton suikerbieten per hectare naar meer dan 80 ton, één van de hoogste opbrengsten ter wereld. Het levert de Vlaamse teler een enorm comparatief voordeel op tegenover suikerbiettelers in Oost- en Centraal Europa en de suikerriettelers in het zuidelijk halfrond.
Maar dat is niet het hele plaatje. De Vlaamse boer heeft ook hoge kosten, die zijn comparatief voordeel bijna geheel tenietdoen. Landbouwgrond kost in Vlaanderen gemiddeld 67.000 euro per hectare. In Europese lidstaten als Roemenië en Polen kan je al landbouwgrond kopen voor 10.000 euro per hectare. Dan mag je nog zo productief zijn, zo’n prijsverschil valt moeilijk te overbruggen.

En dan is er nog de wetgeving. Met een Europees landbouwbeleid kan je denken dat alle boeren dezelfde regels moeten respecteren. Dat is een illusie. De lidstaten hanteren niet allemaal dezelfde regels. Sommige gewasbeschermingsmiddelen staan in het ene land op de rode lijst en kunnen in een andere lidstaat zonder probleem worden gebruikt. Nog erger wordt het als we vergelijken met de regels in landen buiten de EU. Voor het gebruik van neonicotinoïden gelden strenge regels die veel Europese boeren slapeloze nachten bezorgen.
Toch importeren we massaal suikerriet uit landen waar het gebruik van neonicotinoïden niet eens de politieke agenda haalt, waar landbouwgrond een peulschil kost en de rechten van de arbeiders op het veld nauwelijks aandacht krijgen. Zo kunnen de kosten enorm gedrukt worden en kan het rendabeler zijn suikerriet in Europa te verwerken dan de suiker te halen uit onze ‘eigen’ suikerbieten. Als consument merk je er niets van: de smaak van suiker is dezelfde, of je die nu uit suikerriet of uit een suikerbiet haalt.
Niet eenvoudig voor consumenten
We zien als consument maar het topje van de ijsberg van de voedselproblematiek. Het wordt ons ingelepeld dat eerlijke handel een kwestie van goede wil is en dat je als consument gewoon de juiste keuzes moet maken. Maar zo eenvoudig is het dus niet. Helemaal eerlijk zal het ook nooit worden. Maar beleidsmakers, de industrie, landbouworganisaties en wetenschappers hebben wel de verantwoordelijkheid om samen te zoeken naar manieren om de spelregels coherent en transparant te maken.
Met dit opiniestuk wil de auteur een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.
De auteur
Tessa Avermaete is landbouweconome en oprichtster van Run and Harvest.
