“Op nieuwe melkplassen en boterbergen zit niemand te wachten”

Welke gevolgen heeft het ambitieuze biolandbouwplan, dat deze week door het Europees parlement werd aangenomen, voor Vlaanderen en hoe kijken Belgische Europarlementairen naar de plannen? Hilde Vautmans (Open Vld), Tom Vandenkendelaere (CD&V), Sarah Matthieu (Groen) en Marc Tarabella (PS) laten hun licht schijnen over de sector en de ambities voor de toekomst.

5 mei 2022  – Laatst bijgewerkt om 10 mei 2022 20:11
Lees meer over:

Vorig jaar kwam de Europese Commissie op de proppen met een fameus rapport rond biolandbouw. Het plan, dat kadert binnen de Farm-to-Forkstrategie en de Green Deal, schoof de doelstelling naar voor om tegen 2030 te evolueren naar 25 procent biolandbouw. Deze week stemde een grote meerderheid van het Europees parlement voor de resolutie, al werd het streefcijfer geschrapt. Maar het hoofddoel blijft wel overeind: de biolandbouw in elke lidstaat voldoende zuurstof geven om de sector te laten doorgroeien.

Een blik op de cijfers leert dat in 2019 de biologische landbouw in Europa 13,8 miljoen hectare innam, dat is 8,5 procent van de totale oppervlakte. Daarmee is de sector tussen 2010 en 2019 meer dan verdubbeld. Uitblinkers onder de lidstaten zijn Oostenrijk (26,1%), Estland (22,3%), Zweden (20,4%), Tsjechië (15,3%) en Italië (15,2%).

Postzegel Vlaanderen

In België wordt op dit moment 6,8 procent van het Belgische areaal biologisch bewerkt. Daarmee nestelt ons land zich op de 18de plaats in de Europese ranking en doet het beter dan Malta (0,5%), Ierland (1,6%), Bulgarije (2,3%), Roemenië (2,9%), Polen (3,5%) en Nederland (3,8%). Tegelijk verbloemt het nationale gemiddelde de regionale verschillen: Wallonië scoort immers met 12 procent beduidend hoger dan de 0,5 procent van Vlaanderen.

Naar een verklaring voor de verschillen tussen beide regio’s is het niet ver zoeken. In het verstedelijkte Vlaanderen is bioproductie een stuk moeilijker dan in Wallonië, waar meer open ruimte is die kansen creëert voor extensievere vormen van landbouw. Dit geografische aspect grijpt Europarlementslid Tom Vandenkendelaere (CD&V) meteen aan om een kanttekening te maken bij de parameters waarmee gewerkt wordt om de doelstellingen te bepalen. “Als er enkel gekeken wordt naar het areaal, dan maakt Vlaanderen per definitie al een slechte beurt”, vertelt hij. “Ook de context van verstedelijkt gebied moet mee in rekening genomen worden. Vlaanderen is bijvoorbeeld sterk in de teelt van biokruiden, maar die hebben nu eenmaal niet zoveel plaats nodig als pakweg courgetten. Dat zou elders gecompenseerd moeten worden.”

Dat het Europees parlement het streefcijfer van 25 procent heeft losgelaten vindt Vandenkendelaere een goede zaak. “Het zal alleen maar bijdragen aan de geloofwaardigheid van de doelstelling die we onszelf opgelegd hebben, en dat is de biologische landbouw stimuleren”, verduidelijkt hij. “Met een te grote focus op het areaal, begeven we ons in een omgekeerde wereld. De biolandbouw is een sector waar de prijzen tot nu toe relatief goed zijn geweest voor de boer. Een plotse uitbreiding naar 25 procent zou een immense boost betekenen voor het aanbod, terwijl het niet zeker is of de vraag volgt. Je moet de marktvraag stimuleren, anders kan je nooit een duurzame groei krijgen.”

We moeten waken over diversificatie en niet uitsluitend bioproducten in de kijker zetten. Ook andere boerenproducten verdienen die aandacht

Hilde Vautmans - Europees parlementslid

Ook Hilde Vautmans (Open Vld) is tevreden dat het parlement de 25 procent niet heeft opgenomen in de definitieve teksten. “Die doelstelling was misschien té ambitieus. Ik ben ervan overtuigd dat biolandbouw bijdraagt aan een duurzame landbouw, maar we moeten er niet eenzijdig op inzetten”, zegt ze, terwijl ze wijst op enkele knelpunten. “Vraag en aanbod moeten op elkaar afgestemd worden of we belanden weer in een situatie van melkplassen en boterbergen. Daar zit niemand op te wachten. Tegelijk is het voor een aantal gewassen niet mogelijk om ze biologisch te telen, zoals de kersenteelt. Bovendien moet een boer meteen zijn volledige bedrijf omschakelen, wat een rem kan zetten op diversificatie. En ten slotte is er nog de overgangsperiode van drie jaar. In die periode hebben boeren een hogere productiekost, maar geen hogere opbrengst. Wees eerlijk: welk landbouwbedrijf kan in deze fase, na alle uitdagingen en tegenslagen van de afgelopen jaren, drie jaar met verlies produceren?”

Vautmans is ook schepen van Fruit in het Limburgse Sint-Truiden. Vanuit die functie komt ze veel op het terrein en staat ze tussen de boeren. “Voor mij is het belangrijk om diversificatie te behouden. Het is goed dat men producten in de kijker wil zetten, maar men moet erover waken dat men dat niet alleen met bioproducten doet. Ook andere boerenproducten, waarbij de focus moet liggen op gezond eten, op meer groenten en fruit, lokaal en van eigen bodem, verdienen die aandacht.”

Ze benadrukt dat er niets mis is met ambities, maar dat die realistisch moeten zijn. “Niet iedereen is bereid om die meerprijs van de bioproducten te betalen en niet iedereen kan dat. Door de crisis Rusland-Oekraïne vind ik dat we alle plannen moeten herbekijken. We moeten ze niet terugschroeven, maar er moet wel een impactanalyse gebeuren”, aldus Vautmans.

De Farm-to-Forkstrategie is zeer ambitieus, maar kan ook te veel rek zetten op de veer waardoor die kan springen

Tom Vandenkendelaere - Europees parlementslid

Ook Vandenkendelaere is bereid om een aantal plannen tegen het licht te houden door de huidige ontwikkelingen. “Alle prijzen zijn vandaag dramatisch aan het stijgen, tot het punt dat zelfs bioboeren zich zorgen maken over hun verdienmodel. Als zelfs zo’n sector in het gedrang komt, moet je je afvragen of het opportuun is om nog extra maatregelen te nemen, die misschien nog meer druk op de ketel zetten. De Farm-to-Forkstrategie is zeer ambitieus, maar kan ook te veel rek zetten op de veer waardoor die kan springen”, stelt hij.

Volgens de CD&V-er moeten we bovendien omzichtig te werk gaan op vlak van de biologische landbouw. “De doelstelling is duidelijk, de ambitie van het parlement ook. Maar zoals de sector zo mooi gegroeid is in het verleden, moet hij ook de kans krijgen om op dezelfde mooie manier door te groeien.”

Een ander geluid is te horen bij Groen-politica Sarah Matthieu. "Ons huidige landbouwmodel hangt aan een infuus van fossiele brandstoffen, meststoffen en pesticiden”, stelt ze scherp. “De oorlog in Oekraïne vergroot net de urgentie om hier zo snel mogelijk komaf mee te maken. De intensieve landbouw van vandaag botst met ons klimaat, biodiversiteit en onze strategische voedselonafhankelijkheid. We moeten niet per se meer maar vooral beter voedsel produceren. In de finale tekst van het EU-actieplan voor biologische landbouw willen wij de doelstellingen van de Green Deal en de Farm-to-Forkstrategie verdedigen: een stevige groei van de biologische landbouw in Europa tegen 2030, meer biologische maaltijden in scholen en betere informatie over biologische producten voor de burger."

Marc Tarabella, die voor de Waalse socialisten in het Europees parlement zetelt, betreurt dat zijn collega’s zich niet achter het streefcijfer van 25 procent hebben geschaard. “In de resolutie wordt weliswaar benadrukt dat het belangrijk is het areaal voor biologische landbouw uit te breiden, maar er wordt geen exact cijfer genoemd. Dit zet de deur open voor lidstaten om het een beetje beter te doen, maar ook niet meer dan dat”, zegt hij.

Geen exact streefcijfer opnemen zet de deur open voor lidstaten om het een beetje beter te doen, maar ook niet meer dan dat

Marc Tarabella - Europees parlementslid

Ook over die andere doelstelling, om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met 50 procent te verminderen, stelt de PS’er vast dat “conservatief en liberaal rechts dit met alle middelen tracht te verhinderen.” Desondanks blijft Tarabella strijdlustig: “Wij zullen erop toezien dat het definitieve plan voor de biologische landbouw een meerwaarde zal betekenen voor de landbouwsector, maar ook voor het milieu en de volksgezondheid.”

Die ambities vertalen zich alvast in het strategisch plan van Wallonië, dat tegen 2030 naar 30 procent wil evolueren. Een haalbare kaart, volgens Tarabella, die er wel fijntjes op wijst dat het merendeel van het cliënteel voor de Waalse bioproducten zich in Vlaanderen bevindt.

Dat Vlaanderen zichzelf in zijn strategisch plan een eerbaar doel van 1,77 procent oplegt, nuanceert Vandenkendelaere dan weer. “Ik blijf voorzichtig met cijfers. Er zijn zoveel uitdagingen die in Vlaanderen op ons afkomen. Als het groter kan, waarom niet? Maar laat ons eerst en vooral resultaten boeken op het terrein en alles wat meer is, is mooi meegenomen.”  

Annick Cnudde van BioForum, de sectororganisatie voor de biologische landbouw, nuanceert één van de knelpunten die Vautmans opsomt: “Het klopt niet dat een boer verplicht is om zijn volledige bedrijf om te schakelen, laat staan dat hij dat meteen zou moeten doen. Wel is het niet toegelaten dat dezelfde soort zowel gangbaar als biologisch geteeld wordt binnen hetzelfde bedrijf. Je kan dus niet tegelijkertijd biologische en gangbare wortelen produceren. Kortom, bedrijven die inzetten op diversificatie kunnen net wel stap voor stap omschakelen naar bio. Bij gemengde bedrijven wordt zelfs vaak gekozen voor een geleidelijke omschakeling, waarbij de plantaardige productie en het vee op verschillende momenten omschakelen.”

"De duur van de omschakeling hangt af van welke producten de boer als biologisch op de markt wil brengen. Zo duurt het voor eenjarige gewassen als groente twee jaar, en voor meerjarige gewassen als pitfruit drie jaar. Voor dieren geldt een omschakelingsperiode naar bio van zes à twaalf maanden, afhankelijk van de diersoort.”

BioForum vindt het overigens jammer dat het streefcijfer van 25 procent tegen 2030 uit de uiteindelijke resolutie is verdwenen. "Met zo'n streefcijfer is het voor iedereen duidelijk waar de lat ligt en welke inspanningen er nodig zijn om in de buurt van die lat te komen", aldus voorzitter Alexander Claeys. "We kijken nu vol verwachting uit naar hoe deze resolutie vertaald zal worden in het nieuwe strategisch plan bio van Vlaanderen."

Bron: Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek